Kind(eren):
Studeerde te Keulen, werd doctor in het kanonieke recht en doceerde deze wetenschap aan de universiteit aldaar. Later woonde hij te Hilvarenbeek, waar hij de eerste cantor was. De cantorij was een van de stichtingen van zijn oom heer Ghijsel Back. Meester Jan trad in diens voetsporen door zelf een altaar te fanderen te Hilvarenbeek, dat hij toewijdde
aan de heiligen Sebastiaan, Adriaan en Christoffel. In onderscheid met het Sebastiaanaltaar van de handboogschutters werd het het Sebastiaansaltaar van de tweede fundatie genoemd. Aangezien verschillende van zijn bloedverwanten beneficiant werden, moet het een familiestichting zijn geweest.