Hij is getrouwd met Maria Friederica Elisabeth Zwart.
Zij zijn getrouwd op 30 augustus 1933, hij was toen 59 jaar oud.
WAL, Feike Obbes van der
voorzitter van de Algemeene Nederlandsche Typografenbond en lid van de Hooge Raad van de Arbeid, is geboren te Joure op 15 oktober 1873 en overleden te Amsterdam op 20 april 1937. Hij was de zoon van Obbe van der Wal, dorpssmid, en Neeltje Roels Oosting. Op 30 augustus 1933 trad hij in het huwelijk met Maria Friederica Elisabeth Zwart. Dit huwelijk bleef kinderloos.
Van der Wal was acht jaar oud toen zijn vader overleed. Zijn moeder bleef achter met de zorg voor zes kinderen. Zij zette de smederij voort, waarin Van der Wal na zijn elfde ging meewerken. Op vijftienjarige leeftijd ging hij aan de slag als letterzetter in de Coöperatieve Drukkerij te Leeuwarden. Een paar jaar later verhuisde het gezin naar Amsterdam, waar hij in een drukkerij werk vond. Er volgden meer drukkerijen, als laatste die van de Algemeene Nederlandsche Diamantbewerkersbond. Het besef van het belang van organisatie was bij Van der Wal vroeg aanwezig. In 1892 sloot hij zich aan bij de net opgerichte jongelingsvereniging van typografen Eendracht maakt Macht en op zijn twintigste werd hij lid van de afdeling Amsterdam van de Algemeene Nederlandsche Typografenbond (ANTB). In 1898 werd Van der Wal gekozen tot redacteur van het bondsorgaan Ons Vakbelang. In januari 1906 werd dit omgedoopt tot Grafisch Weekblad. Tot aan zijn dood in 1937 bleef Van der Wal aan het blad verbonden, sinds 1907 als bezoldigd redacteur. Daarnaast was hij (tot 1917) propagandist van de ANTB en hield hij zich bezig met de verzorging van het maandblad De Jonge Typo, later De Jonge Boekbewerker. Van der Wal was er zich van bewust dat hij een sleutelpositie in de bond had: 'Ik gevoelde ... dat de redacteur zoo langzamerhand de persoon was geworden, die op het leven en bewegen van den Bond den meesten invloed uitoefende en van wiens beleid de snelheid van den toekomstigen groei grootendeels zou afhangen'. Als journalist èn bondsbestuurder oefende hij grote invloed uit op de opvattingen en de verhoudingen binnen de ANTB. De bond was betrokken geweest bij de oprichting van het Nationaal Arbeids-Secretariaat (NAS) in 1893 maar scheidde zich in 1903 af. Ten aanzien van aansluiting bij het Nederlandsch Verbond van Vakvereenigingen (NVV) koos Van der Wal, die zelf vóór aansluiting was, steeds een neutrale opstelling. Noch voor zijn eigen leden, noch voor buitenstaanders was daarom steeds duidelijk waar hij in dit opzicht stond. Van der Wal was intussen lid geworden van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP). De ANTB steunde diverse malen NVV-bonden bij stakingen. Maar toen de Typografenbond bij het uitbreken van een staking begin januari 1913 zelf om steun vroeg, werd deze geweigerd. Met dit gebrek aan solidariteit van NVV-bestuurders in gedachten zal Van der Wal in 1913, toen de ANTB zich ten slotte bij het NVV aansloot, met gemengde gevoelens zijn intrede in het verbondsbestuur van het NVV hebben gedaan.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog was Van der Wal ook politiek actief. Hij behoorde tot de linkse oppositie binnen de SDAP, die het antimilitarisme trouw bleef. De mobilisatie had veel van de leden van de ANTB in financiële moeilijkheden gebracht. Van der Wal wild hun positie verbeteren door demobilisatie. Tegen het einde van de oorlog probeerde hij de SDAP ertoe te bewegen zich in te zetten voor verbetering van de levensmiddelenpolitiek van de regering, vooral om binnen de ANTB de aanhang van anarchisten en de Sociaal-Democratische Partij de wind uit de zeilen te nemen. Na het overlijden van P. Hols in 1917 werd besloten het voorzitterschap van de bond te salariëren en werd Van der Wal, in feite al de leider van de bond, in deze functie gekozen. Naast de naam van professor J.A. Veraart, de adviseur van de patroons, zal die van Van der Wal, de vakbondsman, verbonden blijven aan de totstandkoming van de eerste landelijke collectieve arbeidsovereenkomst (CAO), die op 5 januari 1914 in werking trad. Deze CAO werd afgesloten door de Nederlandsche Bond van Boekdrukkerijen enerzijds en de Algemeene Nederlandsche Typografenbond, de Nederlandsche R.K. Grafische Bond, de Christelijke Typografenbond en de Nederlandsche Bond van Plaatselijke Typografenvereenigingen anderzijds. Met deze CAO werd tegemoetgekomen aan de behoefte aan rechtszekerheid en betere arbeidsvoorwaarden, alsmede aan ordening van een bedrijfstak die toen gekenmerkt werd door een moordende concurrentie. De ordening veronderstelde een min of meer loyale samenwerking tussen patroons en arbeiders. Bij de verdediging hiervan werden Van der Wals karaktertrekken het scherpst getekend. Hij kon zich onrechtvaardig behandeld voelen en reageerde dan hoekig, hard, ruw, stug en heftig op diegenen die kritiek leverden op wat voor hem van zo grote betekenis was en wat na zoveel moeite tot stand was gekomen. Van der Wal hield een belangrijke inbreng bij de onderhandelingen over de CAO's in de jaren twintig en dertig. Hij nam in deze jaren ook deel aan de Algemeene Raad van de SDAP en NVV. Ter gelegenheid van zijn 25-jarig redacteurschap van het Grafisch Weekblad werd hij op 15 oktober 1923 gehuldigd. Er werd een extra nummer van het blad aan hem gewijd. Collega's van binnen en buiten de bond prezen hem voor zijn inzet voor de bond en de arbeidersbeweging. Van der Wal maakte ook naam als de geschiedschrijver van zijn bond. Ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de typografenbond in 1916 had hij het gedetailleerde gedenkboek De oudste vakbond van ons land 1866-1916. Ontstaan en vijftigjarige werkzaamheid van den Algemeenen Nederlandschen Typografenbond (Amsterdam 1916) geschreven. In 1926 kwam er een fors vervolg op: Een tienjarig tijdperk. Streven en werkzaamheid van den Algemeenen Nederlandschen Typografenbond in de jaren 1916-1926 (Amsterdam 1926). Ook dit kenmerkt zich door een chronologische opzet met veel feiten en gebeurtenissen. Naast zijn vakbondsactiviteiten zorgde Van der Wal, die tientallen jaren lang een woning in Amsterdam-Noord met zijn zusters Aagje en Trijntje deelde, voor zijn moeder en was voogd van de kinderen van zijn overleden broer. Zelf trad hij pas op late leeftijd in het huwelijk. Uiteindelijk was hij twintig jaar lang, tot aan zijn dood, voorzitter van de ANTB. De organisatie werd zo met hem vereenzelvigd dat zij aangeduid werd als 'de bond van Van der Wal'. Hij vertegenwoordigde deze in onder meer het verbondsbestuur van het NVV, het algemeen bestuur van het Internationaal Boekdrukkersecretariaat, de Centrale Commissies in de Typografie en in het Boekbindersbedrijf en de Pensioenfondsen voor de Grafische Vakken en voor het Boekbindersbedrijf. Tevens maakte hij deel uit van de Hooge Raad van Arbeid. Van der Wal negeerde de signalen van een slechter wordende gezondheid en stierf in het harnas. Hij werd begraven op Zorgvlied te Amsterdam, waar enkele maanden later te zijner nagedachtenis een monument werd onthuld.