Stamboom Goossens x Van der Heijden » Gerlack Peter Jan Lauwereijssen (1485-< 1545)

Persoonlijke gegevens Gerlack Peter Jan Lauwereijssen 


Gezin van Gerlack Peter Jan Lauwereijssen

Hij heeft/had een relatie met Yken Willem Henrick van der Vleuten.

De relatie startte in het jaar 1510 te Oirschot, hij was toen 25 jaar oud.


Kind(eren):



Notities over Gerlack Peter Jan Lauwereijssen

Achternaam ook Wreijssen of Vreijssen. Ook toevoeging van Oerle.!!
Is brouwer zoals uit onderstaande blijkt.

[Nederlandse Genealogische Vereniging, afd. Kempen- en Peelland, jrg. 15, nr. 3, 9-2007, blz 63-67,
Ingezonden: dhr. A.C.M. Neggers, Langakker 29, 5283 TE Boxtel,
http://www.ngv.nl/wwwKPL/downloads/tijdschrift-09-2007.pdf,
OIRSCHOTSE BROUWERS en BIERVERKOPERS in 1527,
Op 17 februari 1525 melden zich in totaal twintig bierbrouwers- en verkopers bij de schepenen van Oirschot, vijf dagen later gevolgd door nog eens vijf en op 24 februari nog eens twee collega’s
Zij verlenen allen samen procuratie aan Thomas Hoppenbrouwers, stadhouder van de schout Kempenland, en aan Ansem Jacobs van Lievelt en Geraert Jan Henricks, om namens hen te procederen voor de heer kanselier van de Raad van Brabant in Brussel. De brouwers verweren zich tegen een eis die de heer van Oirschot, jonker Henrick van Merode, en zijn stadhouder Jan Jansen van Vlierden bij zondagse proclamatie hebben ingediend tegen de brouwers en bierverkopers van Oirschot. Het geschil betreft het gruitrecht, een belasting op bier, waarvan de heer van Oirschot meent dat hij die binnen de heerlijkheid mag heffen op elk brouwsel.
Gruit (of: Gruut) bestond uit de gedroogde bloemen van de gagel (Myrtus Brabantica) waaraan bijvoorbeeld salie, laurier en dennehars werden toegevoegd. Het werd bij het brouwen gebruikt om het bier een kruidige smaak te geven. Het gruitrecht vormde voor de adelijke stand van het hertogdom Brabant een aantrekkelijke bron van inkomsten. Het bier was in de late middeleeuwen volksdrank nummer 1. Door de beperkte productietechnieken kon het niet volledig vergisten, waardoor het relatief weinig alcohol en veel voedingsstoffen (vooral suikers) bevatte. En omdat bier gebrouwen werd van gekookt water, bevatte het minder ziektekiemen dan gewoon drinkwater. Bier was dus voedzaam en gezond. Zelfs kinderen dronken bier.
De Oirschotse brouwers en bierverkopers die in 1527 zich tegen de claim van de heer van Oirschot verweren zijn alfabetisch op voornaam, opgesomd. Op blz 66 staat GEERLACK PETERS (LAUREIJS) (noot 18),
noot 18: (18) Getrouwd met IJke Willem van der Vleuten, de zus van Goijaert Willems van derVleuten.

RA129A1519 Oirschot dd 30-01-1519, regest 029 bewerking Jan Toirkens
Eerder had GEERLICK Peters aan Willem Henricks van der Vloeten een huis, tuin etc. verkocht dat hij zelf had gekocht van Willem Jacops, gelegen in herdgang Naastenbest, b.p. Beertram Jans van den Spijker, de gemeijnte, Willem op zijn beurt nu verkoopt dat bezit weer terug aan genoemde Geerlick. Nadat dit is gebeurd draagt Geerlick Peters aan Willem Henricks van der Vloeten een jaarlijkse pacht over van twee mud rogge als HUWELIJKSE voorwaarde-afspraak, welke pacht Willem en diens dochter IKEN aan Geerlick had beloofd. Geerlick verklaart daarvoor nu te zijn voldaan.
Die twee mud rogge draagt Geerlick aan Willem over voor een jaarlijkse rente van 4 en een halve gulden die Willem jaarlijks op onderpand van het genoemde huis betaalde en welk huis Willem vandaag aan Geerlick heeft overgedragen. Verder is afspraak dat Geerlick als echtgenoot gewoon zal meeparten in het bezit dat Willem en Lisbeth zullen nalaten, maar Geerlick moet dan wel die 2 mud rogge weer inbrengen in de erfenis of het zal worden ingehouden op zijn erfdeel. Datum 30 januari 1519, getuigenBeertken en Beeck.

RA129B1524 Oirschot dd 28-01-1524, regest 047 en 048 bewerking Jan Toirkens
GEERLICK Peters belooft om voortaan aan Goosen Schepens ten behoeve van hem en ten behoeve van de erfgenamen van Aert Schepens die een jaarlijkse rente van 2 guldenb te gaan betalen, steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van het erfdeel dat hij en zijn vrouw heeft geerfd na de dood van Willem Henricks (van der Vleuten), zijnde zijn schoonvader of nog zal erven van zijn schoonmoeder. Datum 28 januari 1524, getuigen Egidius Hoppenbrouwers en Lulsdonk.
=================048====================,
De rente uit de vorige akte is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag tegen betaling van 36 rijnsguldens, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd. Actum als boven.

RA129B1524 dd Oirschot, regest 272 bewerking Jan Toirkens,
fragment: Genoemde Goessen krijgt een jaarlijkse rente te ontvangen van Gerard Pauwels die in Vessem woont, nog een rente van 2 rijnsguldens te ontvangen van GEERLICK Peter Wreijssen, nog een rente van anderhalve rijnsgulden te ontvangen van Goijaert Jan Gijben Hoppenbrouwers, nog de helft van een rente van anderhalve rijnsguldens per jaar te ontvangen van Dirck Jan Timmermans.

Sch. v. O. d.d.: 7-3-1534 =================136====================

Jan Goijaerts van den Maerselaer heeft beloofd om aan Jan Hacken, die daarvan het vruchtgebruik krijgt en Mathijs, Elisabeth en Jan diens minderjarige wettige kinderen verwekt bij wijlen diens vrouw Stijnen dochter van Goijaert Jacop Keijmps, daarvan het erfrecht, die voortaan een jaarlijkse rente van 20 stuivers te gaan betalen, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag, op onderpand van een huis, tuin, grond etc. groot ca. een lopenzaad, gelegenin Oirschot herdgang Naastenbest, b.p. Henrik van der Vloet, Jan Thijssen, de gemeenschapppelijke straat daar, Jacop Coppens (Keijmps, JT), Genoemde Jan Goijaerts en met hem zijn vader Goijaert en Geerlack Peter Lauwreijsssen van Oerle (Zon/Breugel, JT) beloven de rente te zullen betalen op onderpand van hun persoon en bezit.
De rente is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag, hetzijn in een keer danwel in twee keer met in totaal 16 gouden Karolusguldens. Datum 7 maart 1534, getuigen Meijen en Peter.

Sch. v.O. d.d.: 30-8-1541 =================341+2=======================

Geerlick Peter Laureijssen en Goijaert van den Maerselaer namens Peter, Dirck en Aleijt, wettige minderjarige kinderen van Jan Goijaerts
In marge :Een exemplaar wordt gegeven aan de koper en een aan de verkopers.
van den Maerselaer verwekt bij deze Jan en bij wijlen Marien wettige dochter van Geerlicks Peter Laureijsen, verkopen hierbij een huis, tuin, grond etc. zoals is beschreven in de voorgaande akte, en dat deze minderjarige kinderen hebben geerfd bij de dood van hun moeder Marien en waarvoor deze Jan Goijaerts van den Maerselaer afstand van zijn recht van vruchtgebruik heeft gedaan. Jan zelf had het bezit op zijn beurt verkregen van Herman zoon van wijlen Dircks van der Schueren conform een schepenbrief van Oirschot en het bezit wordt nu verkocht aan Lambert Dirck van der Heijden. De verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, behalve een jaarlijkse rente van 20 stuivers aan de kinderen van Jan Haecks, nog een jaarrente van 10 stuivers aan Katalijn Willem Simons. De koper zal deze lasten met ingang van Maria Lichtmisdag over een jaar gaan betalen en de koper belooft zulks zodanig te doen dat ds verkopers daarvoor gevrijwaard blijven. Datum en getuigen als boven.
Lambert Dirck van der Heijden heeft als schuldenaar beloofd om aan Geerlacken Peter Laureijssen en aan Goijaerden van den Maerselaer ten behoeve van Peter, Dirck en Aleijt, wettige minderjarige kinderen van genoemde Jan Goijaerts van den Maerselaer die een bedrag van 13 gulden te zullen gaan betalen per a.s.Maria Lichtmisdag
zonder rente danwel per a.s. Maria Lichtmisdag over een jaar samen met de rente tegen de penning zestien. Datum en getuigen als boven.

RA135b1545 Oirschot dd 13-01-1545, regest 024 bewerking Jan Toirkens,
Henrick en Willem, kinderen van GEERLICK Peter Lauwereijssen en Jan Dirck Gooriszoon als man van Heijlwigen dochter van genoemde Geerlijck hebben aan Willem Goijaert Aelbrechts een stuk beemd verkocht genoemd de Baenrijt, gelegen in Oirschot herdgang Verrenbest, groot c. 3 lopenzaad, b.p. Mathijs Weijtkens, het erf van de koper. De verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, behalve anderhalve stuiver per jaar grondchijns aan de hertog van Brabant. Hierbij is ook aanwezig Goijaert Henricks van den Maerselaer als aangestelde voogd over de minderjarige kinderen van Jan Goijaerts van den Maerslaer die zijn verwekt bij Maria wettige dochter van genoemde Geerlijck Peter Lauwerijssen. Hij zal er als voogd voor zorgen dat zodra deze kinderen meerderjarig zijn geworden dat ze dan alsnog afstand van hun erfrecht zullen doen en wel ten behoeve van Willem Goijaert Aelbrechts voor wat betreft hun aandeel daarbij. Datum en getuigen als boven.

RA138b1559 Oirschot dd 13-06-1559, regest 260 bewerking Jan Toirkens
Peter en Dirck, broers en Aleijt met Cornelis Goijaerts van den Maerselaer haar voogd, allen kinderen van wijlen Jan Goijaerts van den Maerselaer verwekt bij Marieken dochter GEERLICK Peters diens vrouw, verder Jacop Peters als voogd van Marieken dochter van wijlen Jan Gooris verwekt bij Heijlwich dochter van Geerlick Peters, Aert Roelof Backs als voogd van Willemken minderjarig kind van wijlen Willem Geerlicks en nog Henrick Ruth Sbrouwers als voogd over Lijsken en Merieken minderjarige kinderen van wijlen Henrick Geerlicks, hebben een boedelverdeling gemaakt inzake het bezit dat ze hebben geerfd bij de dood van genoemde GEERLICK Peters en wijlen diens vrouw IJKEN.
Bij deze verdeling krijgen Peter, Dirk en Aleijt als kinderen van Jan Goijaerts van den Maerselaer samen een beemd gelegen in Oirschot herdgang Aerle, genoemd den Verd...., b.p. de kinderen van Dirck Coppen, Emmert Scepens en meer anderen, Geerits van Best, de gemeijnte. Hieruit moet jaarlijks een rente van 12 stuivers worden betaald aan de erfgenamen van Rutger Beelaerts, nog twee gulden per jaar aan de kinderen van Jan die Hoppenbrouwer, nog een gulden per jaar aan de kinderen van Geerits die Hoppenbrouwer, nog de grondchijns.
In marge :
Vandaag op 3 februari 1562 heeft Gerit Hoppenbrouwers namens zijn twee nakinderen verklaard dat Peter Janssen van den Maerselaer aan hem de rente van een gulden per jaar heeft afgelost die aan de in deze akte genoemde kinderen was beloofd. Hij geefthiervoor kwijting en heeft dit zelf ondertekend, getekend Gerart Hoppenbrouwer, R. van der Ameijden.
Bij deze verdeling krijgt Jacop Peters namens Marieke dochter van wijlen Jan Gooris een akker genoemd den Hoogen Akker, gelegen in Oirschot herdgang Naastenbest, b.p. de kinderen van Leenaert Hermans, Marie Ketelbueters en meer anderen, Leenaert Jacops en meer anderen, de kinderen van Adriaens die Harnismaker. Hieruit moet jaarlijks 6 gulden worden betaald aan de erfgenamen van Ariens Colen, die aflosbaar is en verder de grondchijns.
Bij deze verdeling krijgt Aerden Roelof Backs als voogd van genoemde Willemken zoon van Willem Geerlicks een huis, tuin etc. gelegen in Oirschot herdgang Naastenbest, b.p. de kinderen van Michiel Thonis, de gemeijnte. Verder krijgt hij een akker genoemd de Waterlaet, ter zelfder plaatse gelegen, b.p. de kinderen van Joost Michiels, de kinderen van Ariens die Harnismaker.
Verder krijgt hij nog een weiland genoemd Tsonderen, ter zelfder plaatse gelegen, b.p. Geerlicks Hoppenbrouwer, de kinderen van Rutger die Brouwer, de kinderen van Goijaert die Brouwer, de H. Geestbeemd. Uit dit erfdeel moet jaarlijks een Bosch mudde rogge worden betaald en in Den Bosch ook geleverd worden zoals dat gebruikelijk is, nog 2 gulden per jaar aan de St. Odulphuskerk, nog een gulden per jaar aan Barbara Niclaes Houtlocks, nog 4 gulden per jaar aan de kinderen van Cathalijn Vrancken, nog 3 gulden per jaar aan de erfgenamen van Geverts van Ostaden en verder nog de grondchijns.
Bij deze verdeling krijgt Henrick Ruth Brouwers namens de kinderen van Henrick Geerlicks een akker genoemd de Schoobraecke, gelegen in Oirschot herdgang Naastenbest, b.p. Jacop Philips van de Schoot, de kinderen van Gijsbrecht Peters, Joerden Vervloet, de gemeenschappelijke hofstede ( of steegd = pad ? ). Uit dit erfdeel moeten jaarlijks 9 zesters rogge, Bossche maat worden betaald aan de H. Geest in Den Bosch, verder nog de grondchijns.
Genoemde erfgenamen beloven elkaar deze boedelverdeling altijd gestand te zullen doen en ook dat ieder de lasten op het eigen erfdeel zodanig zal betalen dat de andere erfgenamen daarvoor gevrijwaard blijven. Indien er op iemands erfdeel meer lastenzouden blijken te drukken danzullen ze die voor gemeenschappelijke rekening nemen. Datum 13 juni 1559, getuigen Crom en Heijden die het aandroegen.

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Gerlack Peter Jan Lauwereijssen?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Gerlack Peter Jan Lauwereijssen

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

  • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
  • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
  • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).



Visualiseer een andere verwantschap

De getoonde gegevens hebben geen bronnen.

Over de familienaam Lauwereijssen


Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
M. Goossens, "Stamboom Goossens x Van der Heijden", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-goossens-van-der-heijden/I30721.php : benaderd 12 mei 2024), "Gerlack Peter Jan Lauwereijssen (1485-< 1545)".