Aart verkrijgt een akte van indemniteit in Nieuwland op23augustus 1782, doch verloren en opnieuw gegeven 7maart1785.
n.b.
In de 17de en 18de eeuw werd een niet gering deel vandebevolking permanent of tijdelijk bedeeld. Zo waren erveelseizoenarbeiders, die in de zomer genoeg verdiendenmaar inde winter nauwelijks konden rondkomen. Ook bejaardenhaddenhet moeilijk. Vele instellingen zoals de diaconieënofarmenkamers van de verschillende kerkelijke gemeentenenparochies, aalmoezenierskamers, gasthuizen enfondsenzorgden goed voor de inwoners van eigen stad ofdorp. Voorpersonen die van elders afkomstig waren bleven debeurzenmeestal gesloten.
Omdat men wilde voorkomen dat vreemdelingen ooit eenberoepop steunverlening zouden doen moesten zij, als zijnaar eennieuwe gemeente verhuisden, een documentkunnenoverhandigen van de diaconie of het gerecht van deplaatsvan herkomst dat deze de kosten vaneventuelesteunverlening zou betalen, meestal voor eenbepaaldeperiode.
Zo'n bewijs heet een akte van indemniteit, ook welborgbriefof ontlastbrief.
Het document werd tussen 1660 en 1820 gebruikt. In 1682kwameen wijziging op de borg van de indemniteit. Alsdearmlastige een jaar onder het nieuweplaatselijkearmbestuur was geplaatst, werd hij door dat'nieuwe'armbestuur, als dat nodig was, onderhouden.
De originele akten van indemniteit werdendestijdsingeschreven in het register van ontvangen aktenvanindemniteit en de akte zelf werd daarbij bewaard. Alsdepersoon of het gezin in kwestie een aantal jaren laterweerverhuisde, resp. vertrok naar een andere gemeente,kreeghij het origineel weer mee naar de volgende gemeente:hetwerd een soort verhuisdocument. Het kwam zelfs voor datbijeen volgende verhuizing een kopie werd meegegeven. Ditwerdgedaan om te voorkomen dat er weer aanspraak gedaanwerd opde zogenaamde plaatselijke armenkas.
De kleinere dorpen en gemeenten hadden een eigenregistervan indemniteit. In de steden deed men zoietsanders (voor1811 kon dat!). Daar werden namelijk registersaangelegddie genoemd stedelijke admissie-registers werdengenoemd.Men schreef geen akte van indemniteit uit als depersoonbehoorlijk bemiddeld was en ook niet voorseizoenarbeiders.
De akten van indemniteit en de registers worden bewaardinde archieven van de plaatselijke of kerkelijkeinstellingdie met de armenzorg was belast, dus in hetarchief van eengerecht (schepenbank) of van de kerk.
bouwman
Aartje Hendrikse Pensen van de Haa.
bij de doop
Hij is getrouwd met Hendrikje Cornelisze Oskam.
Zij zijn op 3 oktober 1783 te Giessen Nieuwkerk in ondertrouw gegaan.Bron 1
NG trouwboekZij zijn getrouwd oktober 1783 te Giessen Nieuwkerk, hij was toen 27 jaar oud.
Kind(eren):
Aart Jans Muilwijk | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1783 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hendrikje Cornelisze Oskam |