Stamboom Holman » Goijaert Gijsbrecht Hoppenbrouwer (1470-± 1536)

Persoonlijke gegevens Goijaert Gijsbrecht Hoppenbrouwer 


Gezin van Goijaert Gijsbrecht Hoppenbrouwer

(1) Hij heeft/had een relatie met Jenneke dr Jacop Goossens.

De relatie startte in het jaar 1518 te Oirschot, Noord-Brabant, hij was toen 48 jaar oud.


Kind(eren):



(2) Hij had een relatie met Juetken Henrick Gerarts.

De relatie startte in het jaar 1500 te Oirschot, Noord-Brabant, hij was toen 30 jaar oud.


Notities over Goijaert Gijsbrecht Hoppenbrouwer

Schepen van Oirschot: 1524, 1527.

==================334=======================
Gijsbrecht zoon wijlen Goijaert Hoppenbrouwers en nog Dielis Dircks als aangesteld voogd in het testament van wijlen Goijaert Hoppenbrouwers en nog Jan Janssen van den Scoet als voogd over Elisabet en Katarijnen wettige minderjarige kinderen van wijlen genoemde Goijaert Hoppenbrouwers, hebben beloofd aan Henrick Willem Jacops als man van Katalijn dochter van Jan Aelbrechts die voortaan een jaarlijkse rente van 6 gulden te gaan betalen, steeds vervallend op St. Jans dag van elk jaar op onderpand van een akker genoemd de Welten, groot ca. 8 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang Straten, rondom in de gemeijnte aldaar. Gijsbrecht belooft het onderpand in voldoende goede staat te houden voor de betaling van de rente. Datum 30 augustus 1544, getuigen Lenaert Jacops en Heijmerick Scepens die het aandroegen.
De rente is altijd aflosbaar op St. Jansdag van elk jaar tegen betaling van 100 gulden en de achterstallige termijnen, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd.
Datum 30-8-1544 en getuigen als boven.

==================404=======================
Gijsbrecht zoon wijlen Goijaert Hoppenbrouwers, verder Willem Goessen Scepens als man van Elisabeth dochter van wijlen genoemde Goijaert Hoppenbrouwers en Jan van den Scoet onze collega scepen als aangestelde voogd zoals hij zei over Katalijn wettige dochter van genoemde Goijaert Hoppenbrouwers, hebben met elkaar een boedelverdeling gemaakt inzake het bezit dat ze hebben geerfd bij de dood van wijlen genoemde Goijaert Hoppenbrouwers en waarvan Jan Willem Jacops als man van Jenneken eerder weduwe van genoemde Goijaert Hoppenbrouwers en moeder van genoemde kinderen, daarvan afstand van het recht van vruchtgebruik heeft gedaan.

Bij deze verdeling krijgt genoemde Gijsbrecht de helft van een akker genoemde de Aerle akker, gelegen in herdgang Straten, b.p. Frans Scepens, het erf van genoemde Jenneke als moeder waarvan het is afgedeeld. Verder krijgt hij een beemd genoemd de Echendonck, gelegen in herdgang de Notel, b.p. Antonis Dirkc van den Velde, Henrick Mathijs Huiskens. Verder krijgt hij een weiland genoemd de Cluijsterman met recht van doorgang over een pad aldaar, gelegen in herdgang Straten in de Castaerd aldaar, b.p. Jan Huiskens. Verder krijgt hij een heiveld genoemd dat Ven, met recht van overpad over het perceel van Jan Henrick Geraerts, gelegen in herdgang Aerle, b.p. Jan Henrick Geraerts, de hoeve van heer Amelrijck Boots. Hieruit moet jaarlijks de grondchijns worden betaald die erop drukt, verder nog een jaarpacht van 21 lopen rogge en een oude grote aan de rector van het St. Dingena altaar, nog 10 gulden per jaar aan Gijsbrecht Aert Hoppenbrouwers. Er moet worden gezorgd voor het onderhoud van de waterloop aldaar volgens oud gebruik. Verder krijgt hij een jaarlijkse rente van 3 gulden en 5 stuivers te ontvangen van Mathijs Daniels, nog twee gulden en 14 stuivers per jaar te ontvangen van Aerden Roefs, nog een gulden per jaar te ontvangen van Henrick Aert Jacops, nog een gulden en 15 stuivers per jaar te ontvangen uit het bezit van Adriaen Gerit Willems.

Genoemde Willem in zijn hoedanigheid krijgt een akker genoemd de Braeck, gelegen in herdgang de Notel, b.p. Michiel Joost Michiels, de gemeenschappelijks straat. Ook krijgt hij een beemd genoemd de Monnick, gelegen in hergang Aerle aan de Verdonck aldaar, b.p Dirck van Os, de gemeijnte, Eijmbrecht Jan Scepens. Uit dit erfdeel moet jaarlijkse de grondchijns worden betaald, nog een gulden per jaar aan Katalijn Goijaert Hoppenbrouwers volgens de brief daarover van vandaag. Verder krijgt hij een jaarlijkse rente van 3 gulden te ontvangen uit het bezit dat nu eigendom is van Marcelis Janssen van de Loo, nog een gulden en 18 stuivers per jaar ook van deze zelfde Marcelis van de Loo te ontvangen.

Jan van den Schoot als voogd en ten behoeve van genoemde Katalijn van hiervoor krijgt een akker genoemd die Welten, gelegen in herdgang Straten, rondom in de gemeijnte aldaar. Ook krijgt hij een beemd genoemd de Maerselaer, gelegen in herdgang Aerle, b.p. Roelof Backs, de kinderen van Henrick van de Maerselaer. Uit dit erfdeel moet jaarlijks de grondchijns worden betaald, nog een mudde rogge per jaar aan de rector van het St. Dingena altaar, nog een gulden per jaar of bij benadering aan O.L. Vrouw in Den Bosch, nog 6 gulden per jaar aan Henrick Willem Jacops, nog 3 gulden per jaar aan Henrick Henrick Lucassen van den Schoot. Verder krijgt hij een jaarlijkse rente van een gulden te ontvangen van Jan van den Maerselaer, nog anderhalve gulden per jaar te ontvangen van Fijken en van Jutken Lenaerts, nog een gulden per jaar te ontvangen uit het het bezit van Roef Peter Roefs,nog anderhalve gulden per jaar te ontvangen uit het nagelaten bezit van Dirck Stans, nog de helt van een gulden per jaar te ontvangen van Jan Joirden Sbrouwers.

Genoemde erfgenamen beloven elkaar deze boedelverdeling altijd gestand te zullen doen en dat ieder de lasten op het eigen erfdeel zodanig zal betalen dat de erfdelen van de anderen daarvoor gevrijwaard blijven. Indien er op iemands erfdeel meer lasten zouden blijken te drukken dan zullen ze die gemeenschappelijk betalen.
Datum 23 november 1548, getuigen Goessen en Peter.

==================368=======================
Er zou een bepaalde ruzie kunnen ontstaan tussen Gijsbert zoon van wijlen Goijaert Hoppenbrouwers als partij ter ener zijde en Willem Goessen Scepens als man van Elisabeth en Daniel Embert Jan Scepens als man van Cathalijn, gezusters en dochters van genoemde Goijaert Hoppenbrouwers, als partij ter andere zijde vanwege een huis met tuin, grond etc. gelegen in herdgang Straten waarin hun vader Goijaert gestorven is en wel voor zover dat bezit leengoed is en niet verder daarin. Door bemiddeling van goede mannen is er nu het volgende afgesproken. Genoemde Gijsbert Goijaert Hoppenbrouwers zal na de dood van diens moeder Jenneken dit bezit krijgen voor zover het leengoed is, en Willem Goessens en Daniel Emmerts krijgen alle opgroeiende houtopstand dat in het weiland groeit genoemd de Breemd, gelegen in het Snepschuet en zij mogen dit hout omhakken naar hun keuze maar ze moeten dit hout wel opruimen binnen een jaar na de dood van genoemde Jenneken. Inzake het geriefhout en de wei van het genoemde perceel dat zullen Gijsbrecht, Willen en Daniel en hun moeder Jenneken samen gebruiken zolang Jeneken in leven is en na de dood van Jenneken mag de grond uit dit weiveld door genoemde Gijsbrecht worden aanvaard, waarvoor Gijsbrecht aan Willem en Daniel een bedrag van 100 gulden eens zal betalen binnen een jaar na de dood van genoemde Jenneken. Indien Gijsbrecht dat bedrag niet op de gestelde termijn betaalt, dan mogen Willem Goessens en Daniel Embrechts deze grond uit de Breempt behouden.
Datum 4 oktober 1553, getuigen Lauwer en Michiel Henricks.

==================018=======================
Gijsbrecht zoon wijlen Goijaerts die Hoppenbrouwer, verder Willem Goessen Scepens als man van Elisabeth en verder Daniel Emmerick Scepens als man van Cathalijn, gezusters en dochters van van wijlen genoemde Goijaert die Hoppenbrouwer, verkopen hierbij hun aanspraken inzake het vierde deel van een akker genoemd de Clammergaten, gelegen in Oirschot herdgang Aerle, b.p. de weduwe en kinderen van Jan Huiskens, de weduwe en kinderen van Daniel Daniels, de gemeenschappelijke straat. Ze verkopen ze aanspraken nu aan Dirck die Crom en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen.
Datum 12 januari 1554, getuigen Esch en Jan van den Scoet.

==================120=======================
Daniel Eijmbrecht Jan Scepens als man van Catharijn wettige dochter van wijlen Goijaert Ghijb Hoppenbrouwers, verder Jacop Dirck Hoppenbrouwers en Lenaert Wouter Janssen ( Toerkens ? ) als aangestelde voogden over de minderjarige kinderen van wijlen Gijsbrecht Goijaert Hoppenbrouwers, verder Dirck zoon Dielis Hoppenbrouwers als aangestelde voogd over de minderjarige kinderen van wijlen Willem Goossens verwekt bij Lisbeth dochter van genoemde Goijaert Hoppenbrouwers, hebben met elkaar een boedelverdeling gemaakt van het bezit dat ze hebben geerfd bij de dood van Goijaerden Hoppenbrouwers en diens vrouw Jenneken.
Genoemde Daniel krijgt een akker genoemd de Nieuwe Braeck, met het recht van overpad over het perceel van Wouter Loijen, gelegen in Oirschot herdgang Straten, b.p. Jan Goijaerts, Jan Riemslegers, Jans van den Maerselaer. Verder krijgt hij een beemd genoemd de Veerdonck, ter zelfder plaatse gelegen, b.p. Corstens van der Meere, Peter Janssen, de gemeijnte. Uit dit erfdeel moet jaarlijks een stuiver worden betaald en een hollandse penning als grondchijns aan de hertog. Datum 21 april 1565, getuigen Schoet en Metser.( Ook hier een akte begin 1565 die uitzonderlijk veel later in het protocol is ingeschreven, omstreeks einde december 1565,
Jacop en Lenaert als voogden krijgen een akker genoemd de Aersel akker, ter zelfder plaatse gelegen, b.p. Gijsbrecht Jans Hoppenbrouwers, Dielen Dircks, Jan Jan Crommen junior, Caerl Dircks van Osch, de gemeenschappelijke straat. Vedere krijgt hij een beemd genoemd de Hoodongen ter zelfder plaatse gelegen, b.p. Jan Eijmbrecht Scepens, de erfgenamen van Gijsbrecht Janssen, Jan Lucassen, de gemeenschappelijke straat. Uit dit erfdeel moet jaarlijks 3 stuivers grondchijns worden betaal aan de hertog, nog 11 lopen rogge per jaar, Oirschotse maat aan de oude kapelanen te Oirschot en de dorpslasten. Datum en getuigen als boven.
Genoemde Dirck in zijn hoedanigheid krijgt een akker genoemd de Maesenover, ter zelfder plaatse gelegen, b.p. Gijsbrecht Jan Hoppenbrouwers, de kinderen van Gijsbrecht Goijaert Hoppenbrouwers, Dielen Dircks, de gemeenschappelijke straat. Verder krijgt een beemd genoemd de Elsdonk, ter zelfder plaatse gelegen, b.p. de kinderen van Jan Hanskens, een pad genoemd de Papensteegde, Gijsrecht Jan Hoppenbrouwers, Daniel meester Aerts van der Ameijden. Hieruit moet jaarlijkse een oud grote worden betaald als grondchijns en nog twee en een halve oort grondchijns aan de hertog. Datum 11 april 1565, getuigen Schoet en Metser.
Genoemde erfgenamen beloven elkaar deze verdeling altijd gestand te zullen doen en dat ieder de lasten op het eigen erfdeel zodanig zal betalen dat de andere erfgenamen daarvoor gevrijwaard blijven. Indien er op iemands erfdeel meer lasten zouden blijken te drukke dan hiervoor vermeld, dan zullen ze die gemeenschappelijk betalen.
Datum 19 juli 1564, getuigen Schoet en Schoet die het middels H ( Heijden ? ) aandroegen.

==================027=======================
Er is een bepaalde kwestie ontstaan tusen Danel zoon wijlen Embert Schepens als man van Catherijnen dochter van wijlen Goijaert Gijsbert Hoppenbrouwers en Niclaes en Willem, broers en zonen van wijlen Goossen Schepens en Goertken dochter van genoemde Goessen Schepens verwekt bij wijlen Elisabeth dochter van wijlen Goijaert de Hoppenbrouwers, partij enerzijds en Wouter zoon wijlen Ghijsbert zoon wijlen Goijaert de Hoppenbrouwer partij ter andere zijde, vanwege een beemd of weiland zijnde leengoed dat ressorteert onder het Leenhof van Bijsterveld, genoemd de Breempt, gelegen in Oirschot herdgang Straten aan het Snepscheut waarover men beweert eerder al een akkoord te hebben gesloten. Om verdere discussie daarover te vermijden is nu voor ons schepenen en ook voor leenmannen van dat Leenhof deze Wouter verschenen en heeft afstand gedaan van dit weiland de Breempt ten behoeve van genoemde Danel en de zijnen en de kinderen van Goossen Schepens en hij draagt zijn aanspraken aan hen over. Hij belooft deze overdracht altijd gestand te zullen blijven doen.
Datum 7 februari 1586, getuigen Ekerschot en Hoppenbrouwers

==================028=======================
Nadien heeft Daniel Embrecht Schepens als schuldenaar beloofd om aan genoemde Wouter een bedrag van 50 gulden te betalen binnen nu en de eerstkomende 3 weken en hiermee zijn partijen over en weer akkoord. Datum 7 februari 1586, getuigen Ekerschot en Hoppenbrouwers, schepenen en P. Goossens en A. Sgraets leenmannen.
In marge : Met instemming van partijen doorgehaald,
Datum 6 maart 1586, getuigen Ekerschot en Stockelmans.
Goyaert:

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Goijaert Gijsbrecht Hoppenbrouwer?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Goijaert Gijsbrecht Hoppenbrouwer

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

  • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
  • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
  • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).

Verwantschap Goijaert Gijsbrecht Hoppenbrouwer



Visualiseer een andere verwantschap

De getoonde gegevens hebben geen bronnen.

Over de familienaam Hoppenbrouwer


Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
Jannie van der Zanden, "Stamboom Holman", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-familie-holman/I1091624185.php : benaderd 17 juni 2024), "Goijaert Gijsbrecht Hoppenbrouwer (1470-± 1536)".