Jan woonde vermoedelijk in het 3e Bevang vanSerooskerke(Sch.) in 1676.
In RAZE 4834, achterste deel, fol.82v/10-1-1648 issprakevan een schuld van 900 guldens aan Adriaen ClaeszCouwenb.,als voogd van de wezen van Cornelis Rochusz. Ditbetrof dekoop van de helft van een huis met gevolg, staandeop de"Burchse sluis" in de hoek van de dijk aan de weel,onderhypotheekverband van dit halve huis.
Hij was landman van beroep en betaalde in 1655 £119.0.0vlaams voor landpacht over de periode 1650 t/m 1652aan deboedel van Willem Padt de oude. Hij pachtte 4 stukkenlandvan Magdalena Padt voor 7 jaren, ingaande St.Maarten1655,te weten:
- 9 gemeten en 225 roeden korenland in Gol(d)endijck en
- 6 gemeten en 205 roeden in Janneke Cornelis Jans bevang.
Het eerstgenoemde is vermoedelijk later toebehorend aanzijnzoon Jan Hoogenboom, dijkgraaf van het OosterVierendeel vanSchouwen. In het laatstgenoemde bevang (ookbekend als het1e bevang van Zuidwelle) is in het veldboekvan 1753 sprakevan de hofstede van Jacob Hoogenboom, latergenaamd"Zeelandia" en nog bestaand.
Hij is getrouwd met Maeiken Jans Clapmutse.
Zij zijn getrouwd Jan 1642-Jan 1648, hij was toen 28 jaar oud.Bron 1
Kind(eren):
Jan Jansz Hoogenboom | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1648 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maeiken Jans Clapmutse |