Hij had een relatie met Mechtelt Gerart Dirck Cuijpers van Brakel.
De relatie startte
Kind(eren):
=================016====================
Andries, Gerart, Jan en Willem, broers, verder Jan Dirck Seijkens als wettige man van Marien en nog Margriet, gezusters met mij als hun voogd, alle wettige kinderen van wijlen Peter natuurlijke zoon van wijlen heer Rutgers van de Laeck verwekt door deze Peter bij diens vrouw Mechteld dochter van Gerard Cuijpers, hebben met elkaar een boedeldeling gemaakt van het bezit dat ze van hun overleden ouders hebben geerfd.
Genoemde Andries krijgt een akker groot ca. 5 en een halve lopenzaad, met recht van overpad over de mesttuin van Jan Dirk Seijkens, gelegen in Oirschot herdgang Verrenbest, b.p. Jan Dircks waarvan is afgedeeld, de weduwe en kinderen van Adriaen Colen. Nog krijgt hij een schop staande op het erf van genoemde Jan Dircks die moet worden afgebroken voor a.s. Pinksteren over twee jaar. Uit dit erfdeel moet ca. 17 stuivers als grondchijns aan de hertog worden betaald, nog een hoen als Hinckaertse chijns, nog 3 lopen rogge per jaar aan de rector van St. Odulphus te Best.
Genoemde Gerart krijgt de helft van een akker genoemd de Grootakker, overlangs af te delen, in totaal ca. 6 lopenzaad, met recht van overpad daar, gelegen in Oirschot herdgang Verrenbest, b.p. genoemde Margriet waarvan is afgedeeld, de weduwe en kinderen van Claes van Delft, Dirck Lanen. Er moet overpad worden verleend.
Genoemde Margriet krijgt de helft van een akker genoemd de Grootakker, overlangs op te delen, groot ca. 6 lopenzaad, met recht van overpad daar, ter zelfder plaatse als hiervoor, b.p. genoemde Gerart waarvan is afgedeeld, de weduwe en kinderen van Claes van Delft, Dirck Lanen.
Gemoemde Jan krijgt een akker groot ca. 2 en een halve lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang Verrenbest, b.p. Jan Heesters, de weduwe en kinderen van Adriaen Colen, Jan van Velthoven, de gemeenschappelijke straat. Uit dit perceel jaarlijks een mud rogge te betalen aan Frans van Esch. Nog krijgt hij een rente van een gulden per jaar en een mud rogge per jaar die in deze deling is gewaardeerd tegen 25 Karolusguldens en als dat minder waard is bij aflossing dan zal hem dat worden vergoed, te ontvangen van Jan Heesters. Verder krijgt hij een mud rogge per jaar, Oirschotse maat en nog 20 stuivers per jaar te betalen door Jan Dircks met ingang van a.s. Maria Lichtmisdag voor het eerste anno 1539 op onderpand van diens erfdeel.
Genoemde Willem krijgt twee aan elkaar gelegen beemden genoemd de Diepstege, gelegen in Oirschot herdgang Verrenbest, b.p. meester Jan Versteegen, de weduwe en kinderen van Jan Steenbeckers, Margriet Goijaert Aelbrechts, de Karthuizers van Vught bij Den Bosch, de gemeenschappelijke straat. Hieruit jaarlijks 10 lopen rogge te betalen aan Aleijt de vrouw van Goijaert Bernaerts.
Genoemde Jan Dircks (Seijkens, JT) krijgt een huis met tuin, grond etc., en de grond waar de schop op staat die moet worden afgebroken, samen groot ca. 8 lopenzaad en met de eikebomen die ervoor staan en met een bijl zijn gemerkt, met uitzondering van de bomen die niet zijn gemerkt, gelegen in Oirschot herdgang Verrenbest, b.p. genoemde Andries waarvan is afgedeeld, de gemeenschappelijke straat, de weduwe en kinderen van Jan Willems,. Er moet overpad worden verleend aan Andries over zijn mesthof daar. Hieruit jaarlijks een oude grote als grondchijns aan de hertog, nog een mud rogge per jaar en 20 stuuivers per jaar aan genoemde Jan Peters (zijn zwager, JT), deze 20 stuivers zijn aflosbaar op Maria Lichtmisdag tegen betaling van 16 Karolusguldens.
Genoemde erfgenamen beloven elkaar deze boedeldeling altijd gestand te zullen doen en dat ieder de lasten op het eigen erfdeel zodanig zal betalen dat de erfdelen van de anderen daarvoor gevrijwaard blijven. Indien er op iemands erfdeel meer lasten zouden blijken te drukken dan nu bekend is, dan zullen ze die gezamenlijk betalen.
Datum 18 februari 1538, getuigen Hovel, Keijmps en anderen.
==================107=======================
Willem wettige zoon van wijlen Peter natuurlijke zoon van wijlen heer Rutgers van de Laeck verwekt bij deze Peter van de Laeck en bij Mechtelden dochter van Gerart Coppens, verkoopt hierbij de twee aan elkaar gelegen beemden, genoemd Diepsteegen, gelegen in Oirschot herdgang Verrenbest, b.p. de kinderen van meester Jan van der Steegen, de kinderen van Jan Steenbeckers, Margriet Goijaert Aelbrechts, de Carthuizers van Vught bij Den Bosch, de gemeenschappelijke straat, welk bezit hij heeft geerfd en hem met zijn andere broers en zusters als erfgenamen toebedeeld is geweest bij de dood van wijlen Peter en Mechteld zijn vader em moeder, volgens een verdeelbrief van Oirschot daarover. Hij verkoopt deze percelen nu aan Henrick zoon wijlen Gijsbrecht Henrik Melis en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve een jaarlijkse pacht van 10 lopen rogge aan Aleijt de echtgenote van Goijaert Bernaerts, nog de door Oirschot opgenomen gelden en de dorpslasten. Henrick als koper belooft deze lasten zodanig te zullen betalen dat Willem als verkoper daarvoor gevrijwaard zal blijven.
Datum 4 maart 1542, getuigen Esch en Scoet.
In marge :
Een examplaar aan de koper te overhandigen en een aan de verkoper.
Peter Rutger van de Laeck | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mechtelt Gerart Dirck Cuijpers van Brakel | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.