onderstaande notie is van Wil Schackmann schrijver van het boek
"de proefkoloie"
mooi makkelijk te lezen boek
waarin Wil verteld over het ontstaan van een nieuw dorp in drenthe -Frederiksoord-
WESTERVELD, Jan Cornelis
Spellingvariaties:
Westervelt
Levensdata:
18-01-1767 (Wirdum) - 18-12-1837 (Noordwolde)
Subcommissie:
Broek in Waterland
Aankomst:
29-10-1818
Hoevenr. (tot 1823)
Nr. 9, op de eerste linie.
Vorig beroep:
Geloof:
Hervormd
Echtgeno(o)t(e):
Vrouwtje Hendrikje Krul, 17-10-1776 (Haule) - 01-03-1858 (Noordwol de)
Kinderen:
- Cornelis, 01-07-1803
- Hendrik, 06-12-1805
- Elisabeth, 17-09-1807
- Gerrit, 27-05-1810 (Zuiderwoude)
- Trijntje, 04-06-1816
Op de kolonie geboren:
- Jan Jans, 29-12-1820
Overige huisgenoten:
Opmerkingen: - Ik heb contact met mensen die genealogisch onderzoek naar Westerveld gedaan hebben. Als je die wilt bereiken moet je mij mailen en dan stuur ik dat door.
- Uit die hoek komt ook de informatie dat hij als Jan Krijns van Slochteren in Groningen is geboren en later pas in Noord-Holland terechtgekomen en per 1811 de naam Westerveld aanneemt.
- Omdat er over hem niet met subcommissie gecorrespondeerd wordt is niet helemaal duidelijk onder wiens gezag hij geplaatst is. Vermoedelijk door de dorpscommissie Broek in Waterland, die viel onder de regionale commissie Monnickendam.
Koloniale carrière
Samengevat:
Succesvol kolonist, een van de eersten die een grote boerderij bij de Ommerschans krijgt. Daarna loopt het mis, want zo'n vrijboer' is niet echt vrij. In 1830 gaat hij met ontslag, één zoon keert terug op de kolonie als kolonist.
In het boek:
Bij naam op de bladzijden 9, 19-20, 211-213, 256, 265, 331, 332-353, 362, 382 en verder natuurlijk bij de beschreven gelegenheden waar alle kolonisten aanwezig zijn.
Fragmenten uit de archieven
Uit een brief van iemand (de schout?) uit Broek in Waterland aan de burgemeester van Monnikendam dd 5 juli 1818:
Broek 5 julij 1818
Geachte Neef!
Volgens afspraak kan ik UE berichten dat Jan Westerveld genegen is om met vrouw en kinderen naar de colonie te gaan, alzoo hij in die provincien is geboren en opgevoed en met de gesteldheid der gronden is bekend. Hij is oud 53 jaaren, nugter en bekwaam, verstaat de bouwe en boerderij, en zijn vrouw het spinnen; heeft vijf kinderen waar van de oudste is 14 en de jongste 2 jaaren.
Zoo UE mij van het een en ander betreffende deze colonie nog iets nader weet te berichten, zul ge hem verplichten.
Die de eer heeft te zijn,
UWEdW neef,
Klaas Bakker Harmensz.
De Westervelds horen tot de gezinnen die in de kazerne in Amsterdam worden opgevangen, zie de illustratie boek bladzij 32
Uit een brief van Benjamin dd 15 februari 1819: Al de greppen aan deze zeiden van de weg, die naar het grote gebouw en het Broek loopt, leggen geheel schuin. Zo dat Visser met zijn land achter zijn buurman Westervelt, deze achter Weender enzo voorts heen schiet.
Zie voor beloningen voor kolonisten augustus 1819, voor donaties watersnoodramp februari 1820, beoordelingsrapport door de directie juni 1820 en de jaarinkomen over 1820 de desbetreffende files.
Uit een brief van Benjamin dd 29 december 1819: Visser, Westerveld en beide de joden hebben de beste gronden gehad. Alleen Westerveld heeft in aardappelen, zijne huur geheel afbetaald.
Gezinsuitbreiding december 1820 Vledder, geboorteakte, 31 december 1820, aktenr. 35
Kind: Jan Westerveld, geboren te Frederiksoord (Vledder) op 29-12-1820, zoon van Jan Westerveld, beroep: arbeider; oud: 54 jaren, en Vrougje Hendriks Crul, oud: 43 jaren.
Volgens het stamboek Ommerschans betrekken de Westervelds op 13 augustus 1822 een boerderij daar.
Star van september 1822 over de Ommerschans-hoevenaars: De kolonisten harmeling en westerveld zijn reeds voor eenige dagen derwaarts vertrokken, en staan door tymes en arends te worden gevolgd.
Zoon Cornelis overlijdt in 1823.
Uit een brief van Wouter Visser dd 22 maart 1824 vanuit kolonie 1 in Frederiksoord over de vrijboeren:
De boer Meder is beschuldigd en door de Raad van Toezicht te Ommerschans overtuigd, van twee schepels aardappelen den Maatschappij toebehorende te hebben verkogt.
Ik heb gezegd dit ter kennis van de Permanente Kommissie te zullen brengen, zo als ik de eer heb bij deze te doen; waardoor hij en de overige, bijzonder Westerveld die mede onder verdenking van kwade trouw ligt, zeer bevreest geworden zijn van naar deze kolonie te worden teruggezonden en ik geloof derhalve dat dit reeds een gunstige uitwerking gedaan heeft.
Uit een brief van Wouter Visser dd 19 februari 1825:
Bij de buitenbewoners of boeren, bevinden zich meerder welke die Direktie niet dat vertrouwen durft schenken welke zij behoorden te bezitten, onder dezen is Westerveld de min bruikbaarste van allen, zelfs zodanig dat ik nodig geoordeeld heb, na genomen informatien hem op de hoeve thans door Steunenberg bewoond, en waar geen koren en weinig vee voorhanden is, over te plaatsen, en den laatste op de hoeve van Westerveld overtebrengen; terwijl ik verder gelast heb de tegen hem bestaande beschuldiging, door de Raad der Kolonie te doen onderzoeken, waarvan ik het resultaat ben wagtende, en het welk ik de eer zal hebben de Permanente Kommissie mede te deelen.
Op 2 maart 1825 stuurt de directie het verslag van de zitting van de Raad van Discipline in de kolonie N5, wegens de ingebragte beschuldigingen van den Heer Onderdirecteur en den wijkmeester Van Blanken omtrent de continueel slegte gedragingen en oneerlijkheid van den landbouwende kolonist J.C. Westerveld gehouden op den 17 february 1825'.
Daarbij ook een brief geschreven door Vrouwtje Krul (Jan Westerveld zelf kon niet schrijven) waarin zij zich verweert tegen de beschukligingen. Ze mogen op de kolonie blijven, maar zijn dus - zie hiervoor - wel al teruggezet' naar een minder goede hoeve.
Westerveld gaat met ontslag in 1830 en het gezin gaat niet zo ver van Frederiksoord af wonen, in Noordwolde, waar Vrouwtje Krul oorspronkelijk ook vandaam kwam, dus vermoedelijk bij familie.
Zoon Gerrit en zoon Jan Jans trouwen daar, zie voor het nageslacht van Jan Jans *hier, evenals dochter Elisabeth. Zij huwt een zoon van een Schiedamse kolonist.
Ook in de omgeving Noordwolde/Weststellingwerf overlijdt dochter Trijntje ongehuwd in 1840 en alleen zoon Hendrik zal op het kolonieterrein terugkeren. Hij krijgt verkering met een dochter van kolonist Pieter Brouwer. Die dochter, Beeltje, moet deserteren omdat ze zwanger is, maar in 1838 wordt het stel als kolonist in Frederiksoord geplaatst. Na troebels die hen jaren gevangenschap in de Ommerschans en later in Veenhuizen opleveren, worden ze in 1851 weer kolonist, nu in Willemsoord. Dan gaat het zo goed dat Hendrik Westerveld vrijboer wordt. Nakomelingen zullen tot 1963 in het koloniegebied wonen
*http://www.genealogieonline.nl/stamboom-grevinga/I102.php
Hij is getrouwd met vrouwtje hendrikje krul (crul).
Zij zijn getrouwd.
Kind(eren):
jan cornelis westerveld | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vrouwtje hendrikje krul (crul) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.