Stamboom Holman » Bartholomeus (Meeus) Mathijs van Beerwinckel (< 1440-> 1496)

Persoonlijke gegevens Bartholomeus (Meeus) Mathijs van Beerwinckel 

• Hij is geboren voor 1440 in Oirschot, Noord-Brabant.
• Hij is overleden na 28 mei 1496 in Oirschot, Noord-Brabant.
• Een kind van Mathijs van Beerwinckel
• Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 11 januari 2014.

Gezin van Bartholomeus (Meeus) Mathijs van Beerwinckel

(1) Hij had een relatie met Femya dr Jan Jan van Hoerne.

De relatie startte

Kind(eren):

1. Mathijs Bartholomeus van Beerwinckel  < 1410-< 1477 
2. Katalijn Bartholomeus van Beerwinckel  ????-> 1540

(2) Hij is getrouwd met Hillegonde Wouter Gerit van der Capellen.

Zij zijn getrouwd voor 28 februari 1464.

Notities over Bartholomeus (Meeus) Mathijs van Beerwinckel

=================050====================
Verschenen is Bartholomeus van Beerwinkel en heeft beloofd aan Jan Henrick everaerts van der Heijden ten zijnen behoeve en ten behoeve van diens vrouw Margriet, zuster van Jan Cnoeps, die voortaan een jaarlijkse pacht van een half mud rogge te gaan betalen, Oirschotse maat, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin, grond etc. gelegen in Oirschot herdgang Verrenbest, b.p. Jan Scomekers, Gerits van Dormalen, Gerit van Berct, de gemeenschappelijke straat. Genoemde Bartholomeus belooft het onderpand altijd in goede staat te houden voor de betaling van de rogpacht. Indien genoemde Jan en diens vrouw beiden zijn komen te overlijden, dan versterft de pacht weer op Bartholomeus of op diens erfgenamen na hem.
Datum 16 februari 1467, getuigen Geldrop en Willem Paliaert.

=================184====================
Komen is Bartholomeus van Beerwinkel en verkoopt aan Willem Janssen van Craendonk die een stuk land genoemd de Batenakker, gelegen in herdgang Verrenbest, b.p. Henrick van Tuldel, Baten Scomakers, Peter Skeijsers, de gemeenschappelijke straat. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve een pacht van 1 mud rogge per jaar, maat van Oirschot aan Jan Dirck Stockelmans, nog 4 lopen rogge per jaar aan de St. Odulphuskapel.
Datum 13 mei 1472, getuigen Claes en Huijskens.

=================004====================
Jan Meeus van Beerwinkel heeft afstand gedaan van bepaald bezit ten behoeve van zijn wettige broers Meeus en Wouter, die zijn vader heeft verwekt bij Hillegonden dochter van wijlen Wouter Gerits. Dat betreft alle bezit dat zijn vader nu heeft of nog na zal laten, waar dat bezit ook is gelegen etc. Hij belooft zijn vader dit afstanddoen altijd na te zullen komen. Als Jan sterft zonder wettig nageslacht dan zal hij aan de erfgenamen van zijn vader die 11 peters geven van elk 18 stuivers en die moeten dan met hun erfrecht daarin tevreden zijn (?).
Datum 10 januari 1481.

=================126====================
Wouter Meeus van Beerwinkel en Meeus Meeus van Beerwinkel, broers hebben een deling gemaakt van het bezit dat ze hebben geerfd van Hillegonden dochter van Wouter van der Capellen, hun moeder zijnde en van het bezit dat ze nog zullen erven van hun vader Bartelmeeus, die daaravoor wel afstand van zijn recht van vruchtgebruik heeft gedaan.

Bij deze deling krijgt Wouter een beemd genoemd de Boenre, gelegen in herdgang Verrenbest, b.p.de Diepstege, Jan Peter Haecks, Peter zoon van heer Rutgers van de Laeck, Thomas Goossens van Oudenhoven, de gemeijnte.
Nog krijgt hij een stuk land genoemd de Assenboom, groot ca. een half mudzaad, gelegen in herdgang Verrenbest, b.p. Goijaert de Becker, Jan Willem Jacops of diens kinderen, Thomas Claes Thomassen. Thijs van den Spijker. Hieruit moet hij jaarlijks in Den Bosch aan de Clarissen een mud rogge betalen, maat van Oirschot en in Oirschot te leveren, nog aan de rector van St. Odulpohus een zester rogge en de H. Geest van Oirschot een zester rogge, aan Margriet Roestelmans 30 stuivers en aan joffrouw Hinckaerts een half blank als chijns. Uit het stuk beemd moet hij 9 en een halve oude grote betalen als chijns aan de hertog en aan Margriet Roestelmans anderhalve gouden gulden per jaar.

Genoemde Bartelmeeus krijgt een huis, tuin etc., groot ca. 15 en een halve lopenzaad, gelegen in herdgang Verrenbest, b.p. Jan Peter Haecks, Dirck hermans, de straat. Nog krijgt hij een zesterzaad land genoemd de Slip, b.p. Henrick van Aerle, de gemeenschappelijke straat, Gijsbrecht de Ketelbueter. Nog krijgt hij een beemd groot ca. een bunder gelegen aan de Diepstege in herdgang Verrenbest, b.p. Goijaert Goossens, het erf eerder van Henrick van der Haest, Jan Broekmans op Acht, de straat. Hieruit moet hij aan de hertog 4 en een halve stuiver betalen, aan het kapittel een pond paijment, uit het huis nog aan het kapittel drie oude groten, verder nog een pacht van 5 mud rogge en 4 lopen die eerder werd betaald aan Willem Suetericks.
Nog krijgt hij na de dood van zijn vader een pacht van een mud rogge, maat van Oirschot, welke pacht Peter Marien Alaerts zwager jaarlijks betaalt en voor zover zijn vader die pacht in zijn leven nog niet heeft opgemaakt. Verder zal zijn vader de buitenkamer mogen gebruiken aan het einde van het huis staande met het kleine kamertje ook.
Datum op beloken Pinksteravond 1496, 28 mei, getuigen Dirck en Joerden.

=================127====================
Bertelmeeus Bertelmeeus van Beerwinkel verkoopt aan zijn broer Wouter die een huis, tuin etc., groot ca. 8 lopenzaad, dat hij heeft gekocht van Jan Henrick Jan Heesters gelegen in herdgang Verrenbest, b.p. Jan Cuijpers, diens broer Gerart Cuijpers, de gemeenschappelijke straat, Peter Geerlicks Damen. De koper moet hieruit jaarlijks twee oude groten als grondchijns betalen en aan Margriet Belaerts 8 lopen rogge per jaar, aan de zelfde Margriet nog een pacht van twee mud rogge. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. Wouter op zijn beurt belooft de chijns en de pachten zo te betalen dat Bertelmeeus daarvoor gevrijwaard blijft.
Datum 5 juni 1496, getuigen Joerden en Aelbrecht.

=================128====================
Genoemde Wouter en Bertelmeeus uit de vorige akte beloven hun vader die voortaan een pacht van 2 mud rogge per jaar te gaan betalen, maat van Oirschot, steeds op Maria Lichtmisdag zolang hij leeft, op onderpand van het bezit dat hun vader Bertelmeeus en zijn vrouw Hillegonden samen eerder hebben bezeten, waarvoor Bertelmeeus afstand van zijn recht van vruchtgebruik heeft gedaan. Verder houdt zijn vader Bertelmeeus ook zijn inkomen van een mud rogge per jaar, die wordt betaald door Peter Alaerts. Indien hij de pacht niet verkoopt of het geld daaruit verteert, krijgt zijn zoon Bertelmeeus het erfrecht van dat mud rogge. Voor het geval Wouter en Bertelmeeus hun vader de twee mud rogge per jaar niet zouden betalen, mag hun vader het bezit weer terugnemen waarvoor hij vandaag afstand van zijn recht van vruchtgebruik heeft gedaan en waarbij hij weer de rechten krijgt in dat bezit volgens het testament dat wijlen zijn vrouw en hij hebben gemaakt. Als hun natuurlijke broer Dirck weer uit het buitenland zou terugkeren, krijgt die een bedrag van 10 peters die hem door zijn moeder waren vermaakt. Verder zal zijn vader de buitenkamer mogen gebruiken aan het einde van het huis staande met het kleine kamertje ook. (geen datum en geen getuigen vermeld, JT)

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Bartholomeus (Meeus) Mathijs van Beerwinckel?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!

Tijdbalk Bartholomeus (Meeus) Mathijs van Beerwinckel

Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen:  grootouders    ouders    broers/zussen    kinderen