Stamboom Holman » Magdalena Tijs Peter Jan Maes (1655-> 1704)

Persoonlijke gegevens Magdalena Tijs Peter Jan Maes 

• Zij is geboren op 11 oktober 1655 in St Oedenrode, Noord-Brabant, Nederland.
• Zij is overleden na 1704.
• Een kind van Matijs Peter Maes en Merike Aerts Peter Pennincx
• Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 4 oktober 2014.

Gezin van Magdalena Tijs Peter Jan Maes

Zij is getrouwd met Willem Wilhelmus Hendrick van de Laer.

Ze zijn in de kerk getrouwd op 16 juni 1683 te St Oedenrode, Noord-Brabant, Nederland, zij was toen 27 jaar oud.

Kind(eren):

1. Henricus Willem van de Laer  1684-1769 
2. Mathijs Willem van de Laer  1685-1775
3. Petrus Willem van de Laer  1689-1696

Notities over Magdalena Tijs Peter Jan Maes

Op 24 juli 1699 verscheen voor de schepenen van Sint-Oedenrode Seijmen Everts "lofwaerdige persoon", wonende in de vrijheijt en oud 30 jaren. Deze verklaarde op verzoek van Willem Handrick Willem Luycas onder ede en ten overstaan van de heer officier, dat hij nooit lammeren of schapen van Willem Handrick Willem Luycas had ge-kocht anders dan 6 oude schapen die hij van Willem had gekregen voor het voederen van de helft van de schapen in de maand juni 1699. Verder verkaart Seijmen dat toenhij de schapen van Willem had gekregen de schepers uit de heide langs zijn huis huiswaarts keerden (want ze waren buren) en dat er toen een lam van Willem de oude schapen was gevolgd zonder dat dit lam van hem was of door hem was gekocht.
Op 13 april 1695 gaven de schepenen aan Willem Willem Handrick oud borgemeester een attestatie om hem ongehinderd doorgang te verlenen bij het brengen van zijn bijen ("hondert dartich bien met ontrent een half ton honich") naar Beesd in Gelderland.
Idem 31 maart 1702 ("hondert stocken offte ijmen bien").
Verder een verklaring onder ede van 6 januari 1696 van medeschepen Willem Willems van de Laer en Emont Janssen, 36 jaer oud, inwoners van Sint-Oedenrode op verzoek van Johan Koghmans te Middelrode. Johan Coghmans te Middelrode was de pachter van de belasting op alcoholische dranken. Kennelijk werd deze belasting door beiden met een slimmigheidje ontdoken.
Beiden verklaren mede inkomsten te hebben uit het stoken van brande-wijn en het destilleren van jenever en andere wateren. Zij verklaren nooit tevoren aan de pachter van de brandewijnen of aan zijn colleteur te hebben laten weten, wanneer zij overgingen tot het "rouw stocken van moutgoederen". Wanneer zij echter daar-mee klaar waren, er jenever-besije of andere noodzakelijke kruiden aan toevoegden om de drank klaar te maken voor de handel, lieten zij dat de pachter of de collecteur weten. Dit was de gebruikelijke gang van zaken in Sint-Oedenrode zonder dat hen ooit gebleken was, dat dit van pachterszijde tot enige actie had geleid.
Zij ontkennen, dat van de rouwe mout jenever of handelswaar kon worden gemaakt zonder daar jeneverbessen of andere kruiden aan toe te voegen; anders mag het de naam jenever niet hebben net zo min als water met peper gemengd brandewijn kan worden genoemd.
Willem van de Laer een niet onbemiddeld man.
Was Willem van de Laer enerzijds pachter van een -overigens belangrijke- hoeve, anderzijds blijkt hij ook over veel bezittingen te hebben beschikt. De verdeling van zijn bezittingen tussen zijn zonen Hendrick (hieronder de nrs 2, 4 en 5) en Matijs (hieronder de nummers 1 en 3) is vastgelegd in een acte van 29 december 1722. Verdeeld werden:
1. In Olland onder Houtem
a. Een huijs, hoff, schuer, schop met teul-, hoij- ende weijlanden groot ontrent vijf lopen-saat en drij karren hoijgewasch; deze boerderij (in het cijnsboek van Helmond genoemd "de Leegt") grensde aan de eigendommen van Adriaen Willem Adriaen Art Jan Geerlincx en Peregrinus Ver-hoffstad en aan de Bijnderse gemeijnt. Verder de helft in een hoijvelt genaemt den Brugh-bempt gelegen in de Ollantse beem-den groot vier carre hoij-gewas; deze akker grensde aan een oude Dommel-arm ge-noemd "den Hengel" en een akker ge-noemd "den Doncken acker".
Deze bezittingen waren afkomstig van Mathijs Peter Maes, die deze naliet aan zijn dochter Madeleen, die getrouwd was met Willem Willems van de Laar, en zijn zoon Aert. Bij acte van 2 april 1700 kocht Willem Willems van de Laer het aandeel van zijn zwager voor een prijs van 450 guldens (in de prijs waren 2 obligaties begrepen waarover hierna onder 5 meer).
De boerderij was bij de verkrijging verpacht aan Jan Lenders en Peter Jan Ariaens. Bij acte van 8 maart 1700 verpachtte Willem Willems de boerderij voor 6 jaren met 3 berouwjaren aan Willem Ruth Cluyt-mans. De pachtprijs bedroeg 50 guldens; verder diende de pachter jaarlijks aan het weeshuis te Den Bosch te leveren "een mudde rogge", aan de kerk "eene gulden tien stuy-vers" en aan de heer van Helmond 28 stuy-vers chijns.
Bij acte van 7 maart 1703 werd de boerderij, vergroot met een hoijbeemt groot 8 lop, voor vier jaren verpacht aan Evert Peters voor een pacht-prijs van 55 gulden.
b. Een parceel lant gent. "Gerit van Enghgelen bosch" groot ses loop-ensaat ende teul-lant met een straat hoij- & weij-lant groot drij carre hoij-gewas ende een koeijeweij; verder een parceel lant (hoijveltien) groot een lop vijfftien roe-de. Bij acte van 16 juni 1699 verwierf Willem Willems van de Laer van Haarck Verbeek uit 's-Hertogen-bosch en Gerart van Enghgelen uit Ostmalle het bedoel-de bos en het laatstbedoelde hooiveldje voor de prijs van 496 gulden. De eigenaar was verplicht jaarlijkseen mud rogge te leveren aan het weeshuis te Den Bosch en "eene gulden tien stuiver aen mijnheer van Heurn in qualiteijt als rentmeester en eene stuiver aan de bodem van Elderen".
c. Eenen camp groot seven lopense en eenen camp groot een lopen-saat en twin-tig roede. Willem Willems verwief deze bij acte van 1 juli 1700 van Frans Hendrick van Raessen voor de prijs van 180 guldens; de eigenaar diende jaarlijks vier stuyvers grontchijns te betalen aan de rentmeester der domeinen.
d. De helft in een hoijveltien genoempt "de Laeck" groot vier karre hoijge-was. Willem verkreeg dit aandeel op 30 april 1703 bij schei-ding en deling van de goederen van zijns vrouws tante Heijlcken Aert Pennincx weduwe wijlen Laurens Peter van Curingen; de andere helft kwam in handen van zijn vrouws tante Clara Aert Peter Pen-nincx weduwe Cornelis Thomas de Ruyter.
e. Hoijvelt gent. "het Creppe veltje" groot een kar hoij.
2. Op Vressel
a. Een huijs, hoff, teul-, hoij- & weijlant groot tsa-men negen lop., een acker (teullant) genaempt "het verbeemt huijs' (in cijnsboek van Helmond genoemd "den Clerck") groot ontrent vier lopense en een hoij-beemptien daeraen gelegen groot vier lopense", gelegen van straat tot Dommel; verder nog "eene nuwe camp met een hoij-beempt daer vanaut bij gehoort hebbende" groot 2 lop. Deze eigendommen kocht Willem Willem Handricx in 1691, toen deze door Frans van Heurn, rentmeester van de geestelijke goederen van Peelant werden uitgewonnen van Jan Franssen der Kijnderen. De boerderij was "strecken-de van de gemeijne straet tot op de Dommel".
Bij acte van 25 april 1695 kocht Willem Willems een stuck ackerlant groot ontrent 4 lop. op de Heessacker van Anneke weduwe Peeter Thijssen van Breugel voor 110 gulden, vermoedelijk later deel uitmakende van deze boerderij. De lasten waren "vijftienvaten rogge en sess gulden jaerlijcx aen de pastorije van Sint-Oedenrode; item acht stuijvers tien penningen aen het capittel van Sint-Oedenrode; item vijff stuivers; item noch tien stuijvers aen het Sint-Catharina; item noch het vierde-part van vijftich stuijvers jaerlijcx aen de kerk van Eerschodt, met alle de grondchijn-se aen verschijde boecken te vergelden" (o.a. Helmond).
Volgens het verpondingenboek 1693 is Willem Willem Hendricx eigenaar en Jan Henssen de jonge gebruiker van huis en hof land 12 l. en 11 r. groes geschat op 175 gulden. Bij acte van 29 februari 1696 verpacht Willem Willem Handrick van de Laer de boerderij voor vier jaar aan Jan Willem Wemmers. In de pacht is begrepen een acker teullant met groes daerbij behorende groot 9 lop. op de Hee-sacker, welke grond Willem Willems bij acte van 25 april 1695 heeft ge-kocht voor 110 gulden van Anneken weduwePeeter Thijssen van Breugel. De pachtprijs bedraagt 45 vaten rogge en 28 gulden.
Bij acte van 20 oktober 1696 wordt dezelfde boerderij verpacht aan Jan Willem Sijmons voor een pachtsom van 45 vaten rogge en 22 gulden. Op 11 oktober wordt de boerderij wederom verpacht, nu aan Adriaen Wouters van der Heijden; de pachtprijs bedraagt 45 vaten rogge en 25 gulden.
b. Een stuck teul- en hoijlant gent. de Heyhoeff groot ontrent 8 lop. teullant en 9 lop. hoijlant. Willem Willem Handricx van de Laer kocht deze gronden bij acte van 22 juni 1703 van "Gerart Stanssen Molemakers als curateur van de geabondeerde boedel van wijlen vouwe Catharina Battem weduwe Joncker Jacob Pruninghs hoofd-schout van Peelant als hij leefde". De gronden grenzen aan de ene kant aan het erf van Jan Thijsse van Heessacker c.s. en liggen voorts rondom in de gemeijnte en zijn in gebruik bij Jan Thijssen en Jan Claessen. De koopsom bedraagt 51 gulden, maar er zit een last op de gronden van 220 gulden (100 gulden chijns aan de raad van 's-Hertogen-bosch en 120 gulden aan Peter Teullincx de mulder).
c. Eenen hoijbeempt groot ses karre hoijgewasch gelegen ontrent de
Nensselse brug. Willem Willem Hendrick verkreeg deze beemd uit twee actes. In october 1694 kocht hij van Handrick Jan Adriaens de timmer-man als man en mom-boir van Merijken Peeter Jan Thijs-sen van Breu-gel voor de prijs van 150 gulden een beemd groot vier karren hoijge-wasch, die grensde aan de Gossens en de Janssens beemd en aan de hoeve van de Bone-fanten van Den Bosch. Bij acte van 25 april 1695 kocht hij van Anneke weduwe Peter Thijssen van Breugel "een hijvel-tien op Ostade ontrent de Vres-selse brugge groot ontrent drij karren hoijgewasch" voor 110 guldens; dit veldje grens-de met de ene zijde aan de Hautse en met de andere zijde aan de Gossens beemd.
d. een geregte sesde part in een hoij-beemptje gelegen aen de sluijs tot Wolfs-winkel groot int geheel drij karren hoijge-was (een ses-ten-gaets), welke Willem Willems in 1701 kocht en die toebe-hoord had aan Dirck Sijmons, voor 45 gulden.
3. Op Varenhout
a. De helft in een hoijvelt in de bunder ontrent de Lokstraet (lees: Laeckstraat = tegenwoordige Hoogstraat) in drie verscheijde velde aen malcande-ren gelegen groot ontrent int geheel sestien carre hoijgewas (in het cijns-boek van Helmond genoemd een hoybeemd ontrent 18 lop. gent. Wijbroeck aen de Laeckstraet, afkomstig van de Ballinghoef). De andere helft is van Pauwels Gort Vogels.
b. De helft in een hoijvelt ende teullant groot een lop, mitsgaders met eenen dries daer aangelegen op Spreuwelaer, een kar hoijge-was tsamen. Vermoe-delijk is het de hoijbeemt, die Willem Hand-rick Willem Luycas ten deel valt uit de nalatenschap van de ouders van zijn vrouw, Willem Jan Arts Vervoort en Jenneke Thomas Hendrick van den Mosselaer. Deze hoijbeemt wordt "ook ge-noempt de Oude Hage groot ontrent 4 lop. ter plaetse opt Sprewelaer".
4. In den Bosch
a. Een huijs, schuer, schop, backhuijs, hoff met teul-, weij- en hoijlant
groot tien lop gelegen in den Bosch, op 30 november 1701 door Willem Willems van de Laer gekocht uit de erfenis van zijn vrouws oom Willem Lamberts Vervoort voor 671 gulden. De lasten op deze gronden zijn jaarlijks 7 stuivers aan Gerart Stansen Molenmakers in kwaliteit van kerkmeester, 4 gulden in een meerdere pacht aan Jan Gerit Bacx, 6 vaten garst 2 gulden 10 stuiver aan Jonkheer van Heurn in zijn kwaliteit van rentmeester, 4 pennin-gen chijns aan het Capittel van Sint-Oedenrode.
Bij acte van 21 februari 1702 wordt deze boerderij door Willem Willem van de Laer voor vier jaar verpacht aan Peeter Mathijssen meester-metse-laar tegen een pachtprijs van 24 gulden.
5. Obligaties
Eene obligatie van tweehondert gulden cap. tot laste van de gehug-te Nenssel ende Vressel.
Het betreft hier niet de obligatie van 200 gulden en een rente van 4%, die bij acte van 21 september 1693 werd gevestigd ten gunste van Willem Willem Handricx en ten laste van de vrijheijt Sint-Oe-den-rode, want deze droeg Willem Willem Handricx bijacte van 28 januari 1702 over aan Aert Houbrac-ken.
Evenmin gaat het om de obligatie van 150 gulden met een rente van 4%, die werd gevestigd bij acte van 31 augustus 1677 ten gunste van Matijs Peeter Maes, want bij acte van 29 sep-tember 1712 verko-pen diens kleinkinderen Hendrick Willems van de Laeren zijn broer Mathijs deze aan Jan Peeter Maes; de schuld is inmid-dels overgeno-men door Adriaen Kerckhoff. De schuld werd afgelost op 25 augustus 1721.
Vermoedelijk gaat het over de obligatie van 200 gulden ten laste van de gemeente Sint-Oedenrode, waarvan Aert Mathijssen Maes zijn helft bij acte van 2 april 1700 overdraagt aan zijn zwager Willem Willems van de Laer. In dezelfde acte wordt het deelvan Aert Mathijssen Maes in de al genoemde de obligatie van 150 gulden ten laste van (de kinderen van) Jan Adams van der Hage overdragen aan Willem Willems van de Laer.
Het opmerkelijke is dat we alle bezittingen wat betreft herkomst vrij goed hebben kunnen traceren en dat het de aangetrouwde families zijn (Pennincx, Vervoort, Maes) waar veel van de eigendommen hun her-komst hebben. Nergens hebben we bewijzen gevonden dat ook Willem Hendrick Willem Luycas reeds onroerend goed bezat. Wel vonden we in het verpon-dingenboek van 1693, dat Willem Willems nóg een boerderij bezat, die Marten Jan Sanders pachtte (huis en hof, land 21 lop., groes geschat op 668 guldens), zonder dat we daarvan de aankomstti-tel zijn tegengekomen noch de reden hebben gevonden waarom deze boerderij niet in de nalatenschap zat.
Ook het testament Willem Handrick Willem Luycas en Dimpna Willem Jan Aerts Vervort, opgemaakt op 1 april 1700, geeft niet meer inzicht. Bij het testament wordt eigenlijk alleen maar een legaat gedaan aan Jan Marten Sander in de vorm van de twee beste paarden, drie de beste melkkoeien, tien beste schapen en twee mud rogge; verder is het wat men tegenwoor-dig noemt een langstlevendetestament.
acte van 29-12-1722; kinderen-erfgenamen van Willem Wilems van de Laer en Magdalena Tijs Maes: Matijs en Hendrick.
Uit: geneanet vd Laar

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Magdalena Tijs Peter Jan Maes?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!

Tijdbalk Magdalena Tijs Peter Jan Maes

Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen:  grootouders    ouders    broers/zussen    kinderen