Hij is getrouwd met Maria Loonen.
Zij zijn getrouwd
Kind(eren):
Ook: Adriaan van Campen
Gepubliceerd: 29-02-2012
door Norbert de Vries
Iedereen heeft - daar doe je niks aan - twee ouders, vier grootouders, enzovoort. Je kunt, dankzij de burgerlijke stand, je voorouders tamelijk makkelijk terugvinden tot omstreeks 1811. Nog verder terug in de tijd is ook mogelijk, maar het wordt, hoe verder je komt, steeds lastiger. De genealogie is erg in zwang: vele duizenden (vaak onlangs gepensioneerd) zijn druk in de weer om met behulp van gegevens uit allerlei archieven hun voorgeslacht in kaart te brengen. Sommigen hopen, dat ze een beroemde voorouder zullen vinden. Zelden is dat het geval. Maar een beruchte voorouder is even zeldzaam. Het gros van het voorgeslacht bestaat uit mensen van wie je niet veel meer te weten komt dan hun naam, de data van hun geboorte en overlijden, en de namen van hun huwelijkspartner en kinderen. Heel soms heb je geluk en stuit je op een voorouder die een onuitwisbaar spoor heeft nagelaten en over wie massa’s gegevens bewaard zijn gebleven. Dat overkwam Karel van Campen (81), toen hij in 1998 een tentoonstelling bezocht in een museum te Breda en daar op een gegeven ogenblik voor een vitrine stond die was gewijd aan “Adriaan van Campen, de schrik van de Baronie van Breda”. “Zou dat misschien familie zijn?”, dacht hij, en hij ging de volgende dag al op onderzoek uit.
Karel en Frank
Karel kwam er achter, dat hij in rechte lijn afstamt van de beruchte Adriaan van Campen. Datzelfde geldt ook voor ‘onze’ Frank van Gils (57): historicus, fotograaf. Over 250 jaar zullen zijn nakomelingen ongetwijfeld een veelheid aan informatie over hem terugvinden: boeken als - om er slechts twee uit een lange reeks te noemen - ‘Drie eeuwen landbouwgeschiedenis van Goirle’ en ‘Een monument voor de fotograaf’(beide boeken maakte hij samen met zijn neef Jef van Gils) en heel veel foto’s uit het rijke archief van Foto Amateur Klub Lumen.
Karel en Frank gingen vervolgens samen aan de slag om alle mogelijke gegevens te verzamelen over het leven van hun beruchte voorvader. Ze vonden zó veel, dat de gedachte opkwam om er een boek over te schrijven. Dat boek, waaraan zij meer dan een decennium hebben gewerkt, is nu klaar en zal op 12 maart aanstaande worden gepresenteerd. Frank zegt hierover: “Het boek biedt niet alleen het dramatische levensverhaal van Adriaan, het geeft ook een uitgebreid beeld van de samenleving waarbinnen dat leven zich afspeelde. Om zijn leven en dood te kunnen begrijpen, te kunnen ‘plaatsen’, is het namelijk wenselijk om het nodige te weten over de tweede helft van de achttiende eeuw in onze contreien: over de maatschappelijke onrust van die jaren, over hoe bestuur en rechtspraak toen functioneerden, over onderwerpen als erfrecht, criminaliteit, enz., en over de situatie ten plattelande. Tegen die achtergrond kun je begrijpen hoe Adriaan op het criminele pad kwam. Overigens wil ik - ter geruststelling van al mijn bekenden en de lezers van het Goirles Belang - meteen maar even zeggen, dat we ook de levensloop van al zijn kinderen, kleinkinderen enz. zijn nagegaan, en dat gebleken is, dat in de generaties ná Adriaan geen criminaliteit meer voorkomt. Allemaal oppassende, brave mensen, werkzaam in de landbouw of bij de spoorwegen!”
Adriaan van Campen
Hij werd in 1746 geboren als de bastaardzoon van de Baarlese schepen Peter van Camp(en) en diens meid Jacomijna Willemse. Waar? “Dat lees je in ons boek. Nee, hij is niet in Baarle geboren, zoals altijd gedacht is. Wij hebben zijn echte geboorteplaats ontdekt.” De familie van zijn vader nam hem niet liefdevol in haar midden op, maar toch werd er wel voor hem gezorgd. Men regelde, dat hij een goede schoolopleiding kreeg: uit zijn brandbrieven blijkt, dat hij over een geoefend handschrift beschikte en een behoorlijk grote woordenschat bezat. Echter, toen hij een jaar of twaalf was, moest hij zelf zijn kost gaan verdienen. Hij werd schaapherder en werkte als knecht op diverse boerderijen. Rond diezelfde tijd dreigde zijn moeder uit het door haar gehuurde huisje gezet te worden, en stierf zij. Deze gebeurtenissen vervulden Adriaan met een heftige rancune tegen rijke weduwen (zoals de huisbazin van zijn moeder er een was) en welgestelde boeren (voor wie hij werken moest). Vanaf 1770 koos hij voor het pad der misdaad. Hij begon waarschijnlijk met ‘gelegenheidsdiefstallen’ (wasgoed, gereedschap, enz.) en ging vervolgens over tot de zware criminaliteit, met name door het leggen van zogeheten ‘brandbrieven’.
Brandbrieven
In de tweede helft van de achttiende eeuw werd het leggen van brandbrieven een populaire manier om rijke boeren geld af te persen. Dit was gewoonlijk het werk van bendes zoals bijvoorbeeld die van de Bokkenrijders in Zuid-Limburg. Zo’n brandbrief werd ’s nachts bij een boerderij gelegd, op een goed zichtbare plek, en bevatte het dreigement van brandstichting als niet een bepaalde som geld op zekere plaats zou worden gedeponeerd. Ook als de boer het zou wagen om de schout te waarschuwen, zou ‘de rode haan kraaien’. In de brief werd de indruk gegeven, dat de boerderij door bendeleden permanent in de gaten gehouden werd, en dat men precies wist wie er woonden en wat er te halen viel. De meeste boeren zwichtten voor deze dreigementen en betaalden het losgeld. Beter een beperkt verlies, dan de kans alles kwijt te raken.
Adriaan van Campen was geen lid van een bende; hij werkte - en dat was zeer bijzonder -geheel alleen. In zijn brandbrieven (hij legde er 90 in 16 jaar) had hij het altijd over ‘wij’. In de Baronie (o.a. in Dorst) was het heel lang een bekende, veelgebruikte zei-spreuk: “Hier zijn we”, zei Van Campen, en hij was alleen.
Het was een zeer lucratieve vorm van criminaliteit: van de 90 bedreigingen heeft Adriaan er slechts 5 tot uitvoering hoeven brengen. Vijf boerderijen brandde hij plat (zonder slachtoffers te maken), en 85 keer kon hij een flinke som gelds incasseren.
In 1787 wordt hij gepakt, veroordeeld en ter dood gebracht. Zijn straf was zeer gruwelijk en zwaar: op de markt te Breda werd hem eerst de rechterhand afgehakt, vervolgens werd hij op een kruishout vastgebonden en werden hem de botten van benen en armen gebroken met ijzeren staven, en tot slot werd hij onthoofd. Zijn rechterhand en hoofd werden op het galgenveld ten toon gesteld; zijn lichaam werd verbrand.
Proces van de eeuw
Het zijn zeer roerige jaren, dat laatste kwart van de achttiende eeuw: in 1776 klinkt de klaroenstoot van de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring, van 1780 tot 1784 is Nederland verwikkeld in de vierde (zee)oorlog met de Engelsen, in 1781 verschijnt in ons land het anonieme pamflet ‘Aan de Volk van Nederland’ waarmee het startschot wordt gegeven voor het snel oplopende conflict tussen de patriotten en de orangisten, en in Frankrijk implodeert het Ancien Regime en bestormt het volk in 1787 de Bastille. Allerwegen revoluties dus. In onze contreien (maar ook elders, zoals bijvoorbeeld in de ‘Landen van Overmaas’: de Bokkenrijders!) is er veel banditisme als gevolg van de grote armoede en het zwakke overheidsbestuur. Gedroste huursoldaten, vaganten en bedelaars vormden soms bendes die het platteland onveilig maakten. De overheid kreeg er maar weinig vat op. Pas in de Franse tijd en daarna (de oprichting van de marechaussee in 1814!) lukt het om de roversbendes uit te schakelen. Tot die tijd probeert men het banditisme te onderdrukken met zeer zware straffen voor de bendeleden die worden gepakt.
Het in 1787 gevoerde proces tegen Adriaan van Campen trok zeer de aandacht. Het heette ‘het proces van de eeuw’.
Bizarre werkelijkheid
De levensloop van Adriaan is bijzonder. Frank zegt hierover: “De historische werkelijkheid is vaak bizar. Zo vreemd en onverwacht… dat kun je niet verzinnen gewoon. Maar door het leven van iemand als Adriaan in kaart te brengen, krijg je tevens een scherp(er) beeld van dat verleden. Hoe het was om in die tijd te leven. In ons boek gaat het primair om Adriaan van Campen, maar de ondertitel luidt niet voor niets: misdaad en justitie in de Baronie van Breda in de 18e eeuw. Als je dit boek gelezen hebt, is je kennis van de historie van onze streken aanzienlijk vergroot.”
Er zit tien jaar werk in het boek. Karel en Frank hebben de archieven van Tilburg, Hoogstraten, Breda, Turnhout en Antwerpen ‘doorgevlooid’, op zoek naar sporen van Adriaan. Monnikenwerk. En het mooie is, dat ze de honderden pagina’s bronnenmateriaal in getranscribeerde vorm op internet zetten: kijk op www.grafischbureauvangils.com. Nee, niet Grafisch Buro Goirle, maar Grafisch Bureau Van Gils!
Goirles boek
Het boek speelt zich af in de Baronie, in plaatsen als Bavel, Baarle, Ulvenhout, Dongen, Breda en Oosterhout. Geen Goirles boek, zult u zeggen. Maar daartegenover staat, dat de productie zwaar Gools is: in de eerste plaats via Frank van Gils en zijn voortreffelijke zonen Wouter en Geurt (het boek is dus werkelijk ‘een plaatje’), en voorts via het Grafisch Buro Goirle en Ben Hovens. Een opeenstapeling van kwaliteiten.
Frank: “Het boek is - al zeg ik het zelf - schitterend mooi geworden. Bijna 300 pagina’s met ruim 125 illustraties. Veel kaarten en prenten. En dat voor nog geen 20 euro! Dat kan alleen omdat deze uitgave flink gesponsord is: de Mastboom-Brosensstichting, de provincie Noord-Brabant en de heemkundekring van Ulvenhout (Paulus van Daesdonck) hebben een mooie financiële basis gelegd. Normaal zou zo’n boek rond de 40 euro kosten. Maar, allee, als de lezers van het Goirles Belang er snel bij zijn, en alert reageren, dan kunnen ze het boek al voor 17,50 euro kopen. De voorinschrijving sluit op 4 maart.
grootouders
ouders
broers/zussen
kinderen
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.