(1) Hij is getrouwd met Heilwich van Gijselaer.
Zij zijn getrouwd
Kind(eren):
(2) Hij is getrouwd met Anna de Ruyter.
Zij zijn getrouwd
Op 30 juni 1517 werd Jan Janss., ten behoeve van Jan de Cocq Arienss., beleend met de helft van een tiend op de Ryngmeer. (Mac.inv.nr.1171,fol.4.Reg.45).
Dit leen gaat 7 oktober 1522 over op zijn zoon Adriaen, gehuwd met 1. Maria van Brakel en 2. Maria van Hemert. (Idem,Reg.78).
Johan is dijkgraaf van de Bommelerwaard en lid van de Ridderschap van Nijmegen. Als hij op17 juni 1522 mondig (meerderjarig ) is geworden, beleent hij zelf Jacob de Cocq van Delwijnen Janszn met een tiend van 82 morgen land te Delwijnen “Die Cockesteynse thiende”. (Jacob kreeg dit leen al in 1518 via Arnt de Cocq Duls, voogd van Johan).
(Idem,reg.46 en 49).
Johan (Jan) is patroon en collator van een altaar van Onze Lieve Vrouwe in de Kapel van Delwijnen en in die hoedanigheid geeft hij 7 juli 1530 in erftijns uit 5 hont land te Delwijnen aan Jan Jacobszoon tegen een gouden Philipsgulden per jaar, vermeerderd met een boete van 2 Brabantse Stuivers per maand in geval van achterstallige betaling, welke boete de vicaris van het altaar op hem mag verhalen. (Idem,reg.56).
Johan wordt op 5 december 1533 beleend met huis, hofstede en 3 ½ morgen land, waarvan hij op 28-3-1539 en op 10-6-1544 de eed vernieuwt. (Geld.leen(302a).
Op 28/29 oktober 1538 draagt Johan, als patroon en collator van de vicarie op zijn huis te Delwijnen, aan de aartsdiaken en proost van Arnhem voor, zijn neef Roelof Janszn., priester van de kerk te Zaltbommel. De proost van Arnhem roept degenen, die hiertegen bezwaar maken, op deze kenbaar te maken. (Mac.Reg.60 en 61).
Johan doet vervolgens in 1541 uitspraak tussen de heer en de geërfden van Waardenburg. In 1545 is hij leenman van Gelderland.
Johan de Cocq van Delwijnen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Heilwich van Gijselaer | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Anna de Ruyter |