Kind(eren):
Poorter van Dordrecht.
Volgens de Arkelse lenen in Streefkerk is een zekere Arnout Meliszn en zijn vrouw Aaf Gerardsdr op 10 maart 1457 beleend met een viertel land (nummer 68), strekkend van de Lek tot de kade (in 1439 oostelijk belend door Wouter Foppenszn en westelijk door de leenman zelf). Dit leen is afkomstig bij dode van haar oom Laurens Meeuszn.
Eén dag later op 11 maart 1457 wordt Floris Zegerszn Bot vermeld voor de helft van dit leen (nummer 68a). Een reden kan er niet direct gegegeven worden, maar hij laat dit komen op zijn zoons Arnout en Zeger. Een conclusie die hier uit getrokken kan worden is dat Floris Zegerszn vermoedelijk getrouwd is met een dochter van deze Arnout en Aaf en dat het gaat om een bruidschat. Een reden voor deze conclusie is dat één van zijn zonen eveneens Arnout heet en dan vernoemd is naar de vader des moeders. Van deze Arnout horen we niets meer na 2 mei 1517 en hij is de enige Arnoud Floriszn die in de repertoria vermeld staat. Later ook als Arnoud zaliger van de weduwe Elisabeth, ook bekend als Lijsbeth, met haar kinderen.
Op 15 november 1459 wordt voor de andere helft (68b) een zekere Adriaen Gerardszn vermeld. Deze Adriaen staat ook bekend als Adriaen Gerards Moenszn, vermeld in 1495 als overleden, waardoor 5 morgen land (nummer 67) op zijn zoon Adriaen Adriaenszn komt. In 1421 wordt als belending voor leen 67 een zekere Gerard Genenszn vermeld.
De lenen 68a en 68b worden respectievelijk overgedragen op 2 mei 1517 en in 1507 aan Adriaen Albertszn.
grootouders
ouders
broers/zussen
kinderen
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.