Geloof: NG
Hij is begraven in de kerk in een graf samen met Engel van der Horst, zoon van Cornelis van der Horst en broer van zijn eerste vrouw. (M324, Archief Hervormde Gem. Amerongen).
(1) Hij is getrouwd met Margrieta van der Horst.
Zij zijn getrouwd op 17 maart 1715 te Amerongen (UT).
Kind(eren):
(2) Hij is getrouwd met Johanna van Damme.
Zij zijn op 7 oktober 1730 te Amerongen (UT) in ondertrouw gegaan.
Zij zijn getrouwd op 22 oktober 1730 te Amerongen (UT).(3) Hij is getrouwd met Willemijntje Teunissen.
bruid en bruidegom wonende in Amerongen
Zij zijn op 18 april 1732 te Amerongen (UT) in ondertrouw gegaan.Bron 2
Zij zijn getrouwd op 4 mei 1732 te Amerongen (UT).Bron 3Kind(eren):
Gerrit lidmaat NG Amerongen 31-3-1709, als lid vermeld in 1713, 1725, 1744. M301)
29-11-1714: Gerrit wordt met twee anderen gedaagd voor het gerecht, omdat zij agressie zouden hebben gepleegd. Gerrit ontkent dit en wordt vrijgesproken, mits hij zijn verklaring voor het volle gerecht onder ede herhaalt. Dit gebeurt. (Dorpsger. 121, M406)
6-2-1715: Gerridt de Ridder herinnert het Lekdijkscollege eraan dat hij zijn vader al 8 a 10 jaar "als dijkmeester was geadjungeerdt" zonder dat hij daaraan iets heeft verdiend. Hij verzoekt nu evenals zijn vader en dijkmeester Baers daarvoor f.50,- per jaar te krijgen. Men besluit de zaak te onderzoeken, brengt op 7-3-1715 rapport uit, constateert dat in de notulen van 1-4-1705 wordt vermeld dat hij bij afwezigheid van zijn vader diens plaats zal innemen en besluit dat hij vanaf heden (23-4-1715) per jaar 50 carolus guldens zal krijgen. (arch. Lekdijk Bovendams 27, f.36r., 40r., 48v., M403, 408)
Samen met Jan van Dam neemt hij op 11-2-1715 van zijn vader de pacht over van 't logysgelt en de tappers. Op 22-9-1718 is er sprake van een brouwerij en impost op 't gemael. Hij wordt genoemd als brouwer t/m 1729. (M337, 338, Politieboeken Amerongen)
Hij is kerkmeester van 1718-1731. (Arch. Herv. Gem. Amerongen, M324) Volgens klapper gerecht Amerongen: 1718, 1720-1724, 1727-1731. Volgens deze zelfde klapper is hij schepen in de jaren 1739, 1742, 1744, 1748 en 1751, en burgemeester in 1737-1738, 1740-1741, 1744, 1746, 1749, 1750, 1752.
Na het overlijden van zijn vader Jan Gerritsz. de Ridder verzoekt hij om diens ambt als dijkmeester te mogen overnemen. (Archief Lekdijk Bovendams 277, B210, M401) In een tweede brief stelt hij dat hij al adjunct-dijkmeester was sinds 1-4-1705, dat hij in 1735 (vergissing?, zie IIa) na het overlijden van zijn vader Jan de Ridder zelf dijkmeester is geworden en vraagt hij of zijn zoon Jan hem mag opvolgen, nu hij zelf te oud wordt. (niet gedateerd, zelfde archief, B209)
ALB 27, f.126r.-v.: het vierjarig weerdenhout staende in den rijsweert agter de Hulster Cribbe boven Wijk is ingeset bij Jacob Toll voor 90,-. trekgeld 1:10:0, gemeynt bij Gerrit de Ridder voor 270:0:0 ... Een ander vak weerdenhout en vierjarig wilgenhout is ingeste bij Pieter de Ridder voor 30:0:0 en gemeynt bij Gerrit de Ridder voor 50:0:0 (datum niet genoteerd, M408).
Memorie van verpagtinge der landerijen van 't convent van Maria Magdalena tot Wijck op den 17e sept. 1735 en 22 sept. 1742: Amerongen: 12 morgen G. de Ridder 12:-:-. (RAU, Archief 19 (Kleine kapittelen en kloosters), nr.1292-b, M410)
29-4-1737: transport van een huysinge etc. op Gerrit de Ridder en Jan van Dam (RAU, Dorpsgerechten Amerongen 144, f.161r.-v., B206).
1-7-1740: transport van een huysinge etc. op de gravinne van Athlone (B207, RAU, Dorpsgerechten Amerongen 144, f.213).
1743: transport van 10 1/2 morgen land op Gerrit de Ridder en Jan van Dam. (B208, Lekdijk Bovendams 30)
In 1743 wordt hij vermeld als bezittende 12 morgen land, in 1745 bezit hij 16 morgen en 10 1/2 morgen. (L.B. 1509, M405)
In de jaren 1737-1752 is hij afwisselend schepen en burgemeester (Politieboeken).
Boedelscheiding na zijn overlijden (M293-296, RAU, Dorpsgerechten Amerongen 145, f.272r.-v., 4-2-1762, M293).
ALB 1387 en 1664-1666 (M409, 411-412): briefjes aan dijkmeester en hoogheemraden d.d. 7-2-1726, 8-2-1726 (M 412), 6 en 7-2-1735, 8-1-1736, 6 en 7-1-1737 (M413), 21, 22, 24, 25, 26-1-1737, 28-2-1737, 14, 15 en 16-12-1737, 28-1-1738 (M412), 22-12-1738, 20, 21 en 22-1-1739, 22, 23, 25, 26, 27, 29-1-1739, 31-1-1739 (copie, M412), 3-2-1739, 11, 12, 13-2-1739, 24-2-1739 (M412), 25 en 26-2-1739 (copie), 27-2-1739, mei 1739, 4-7-1739, 31-7-1742 (met zegel, M411), 15-12-1742, 28-7-1747 (M409).
Gerrit de Ridder | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1715 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Margrieta van der Horst | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1730 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Johanna van Damme | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(3) 1732 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Willemijntje Teunissen |