Hij heeft/had een relatie met Dymphna Hermans.
De relatie startte
Kind(eren):
Achternaam ook geschreven als BLOMSCHEER. In de doopakte van zijn zoon Joannes staat achter de naam van vader Johannes "ex Frisia", ofwel, afkomstig uit Friesland. Daar blijkt de naam echter onbekend. Rekening houdend echter met de onduidelijke schrijfwijze van namen in oude kerkboeken, lijkt er een voor de hand liggende verklaring te zijn van de herkomst van de naam. Rond 1775 wonen er in Leeuwarden twee mannen, Johann Adam Blumenschein en Johann Philip Blumenschein, waarvan de eerste een soldaat is, getrouwd op 7 augustus 1774 te Leeuwarden met Catharina Hechlerin. Omdat Steenbergen een vestingstad is, en er rond 1793-1795 veel gevochten werd tussen het Staatse leger en de Franse indringers in de Zuidelijke Nederlanden, is het aannemelijk dat deze Johann Adam Blumenschein in Steenbergen gelegerd is geweest, en daar een amoureus avontuur met gevolgen heeft beleefd met de lokale Dympna Hermans. Bij het aangeven van de geboorte is er gekozen voor een fonetische schrijfwijze van zijn naam, en werd Blumenschein uiteindelijk Blomschein/Blomscheir.
Hoe de situatie was in en om Steenbergen rond het einde van 1794, blijkt uit de volgende transcriptie;
Voorbereidingen tot de verdediging
De verdedigingslinie van de Republiek was onderverdeeld in sectoren, waarna over elke sector een generaal het bevel kreeg. De sectoren die voor ons van belang zijn, zijn “Steenbergen en onderhoorige posten”, en de “Linie van de Mark”. Vóór deze sectoren waren de vestingen Bergen op Zoom en Breda nog in Staatse handen, en beiden voorzien van bezetting.
"Steenbergen en onderhoorige posten"
In deze sector voerde Generaal-majoor Johan C.F. Schmidt het bevel. Voor de verdediging beschikte hij over ruim 100 vuurmonden. De omgeving van Steenbergen was sinds eind augustus geïnundeerd door het openzetten van de Blauwe Sluis en het inlaten van vloedwater door de Steenbergsche Vliet: de polders van Kruisland, Cromvliet, en Oude Land. Door daarna alle afwatering te beletten was de inundatie uitsluitend door de regen voldoende op peil gebleven. Verder was er bij het Lindenbergsche Veer een dam in de Roosendaalsche Vliet gelegd, waardoor het terrein tussen Roosendaal en Kruisland onder water liep. Alle doorgangen door de inundaties werden bezet door posten en batterijen alsmede het noordelijk van Steenbergen gelegen Fort Henricus.
Als laatste was er onder leiding van majoor-ingenieur Christiaan Schuller een verschansing opgeworpen bij het Lindenbergsche Veer, welke op 23 september gereed kwam. De verschansing werd opgeworpen met behulp van gepreste boeren uit de omgeving. Om deze aan de arbeid te houden en het weglopen te beletten, was aan Schuller een wachtmeester met twaalf gardes te paard toegewezen, zodat hij in staat zou zijn “met deeze manschappen de boeren tot hun pligt te houden”. Toen de verschansing klaar was werd deze voorzien van 14 vuurmonden en 6 handmortieren. Begin december was het water door de inundaties echter zo hoog gestegen dat het water de verschansing binnen kwam en de kruitmagazijnen onder water liepen. Generaal-majoor Schmidt had voor het bezetten van Steenbergen en alle posten onder zijn bevel begin september maar 206 man infanterie tot zijn beschikking, afkomstig van de reeds genoemde zes compagnieën. Na aanhoudende verzoeken om versterking bedroeg de sterkte eind november in totaal 48 officieren en 803 minderen, nog steeds een schamel aantal.
De bezetting bestond op 2 december 1794 uit:
detachement van het Regiment Huzaren “Van Timmerman”
het veldbataljon van het Regiment “Von Wilcke"
Regiment “Van Randwijck” (2 bataljons)
Het depot van het Regiment Zwitsers “Van Lochman”
55 artilleristen van de compagnieën van Majoor Gerrit J. Sloet en de Kapiteins Pieter Rijkesteen en Otto W.I. Du Bois om de ruim 100 vuurmonden te bedienen!
Er is maar één regiment dat in 1774 in Leeuwarden was gelegerd, en in 1794 te Steenbergen, en dat is 'Van Randwijck', dus is het aannemelijk dat onze Johann Adam in dat regiment dienst deed. Hij is daarmee één van de zeer vele Duitse militairen die dienst doen in het Staatse leger. Vooral uit Hessen komen veel recruten. Ook Johann Adam Blumenschein is zeer waarschijnlijk afkomstig uit de omgeving van de Hessische provincie Starkenburg (juist ten zuidoosten van Darmstadt), Duitsland. Aldaar woont een grote concentratie Blumenschein's in de 18e eeuw, en de combinatie Johann Adam komt zeer veel voor in de geboorteakten van de gemeenschappen in en rond de plaats Winterkasten. Er van uitgaande dat onze Johan Adam bij zijn huwelijk in 1774 minstens 19 jaar oud is, dan is hij geboren voor 1755. Tussen 1723 en 1740 worden er 7 Johann Adams geboren in de omgeving van Winterkasten. De stamboom van deze Blumenschein-familie gaat terug tot ca. 1575, als ene valentin (of Veltten) Blumenschein te Frohnhofen (Hessen) wordt geboren. Hij trouwt rond 1595 te Rossbach bei Erdbach (in de Oderwaldkreis, Hessen) met Eva Eisenhauer, geboren rond 1575 te Eberbach. Hij sterft na 1635 te Frohnhofen, zij na 1618 op een onbekende plaats.
Johann Adam Blumenschein | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dymphna Hermans | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.