(1) Hij is getrouwd met Aecht.
Op 13-01-1650 (140,185) Akte huwelijkse voorwaarden gepasseerd te Alkmaar
Zij zijn getrouwd in het jaar 1650.
Kind(eren):
(2) Hij is getrouwd met Maritje.
Op 19 december 1686 passeren te Alkmaar twee notariële akten; in de eerste akte worden de moederlijke erfdelen geregeld, in de tweede akte worden de huwelijkse voorwaarden opgemaakt.
Dit is het derde huwelijk van Simon Pietersz
Zij zijn getrouwd in het jaar 1686.
(3) Hij had een relatie met Ariaen.
Kind(eren):
Simon Pietersz is de enige van de genoemde kinderen, van wie een directe aantekening bestaat, dat hij een zoon is van Pieter Woutersz Korver.
Hij woont in de banne van Oterleek en trouwt in 1650 met Aecht Jacobs uit Hensbroek, de dochter van de weduwe Dieuwer Allerts, blijkens de akte van huwelijkse voorwaarden te Alkmaar gepasseerd op 13 januari 1650 (140,185).
Hij wordt dan geassisteerd door zijn vader alsmede door zijn neef Mattheus Kinneman, lakenkoopman te Alkmaar, die getrouwd is met Cornelia Corver.
Na het overlijden van zijn vrouw trouwt Simon Pietersz ten tweede male met Ariaen Claes en tenslotte voor de derde maal met Maritje Cornelis in 1686.
Op 19 december 1686 passeren te Alkmaar twee notariële akten; in de eerste akte worden de moederlijke erfdelen geregeld, in de tweede akte worden de huwelijkse voorwaarden opgemaakt.
Blijkens deze akten heeft Simon Pietersz uit zijn eerste huwelijk 5 kinderen: Marijtje, Dirk, Dieuwer, Pieter en Adriaen; uit zijn tweede huwelijk nog een zoon Jacob.
Bij zijn eerste huwelijk bracht hij een kapitaal van 7680 mee, alsmede nog 'de gerechte geltsom van een stuck lants' de Oosterweer, groot 3 deijme en 30 roeden, gelegen op de Noorddijk in de banne van Ursem, afkomstig van zijn grootvader (bestevaer); zijn bruid bracht nog eens 700 mede als haar vaderlijk erfdeel.
Op 20-9-1673 (inv 2109,174) assisteert hij als oom, de kinderen van zijn overleden zuster Jannetje Pieters, als Cornelis Jansz Steen als vader het moederlijk erfdeel aan hen bewijst.
Op 3-1-1680 is hij mede-erfgenaam van de nalatenschap van zijn neef Pieter Dirksz Korver en treedt hij op als medevoogd over de kinderen van zijn zuster Jannetje Pieters.
Op 16-12-1681 koopt hij een half stuk land, genaamd 'De grote weijd' in de banne van Oterleek, de helft van 3 morgen oftewel 900 roeden, als voldoening van een lopende lening a 500 met de rente a 50.
Hij woont dan in de bedijkte Schermer aan de Schermerhornervaart.
Wanneer hij overleden is, is ook bij benadering niet bekend.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.