Hij heeft/had een relatie met Heilwich Henrick Knapen.
De relatie startte in het jaar 1395 te Oirschot, hij was toen 25 jaar oud.
Kind(eren):
Alias Heijmans van Luppen.
BP 1203 (Best) okt 1432 sept 1433 folio 5v
(Aerle)
Henrick, Jan, Willem, Luppert en Jacop zoons van wijlen Henrick Luppen van den Schoet
en van Heilwich dochter van Henrick Knapen en hun schoonbroer Dirck Jan Henrix soen van Aerle man van Bertha
BP 1216 (Best) okt 1445 sept 1446 folio 300v
(Aerle)
Henrick Henrick Luppensoen van den Scoet
Luppert Henrick Luppensoen
Dirck Jan Henrix van Aerle
Sch. v. O. d.d.: 12-5-1470 =================306====================
Kopnotitie : Vidimusakte te geven aan Jan Heijmans
Wij schepenenen van Oirschot verklaren dat we een brief hebben gezien voorzien van het Oirschots schependomszegel en nog geheel intact met de volgende inhoud :
Wij, Thomas van den Snepschuet, Diederick Jan Henricks, Mathijs Keijmps, Andries van de Laeck, Rutger van der Vloeten, Gerart Jan Heijlgenen en Goeswijn die Bruin, schepenen van Oirschot verklaren dat voor ons zijn verschenen Henrick, Jan, Willem enJacop, broers, verder Diederick Jan Henricks van Aerle als man van Berthen, zijnde allen kinderen van Heijmans van Luppen en hebben een deling gemaakt van het bezit dat ze hebben geerfd na de dood van genoemde Heijmans waarvan Heijlwich nog wel hetvruchtgebruik heeft.
Genoemde Jan krijgt een stuk beemd genoemd de Groetdonksbeemd, gelegen in Oirschot herdgang Aerle, b.p.de kinderen van Diederick van Aerle, de gemeijnte. Nog krijgt hij een chijns die zijn vader steeds heeft geheven van Korstijnen Willems en haar kinderen. Nog een chijns die men heft op de kinderen van Gielis Carijns, nog een pacht van 4 lopen rogge die zijn vader inde van de kinderen van Elias van de Papenvoort. Uit dit erfdeel moet hij jaarlijks 7 schillingen betalen, nog een hoen, nog 1/3e hoen en4 lopen gerst per jaar. Genoemde Willem, Jacop en Diederick doen afstand van enige aanspraken ten gunste van genoemde Jan Heijmans, Indien er meer lasten op zouden drukken dan zullen ze die samen betalen etc., De brief is van 23 april 1454.
Hierbij is verschenen Dirck Goessen Neven onze collega-schepen en belooft dat hij de principale brief hiervan steeds aan Jan Heijmans zal overhandigen zo vaak als die de brief nodig heeft om zijn vorderingen daarmee te kunnen innen. Als dat gebeurd is moet Jan de brief weer onbeschadigd teruggeven aan genoemde Dirck. Datum 12 mei 1470, getuigen Catwijk en Gerit Huijskens.
Henrick Luppert van der Schoet | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1395 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Heilwich Henrick Knapen |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.