Reünieboek Weijers
In eerste instantie wonen Mia en Math in de Kakert (Schaesberg). In 1955 verhuist het gezin naar Molenberg (Heerlen) en in 1959 naar de Seringenstraat in de Passart-Zuid (Heerlen, vlak bij Hoensbroek). In 1997 verhuist hij en zijn echtgenote terug naar het oude centrum van Schaesberg aan de Banebergpassage.
Aangever Hednrika Johanna Maria Pals
Datum: om 00.15 uur
Plaats: in het Atrium-ziekenhuis
Hij is getrouwd met Maria Anna Hubertina Collong.Bron 4
Zij zijn getrouwd op 17 september 1952 te Schaesberg, Limburg, Nederland , hij was toen 28 jaar oud.Bronnen 1, 8, 12
Zij zijn getrouwd op 8 augustus 1953 te Schaesberg, Limburg, Nederland , hij was toen 29 jaar oud.Bronnen 2, 8, 12Geloof: Rooms Katholiek
Plaats: St. Petrus en Pauluskerk
Kind(eren):
Jan Mathijs volgt aanvankelijk, evenals zijn oudere broer, het klein seminarie van de paters Montfortanen te Schimmert als voorbereiding voor een priesterstudie. Hierna ging hij naar het groot seminarie te Oirschot, maar uiteindelijk besloot hij geen priester (missionaris) te worden, en werd ondergronder op de staatsmijn Wilhelmina en volgde de opleiding tot mijnopzichter op de mijnschool Te Heerlen. Math voelde zich sterk aangetrokken tot de vakbeweging. Hij verliet de mijnschool en studeerde aan het A.C. de Bruyn-instituut te Driebergen (Sociale Academie). Na deze studie met een diploma te hebben afgesloten, werd hij 1 januari 1951 benoemd tot districtspropagandist van de NKMB en leider van het vormingswerk onder de jonge katholieke georganiseerde mijnwerkers. Op 1 januari 1955 werd hij lid van het dagelijks bestuur van de bond. Eerst als secretaris en korte tijd ook als voorzitter. Ook had hij een werkzaam aandeel in de omzetting van de Katholieke Arbeidersbeweging in het Nederlands Katholiek Vakverbond en was tijdens de opheffing van het KAB-Limburg, tijdelijk secretaris van deze organisatie. In die tijd was hij ook buiten het NKMB actief werkzaam; zo is hij o.a. lid van stichting Katholiek Vormings- en Gesprekscentrum Limburg, het bedrijfsapostolaat van het bisdom Roermond en het provinciaal contactorgaan voor de herindustrialisatie. Op 2 maart 1967 wordt hij benoemd tot vice-voorzitter van het NKMB. Later wordt hij regio-voorzitter van het NKV en is hij lid van de beleidsraad van het LIOF. In 1975 wordt hij bovendien voorzitter van het algemeen bestuur van het AMF. In maart 1976 stapt hij als vakbondsman van het NKV op omdat hij zich niet kan verenigen met de centrale raad van het NKV die een intentieverklaring voor intensievere samenwerking, en mogelijke fusie aan te gaan met de industriebond NNV. Voor Math was de confesionele inslag van de bond een principieel punt. Er volgt een eervol ontslag, en Math ontvangt wachtgeld. Na enige tijd gaat hij met de VUT en besteed zijn tijd aan commissariaten en besturen; waaronder het bejaardentehuis Douvenrade, het Radboudziekenhuis in Nijmegen (als bestuurslid van september 1968 tot oktober 1986; hij bedankt voor deze functie vanwege zijn etheische opvattingen omtrent abortus provocatus), het Sociaal Historisch Centrum Limburg, het Bureau Sociale Begeleding te Heerlen en het kerkbestuur van de opgeheven parochie St. Paulus in Passart-de Wieër. Daarnaast bleef hij tot vrijwel aan het einde van zijn leven met bijbel- en filosofiestudie. Hij was ridder in de kerkelijke orde van St. Gregorius vanwege zijn verdiensten voor de kerk.
Jan Mathijs was een stille man, dit kwam niet zo zeer uit verlegenheid, maar vooral uit bescheidenheid voort, en met name ook omdat hij een goede luisteraar en denker was; uren kon hij over een één enkel zin nadenken. Als gevolg daarvan kwam dan vaak bij hem filosofische spreuken naar voren, waarvan hij er vele op papier heeft gezet. Tijdens gesprekken hoorde je hem lange tijd niet, maar als hij dan wat zei, was het altijd zeer verhelderend voor de discussie die gevoerd werd. Zijn antwoorden waar kort en bondig, maar in mijn ogen oh zo wijs! Jan Mathijs stierf nadat hij reeds jaren sukkelde met zijn gezondheid. Hij was reeds tientallen jaren hartpatiënt; echter de laatste 6 jaren van zijn leven kreeg hij er ook daadwerkelijk meer last van; ziekenhuisopname volgden elkaar steeds sneller op. Steeds vaker was hij ondervoed en uitgedroogd, omdat hij ook geen eten meer kon binnenhouden. Ook longontstekingen kwamen steeds vaker voor. Uiteindelijk sliep hij in de vroege morgen van die derde juni in 2004 in alle rust in, nadat hij enige uren van te voren tegen zijn vrouw Mia, dochter Elleke en kleindochter Bente tijdens het bezoekuur zei: "zullen we maar een einde aan het bezoekuur maken, ik ben zo moe!".
Jan Mathijs Weijers | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1952 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maria Anna Hubertina Collong |
Van de kinderen, aangetrouwde en kleinkinderen werden alleen de voornamen genoemd
kopie van orgineel in digitaal archief
Een kopie van de akte van overlijden bevindt zich in mijn privébezit.