Dag Jan.
Ik heb een document geschreven over Pater Toon de Kok van de Tilburgseweg 134, en later 154 in Goirle.
Bij zijn afscheid naar Tanganyika in Oost Afrika,in 1946 zongen wij van de Maria Boodschap een afscheidslied, dat ik nog uit mijn hoofd ken.
Misschien ken jij de familie de Kok ook wel, want dochter Mien de Kok was getrouw met Henricus Eijsermans.
Zij woonden na de dood van Moeder Cornelia de Kok van Puijenbroek bij Pa Kees in.
Voor mijn document over Pater Toon de Kok ben ik op zoek naar een foto van hun huis op Tilburgseweg 154 in Goirle.
En ook als je hebt, meer foto`s van de Familie de kok.
Want jij kunt in jouw stamboom zien of de Eijsermans de Kok familie van Jouw is.
Ik zou er heel erg mee vereert zijn.
Groetjes, Wil Roosen.
Levensbeschrijving van de Witte Pater Toon de Kok uit Goirle.
Toon de Kok werd geboren in Tilburg op 6 juni 1912, als zoon van
Cornelis Theodorus de Kok en Cornelia van Puijenbroek.
Zijn wieg stond in de wijk t`Goirke in Tilburg, maar later werd er
verhuisd naar de Laagstraat in Tilburg.
In 1927 is de familie de Kok vanuit de Laagstraat in Tilburg,
verhuisd naar Tilburgseweg134 in Goirle.
Wij kennen Toon de Kok als broer van onze jeugd leider Oubaas
Harrie de Kok, die getrouwd was met Akela van de Welpen Ans van
Besouw, een dochter van de bekende Goirlese oud industrieel Jan
van Besouw.
In 1887 stichtten de Paters Kapucijnen uit het Belgische Meerseldreef in Slijkgat tussen Leur
en Zevenbergen een klooster met kerk.
In 1910 werd de naam Slijkgat (Slikgat) vervangen door Langeweg.
Toon de Kok begon een priesteropleiding op dit klooster bij de Kapucijnen in Langeweg.
Na de basisopleiding in Langeweg stapte Toon de Kok over naar het klein seminarie van het
“St. Paulus College” van de Sociëteit der witte paters in Sterksel.
Van 1934 tot 1936 studeerde Toon de Kok Filosofie aan het St. Charles college in Esch bij
Haaren.
Op 3 oktober 1936 vertrok Toon voor een jaar naar het Algerijnse Maison Carrée voor een
cursus missiewerk in Afrika, waar hij ook gekleed werd.
Wat dreef Toon de Kok om voor de Sociëteit van de Witte paters van Afrika te kiezen?
De Franse Kardinaal Charles
Lavigerie 1825/1892 uit Nancy kreeg
van Paus Pius 1X in 1867 de opdracht
om in Afrika een grote katholieke missie
op te gaan zetten.
Charles Lavigerie werd zelf in 1867
door de paus tot Aartsbisschop van
Algiers benoemd.
In 1868 richtte hij in Algiers de sociëteit
van de Witte paters voor Afrika op.
Een jaar later in 1869 richtte Lavigerie
ook de Witte zusters van Afrika op.
Aanvankelijk werkten de witte paters
uitsluitend in Algerije en Tunesië.
In 1878 breidde Charles Lavigerie in
opdracht van Paus Leo XIII zijn
missiegebied uit naar Tanganyika, waar
een vestiging werd ingericht aan het
Victoria, en het Tanganyikameer.
Tanganyika ligt in Oost
Afrika, aan de Indische
Oceaan.
Het missiegebied in
Tanganyika, het latere
Tanganyika was erg
uitgebreid, want het land is
met zijn 945 duizend
vierkante kilometer bijna 23
keer groter dan Nederland.
De enthousiaste wervingsacties van Kardinaal Lavigerie in Algerije wekte bij veel jonge
mannen en vrouwen interesse op, om zich bij deze Sociëteit aan te melden.
Toon de Kok uit Tilburg werd door de enthousiaste verhalen over Bisschop Charles Lavigerie
ook geïnspireerd om voor deze sociëteit te kiezen.
De boodschap die Lavigerie zijn witte paters mee gaf luidde:,, Spreek hun taal, Eet wat zij
eten, Kleedt u zoals zij, en Respecteer hun Gewoontes en Cultuur”.
De kleding van de witte paters van Afrika was Arabisch, een witte Burnous met een
grotekralen rozenkrans om de hals, een rode Fez op het hoofd, en een lange baard.
Het steunpunt van de Sociëteit der witte paters van Afrika in Nederland, is begonnen in 1884
in het kantoortje van Broeder Bernardinus van het oude Instituut St. Louis in Oudenbosch.
Door de jaren heen meldden zich meer dan 800 Nederlanders waaronder dus ook Toon de
Kok uit Tilburg.
Hij wilden als missionaris in Afrika gaan werken, om de bevrijdende boodschap van het
Evangelie, ook daar te gaan verkondigen.
Pater Toon de Kok vond het de gewoonste zaak van de wereld om de arme en meestal
analfabetische bevolking van Afrika mee te helpen, zich sneller
te ontwikkelen.
De eerste Nederlandse witte pater was de ex zouaaf Gerard
Metz 1851/1909 uit Roermond.
Na zes jaar kleinseminarie in Sterksel ging Toon de Kok in 1934 twee jaar psychologie
studeren op het St Charles college langs de N2 in Esch bij Boxtel.
De priesterstudent Toon de Kok behoorde in 1936 tot de laatste groep studenten die naar
Maison Carrée in Algerije werden gestuurd voor een cursus missiewerk in Afrika.
Een jaar later in 1937 ging Toon de Kok naar het groot seminarie in het St. Bonifatiushuis in
s`Heerenberg voor vier jaar theologie studie, in1958 omgedoopt tot Huize Don Rua.
Langs deze staties in de achtertuin van het Bonifatiushuis heeft Toon de Kok
Jaren gewandeld, en gebrevierd.
Op 10 juni 1938 vond bij Toon de Kok in het groot seminarie in s`Heerenberg de
Kruinschering plaats.
Op 19 september 1940 legde Toon de Kok de Eeuwige gelofte af in s`Heerenberg.
20 september 1940 werd Toon subdiaken, en op 21 september Diaken.
7 juni 1941 de grote dag voor Toon de Kok in s`Heerenberg werd hij tot Priester gewijd.
Maar de aan de gang zijnde tweede wereldoorlog maakte het onmogelijk voor nieuwe paters
om naar de missiegebieden in Afrika te vertrekken.
De studie in s`Heerenberg werd verlengd met twee jaar, waarin Pater Toon de Kok naar de
universiteit Nijmegen werd gestuurd voor weer een cursus missiewerk.
In 1943/44 mocht Pater de Kok voor twee jaar gaan werken in een Tilburgse Parochie.
Op 20 mei 1946 mocht Pater Toon de Kok dan eindelijk naar Mwanza in Tanzania, dat toen
nog Tanganyika heette.
De familie de Kok woonde toen aan de Tilburgseweg 134 tegenover Café “ De TWEM” in
Goirle.
Vanuit zijn ouderlijkhuis vertrok Pater Toon de Kok in 1946 naar Tanzania, wij zongen met
de jeugd van de Parochie Maria Boodschap het nu volgende afscheidslied.
Nu vaarwel `t ga je goed, beste wensen nu
O wij snikken de snuiten, uw guiten.
Voor hoelang Pater gaat gij van ons heen
Naar het verre land waar de zon fel brandt
Maak fortuin wordt maar bruin en behoudt uw
goede luim
Goirle`s jeugd blijft met dank aan u denken.
Juli 1946 Pater Antoon de Kok gaat werken in Mwamagembe.
In mei 1948 werd Pater Toon ook Overste in Lalago.
In maart 1956 kwam Pater de Kok met verlof naar Goirle.
Als Toon door de Goirlese straten wandelde werd hij door iedereen aangesproken, bij zulke
gelegenheden vertelde hij de mooiste verhalen over zijn belevenissen in Tanganyika.
Als Toon de Kok in Goirle was droeg hij altijd H. Missen op in de Kerk van Maria
Boodschap, op het zijaltaar.
De misdienaar Cees van Gool van Architect Janus van Gool assisteerde hem daarbij.
Ook de drieling broer van Kees van Gool, Ad was in opleiding op het Klein seminarie St.
Norbertus in Heeswijk om opgeleid te worden tot Witte pater voor Afrika.
En zijn ouder broer Sjef van Gool zat op dat moment voor de Witheren in Congo.
Tijdens dat verlof in 1956 ging Pater Toon de Kok met de jeugdbeweging van de Maria
Boodschap parochie op Kamp bij de ex Goirlese kunstschilder Bert Otten in Netersel
In 1956 moest Pater Toon de Kok ook op een bijspijker cursus in het Engelse Dorking nabij
Londen.
In 1957 keerde Pater Toon de Kok terug naar de stad Mwanza in Tanganyika.
In de jaren dat Toon de Kok in Tanganyika werkzaam, stond hij bekend als heel amicaal.
Pater de Kok was een bijzonder actieve missionaris en organiseerde diverse activiteiten voor
de jeugd, maar ook voor de oudere inwoners.
De zondagse preek van Pater Toon in de kerk van de Basukuma gemeenschap in Mwanza,
sprak ook de jeugd erg aan.
Pater de Kok richtte ook een toneelclub op waar hij zelf ook in meespeelde.
En als iets niet naar zijn zin ging, kon Pater Toon soms erg opvliegerig reageren.
De bevolking in de plaatsen waar hij actief is geweest, was erg op hem gesteld omdat hij een
erg aimabele man was.
Door de kerkelijke leiding werd Pater Toon de Kok gezien werd als een groot talent in het
Apostolaat door zijn aansprekende Preken, en mooie verhalen in Het Schetsboek van Afrika.
Pater Toon hield van het goede leven, en de vriendschap met de dorpsbewoners, maar ook van
de mooi natuurlijke omgeving.
Ook genoot Toon de Kok van een lekker sigaretje, hij was een echte kettingroker.
In mei 1963 werd Pater de Kok erg ziek, hij en werd met verlammingen aan beide benen op
een vliegtuigbed naar Nederland vervoerd en opgenomen in het Tilburgse
St. Elisabeth ziekenhuis
Na grondig onderzoek door verschillende
specialisten, deelde de neurochirurg dokter
Michel de Grood hem mee, dat zij niets meer
voor hen konden doen.
U heeft namelijk prostaatkanker, met
ernstige uitzaaiingen naar de botten.
Na ontslag uit het Elisabeth ziekenhuis werd
Pater Toon de Kok onder gebracht bij zijn
zus Riet de Kok in Tilburg.
In Januari 1964 werd hij weer voor een
lange periode naar het Elisabeth ziekenhuis
gebracht, omdat zijn lichamelijke toestand
verergerd was.
Vlak voor zijn overlijden op 10 maart 1964
werd hij op verzoek van zijn zus Riet weer
naar haar overgebracht.
Pater Toon de Kok was ook tijdens zijn lang
en pijnlijk ziekbed een onvergelijkbaar
voorbeeld voor zijn op bezoek komende
medebroeders en zijn familie en kennissen.
12 maart 1964 was eer avondwake voor
Toon de Kok in het St. Elisabeth ziekenhuis
aan de Jan van Beverwijckstraat in Tilburg.
Op 13 maart 1964 om 10,30 uur werd Pater Toon de Kok begraven op de begraafplaats van
het Missiehuis St. Charles langs de A2 snelweg in Esch
grootouders
ouders
broers/zussen
kinderen
Antonius de Kok | ||||||||||||||||||
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.