Zij is getrouwd met Jan Klinge.
Ze zijn in de kerk getrouwd op 4 april 1801 te Heemse, zij was toen 26 jaar oud.
Zij zijn getrouwd op 26 april 1801 te Heemse, zij was toen 26 jaar oud.Bron 2Jan Klinge, weduwnaar van Hermina Seinen, wonende te Radewijk
Kind(eren):
Doopregister Ned. Hervormde Kerk van Heemse:
"1774. pag 50: 2 october: Fennigjen, dochter van Jan Hendriksen en Fennigjen Gerritsen te Lutten."
Register van aanneming: "1795: Den 30 april aangenomen: Fennigjen Janssen, woonachtig op 't Hamhuis te Collendoorn."
Fennigjen trouwt op 26 april 1801 met Jan Klinge en gaat wonen in Baalder.
4 april 1801:Ondertrouw te Hardenbergh: Jan Klinge, weduwnaar van Hermina Seinen, geboortigh van en woonachtigh te Radewijk en Fennegien Hamhuis, jongedochter, geboortig te Lutten doch tans mede te Radewijk woonachtigh. Gecopuleerd ten Hardenbergh op den 26 april 1801 vide attest van Ds. Breman. Ouders van den Bruidegom: Jan Klinge en Janna Odink. Ouders van de Bruid: Jan Hamhuis en Fennegien Gerrits.
Hardenberg Den 4 April 1801. Scholtus J.G. Pruim. Keurnoten F. Bussemaker en R. Santman. Ondertrouwd Jan Klinge, weduwnaar van Hermina Seinen, geboortig van en woonachtigh te Radewijk, met Fennegien Hamhuis, Jongedochter, geboortig te Lutten doch thans mede te Radewijk woonachtigh. Ouders van de Bruidegom Jan Klinge en Janna Odink. Ouder van de Bruid Jan Hamhuis en Fennegien Gerrits. Gecopuleerd te Hardenbergh 26 april 1801. Vide Att. Ds. Peneman.
Blijkens een akte van 1820 van Jonkheer Jacob van Foreest te Heemse heeft het echtpaar en hypothecaire schuld bij de Jonkheer:
V. Declaratie van uit- en inschulden en comptante gelden (eerste vervolg):
- de hiervoren sub IV tituls en papieren onder nr. 4 vermelde hijpothecaire schuld van Jan Klinge en vrouwe Fennechien Hamhuis te Baalder ad f. 750,-
- de hiervooren sub IV onder nr. 5 vermelde hijpothecaire schuld van Jan Klinge en vrouwe voorschreeven ad f. 400,-
- de van denzelfde schuld op den twaalfden augustus laatstleden verschenen rhenten ad vier en een half procent, ten bedrage van f. 4,18½
In het jaar eenduizend achthonderd en twintigh, dingsdag den veertienden der maand november, des morgens ten negen uuren op den Huize en Goed Welgelegen, nr. 43 te Heemse, gemeente het Schoutambt Hardenbergh, kanton van dien naam, arrondissement Deventer, provincie Overijssel:
Acte van hijpothecatie, den negentienden der maand maij des jaars eenduizend achthonderd en zeven, door Jan Klinge en vrouwe Fenechien Hamhuis te Baalder, voor den heer Jan Godfried Pruim, Scholtus des kerspels Hardenbergh cum annexis verleden; waarbij dezelve, onder verband hunner door hunzelven bewoond en gebruikt wordende keutersteede te Baalder, bestaande in het woonhuis en ongeveer vier mudden zaaij-, gaarden- en groenland met een agtste gedeelte van eene volle whaare in de Hardenbergher en Baalder markte, bekennen oprecht en deugdelijk schuldig te zijn aan den hooggeboren gestrengen heer Christiaan Lodewijk grave van Rechteren tot Collendoorn, eene capitaale summa van f. 750 carolyguldens, rentende vier en een half procent.
Welke acte, voerende op een daartoe gehorend en geannecteerd suppletoire zegel de certificatie van inschrijving in het register van hijpotheecquen, deel een, numero driehonderd en twaalf in dato Deventer den zesden december eenduizend achthonderd en elf, door den ondergetekenden notaris gequoteerd en geparapheerd zijnde, is gebragt op deezen inventaris, onder numero vier.
Acte van hijpothecatie, den twee en twintigsten der maand november des jaars eenduizend achthonderd en zeven, door Jan Klinge en vrouwe Fennechien Hamhuis voormeld te Baalder, voor den heer Jan Godfried Pruim, Scholtus des kerspels Hardenbergh cum annexis verleeden; waarbij dezelve, onder verband van hun eigendommelijk een dagwerk hooijland in het Baalderhag en van één drie-vierde dagwerken hooijland, den Keuterbrink ten Velde, bekennen oprecht en deugdelijk schuldig te zijn aan den hooggeboren heer Christiaan Lodewijk grave van Rechteren tot Collendoorn, eene capitaale summa van vierhonderd carolijguldens, rentende vier en een half procent. Welke acte, voerende op derzelver ommestaande eenige bladzijde de certificatie van inschrijving in het register van hijpotheequen, deel een, numero driehonderd en elf, in dato Deventer den zesden december achttienhonderd en elf, door den ondergetekenden notaris gequoteerd en geparapheerd zijnde, is gebragt op dezen inventaris onder numero vijf.
Fennigje overlijdt op 15 juni 1840