Eygelshoven (Eygelshovens: Egelze, Kerkraads: Ejelser) is een dorp in het zuidoosten van de provincie Limburg (Nederland) dat behoort tot de gemeente Kerkrade.
Eygelshoven is gelegen in een zeer verstedelijkt gebied, maar de plaats heeft een dorps karakter weten te behouden, met een eigen Limburgs dialect: het Egelzer plat, dat zich duidelijk onderscheidt van het Kerkraads. Eygelshoven kreeg vanaf tweede helft vorige eeuw - naast delfstofwinningsplek - ook naamsbekendheid door de grote weekmarkt, die er nog steeds iedere week op zaterdag wordt gehouden. De markt trekt door zijn aanbod niet alleen mensen uit de wijde omtrek aan maar ook belangstellenden van ver daarbuiten, inclusief kopers uit het Nederlands/Duits grensgebied. Door twee wegen is de bebouwing van Eygelshoven bijna vergroeid met die van de Kerkraadse wijken Chevremont en Haanrade, verschillende bossen vormen tussen deze gebieden een natuurlijke grens. Het dorp ligt aan de noordelijke zijde van Kerkrade en vlak tegen de Duitse grens, die hier gevormd wordt door de rivier de Worm. Het Wormdal is een bosrijk natuurgebied. Een ander natuurgebied bij Eygelshoven is de Groene Long, een uitgestrekte groene vallei met een aantal vijvers en stuwmeer die samen Cranenweyer worden genoemd. Een derde, ook aan de zuidkant grenzend, natuurgebied is het Strijthagerbeekdal, compleet met watermolen, visvijvers en kasteel.
Geschiedenis & mijnbouwverleden
Het dorp wordt in 1131 voor het eerst officieel vermeld als Eigelsowen in de Annales Rodenses, een kroniek van de abdij Kloosterrade (Rolduc). Verschillende Romeinse vondsten, bij o.a. de voormalige bruinkool- en turfafgraving Holtskuil, hebben aangetoond dat het gebied echter al aan het begin van de jaartelling bewoond moet zijn geweest. De enclave Eygelshoven behoorde in de bestuurlijke lappendeken die vreemde heersers en mogendheden eeuwenlang in zuidelijke contreien achterlieten lange tijd tot een kleine heerlijkheid, die onderdeel was van het hertogdom Jülich (Gulik). Begin negentiende eeuw, na de annexatie door Napoleon, viel Eygelshoven onder het Département de la Roer (hoofdstad Aken). Pas na de Franse tijd, in 1815 bij het Congres van Wenen, werd Eygelshoven definitief toegewezen aan Nederland.
Van oorsprong is Eygelshoven een kleine gemeente waarin landbouw het hoofdmiddel van bestaan vormde, aangevuld door een bescheiden vorm van handel en plaatselijk ambachtswerk. Duitse (mijn)ingenieurs zouden dat beeld vanaf eind negentiende eeuw ingrijpend veranderen. In 1870 voerden de uit Herzogenrath afkomstige molenaar Anton Wackers en zijn zwager Gustav Schümmer proefboringen uit naar steenkool bij het plaatsje, nadat er al een aantal jaren eerder een steenkoollaag was aangetroffen. Deze ontdekking in een economisch sterk achtergebleven gebied leidde tot de oprichting van de concessie Laura, vernoemd naar Wackers' echtgenote, een exploratievergunning die korte tijd later met de belangen van een naburige concessiehouder werd samengevoegd tot Laura en Vereeniging. In 1901 werd de eerste schacht van de mijn Laura aangelegd, het jaar daarna een tweede. Al snel werd duidelijk dat de ondergrondse Feldbiss-breuk, die dwars door Limburg loopt, een geologisch obstakel vormde voor de kolenmijn om ook het terrein ten noorden van het dal in het dorp te ontginnen. Daardoor kwam in dit gebied een tweede particuliere mijn tot stand, de Julia, die in 1926 in productie ging en tot aan haar sluiting in december 1974 gold als 'de jongste en modernste kolenmijn van Europa'.
De mijnbouw vereiste veel arbeidskrachten; die moesten uit het hele land en Oost- en Zuid-Europa worden gehaald. Dit zorgde voor een explosieve stijging van de bevolking in de streek, waardoor ook het dorp in razend tempo groeide. In de eerste helft van de 20e eeuw is het aantal inwoners van Eygelshoven vertienvoudigd. Aanvankelijk werden de mijnwerkers en hun families ondergebracht in 'kolonies' buiten de dorpen, maar deze woonkolonie-kernen raakten in de loop der tijd steeds meer met elkaar versmolten. De mijnsluitingen in de tweede helft van de 20ste eeuw zorgden overal voor een klap, een groot deel van de bevolking kwam hierdoor zonder werk te zitten. Van de twee mijnen in Eygelshoven werd de Laura als eerste gesloten in 1968, de Julia in 1974, en daarmee ging tevens de allerlaatste steenkoolmijn van Nederland dicht. Het terrein van de Julia is thans ingericht als industrieterrein, dat van oudere voormalige zustermijn Laura is nu een woonbuurt. Op de beginperiode na, kwam het kapitaal dat Eygelshoven lange tijd welvaart en industriële bloei bezorgde uit 'vreemde' handen: de aandeelhouders zaten te Brussel, bij de Société Générale de Belgique, een industrieel conglomeraat waaruit o.a. de eind 2008 teloorgegane bankverzekeraar Fortis voortkwam. 'De Generale' - aanvankelijk opgericht door koning Willem I der Nederlanden - verdiende in de 19de eeuw al geld met investeringen in de mijnbouw van de Belgische Congo. De Generale Bank was opgericht door de Generale Maatschappij van België en deze ‘moederholding’ was niet zomaar een bedrijf. De Generale Maatschappij zat in geld, energie, staal en werd ook wel de vierde macht van België genoemd.
De steenkool van Eygelshoven, dat op 120 meter boven NAP ligt, zat tot op winbare diepten van ca. 700 meter in de ondergrond. De lagen brandstof zijn daar ontstaan tijdens het Carboon, een geologisch tijdvak nu ruim 300 miljoen jaren geleden. Het zeeniveau was toen relatief hoog en grote delen van West-Europa waren bedekt met moerassen, vol afgestorven plantenresten, die onder druk omgevormd werden tot de huidige ondergrondse steenkolenvoorraden. Laura en Vereeniging heeft met vier mijnschachten op twee mijnlocaties in nog geen driekwart eeuw bijna 64 miljoen ton steenkool uit de Eygelshovense bodem gehaald. De totale productiecijfers zijn: mijn Laura 31.885.000 ton (gedolven in de periode 1905-1968), mijn Julia 31.963.000 ton (1926-1974).
Opheffing
Eygelshoven werd bij de herindeling van 31 december 1981 als zelfstandige gemeente opgeheven. Het kwam grotendeels bij de nieuwe gemeente Kerkrade (enkele hectares werden gevoegd bij de aangrenzende nieuwe gemeente Landgraaf). Destijds was het bij bestuurlijke herindelingen een tendens om kleinere aaneengegroeide woonplaatsen in te delen als wijken van een stad. Dat geschiedde ook in Eygelshoven, dat na de gemeentelijke herindeling met omliggende buurten de wijk Kerkrade-Noord vormde. Sinds 2005 verschijnen er echter weer nieuwe officiële blauwe plaatsnaamborden met "Eygelshoven" bij de invalswegen van het dorp.
De plaatsnaamborden waren aanvankelijk verkeerd, met de Nederlandse plaatsnaam gespeld als "Eijgelshoven" en de Limburgse als "Egelse". "Eijgelshoven" (met lange-ij) was voor 1982 wel de juiste spellingswijze.
82 jaar oud
Marinus Willem Thomson |
Toegevoegd via een Smart Match
Stambomen op MyHeritage
Familiesite: Van der Burg-Jongbloed Web Site
Familiestamboom: 131129831-6