Hij is getrouwd met Geertruid Petronella van LOTHARINGEN.Bron 3
Zij zijn getrouwd in het jaar 1108.
Kind(eren):
12. Floris II Graaf van Holland (vanaf 17.6.1091) bijgenaamd De Vette. Maakt een einde aan de strijd met Utrecht, verschijnt als leenman van de bisschop van Utrecht voor het eerst met de titel 'Graaf van Holland' 1101, overl. 2.3.1121 begr. Egmond, tr. voor 1108 Geertruid van Saksen, geb. ca. 1080, overl. 23.5.1144 begr. Rijnsburg, dr. van Dirk II van Saksen, Hertog van Opper-Lotharingen, en Hedwich van Formbach. Nam na huwelijk de voornaam Petronella aan. Sticht in 1132 de abdij Rijnsburg, waar later de Graven begraven worden. Hij volgde in 1091 zijn vader op. Omstreeks 1108 huwde hij met Geertruida, de dochter van de
hertog van Opper-Lotharingen en halfzuster van de Duitse Koning Lotharius van Supplinburg. Zij
overleefde haar man ruimschoots en overleed op 23-05-1144 waarna zij te Rijnsburg werd begraven.
Waarschijnlijk al bij haar huwelijk veranderde zij haar naam van Geertruida in Petronella.
Hiermee heeft zij vermoedelijk beoogd om zo haar verbondenheid met Petrus en de Heilige Stoel te
benadrukken. Uit het huwelijk van Floris II en Petronilla zijn vier kinderen bekend: Dirk die
later als Dirk VI zijn vader opvolgde, Floris die bekend werd als Floris de Zwarte, Simon die
kanunnik te Utrecht werd en een dochter genaamd Hadewig. Floris II werd in 1101 als eerste met de
titel 'graaf van Holland' vermeld. Daarvoor werd de streek van de graven nog als Friesland
aangeduid. Hij was waarschijnlijk leenman van de Bisschop van Utrecht. Over zijn uiterlijk is
bekend dat hij buitengewoon zwaarlijvig was hetgeen hem de bijnaam "de Vette" opleverde. Ook
wordt hij omschreven als schatrijk. Deze rijkdom was grotendeels verkregen uit de inkomsten van
veenontginningen en tolheffing aan de monding van de grote rivieren. Tijdens zijn bewind werden
in het graafschap enkele reeds bestaande houten kerken vervangen door stenen kerken waarbij het
materiaal, tufsteen, door hem vanuit de Rijnstreek werd geïmporteerd. Na zijn dood, op nog
jeugdige leeftijd, regeerde gravin Petronilla door met krachtige hand. Zij deed belangrijke
schenkingen aan de abdij van Egmond Hij volgde in 1091 zijn vader op. Omstreeks 1108 huwde hij
met Geertruida, de dochter van de hertog van Opper-Lotharingen en halfzuster van de Duitse Koning
Lotharius van Supplinburg. Zij overleefde haar man ruimschoots en overleed op 23-05-1144 waarna
zij te Rijnsburg werd begraven. Waarschijnlijk al bij haar huwelijk veranderde zij haar naam van
Geertruida in Petronella. Hiermee heeft zij vermoedelijk beoogd om zo haar verbondenheid met
Petrus en de Heilige Stoel te benadrukken. Uit het huwelijk van Floris II en Petronilla zijn vier
kinderen bekend: Dirk die later als Dirk VI zijn vader opvolgde, Floris die bekend werd als
Floris de Zwarte, Simon die kanunnik te Utrecht werd en een dochter genaamd Hadewig. Floris II
werd in 1101 als eerste met de titel 'graaf van Holland' vermeld. Daarvoor werd de streek van de
graven nog als Friesland aangeduid. Hij was waarschijnlijk leenman van de Bisschop van Utrecht.
Over zijn uiterlijk is bekend dat hij buitengewoon zwaarlijvig was hetgeen hem de bijnaam "de
Vette" opleverde. Ook wordt hij omschreven als schatrijk. Deze rijkdom was grotendeels verkregen
uit de inkomsten van veenontginningen en tolheffing aan de monding van de grote rivieren. Tijdens
zijn bewind werden in het graafschap enkele reeds bestaande houten kerken vervangen door stenen
kerken waarbij het materiaal, tufsteen, door hem vanuit de Rijnstreek werd geimporteerd. Na zijn
dood, op nog jeugdige leeftijd, regeerde gravin Petronilla door met krachtige hand. Zij deed
belangrijke schenkingen aan de abdij van Egmond. Florenz II. der Dicke Graf von Holland
(1091-1122) ---------------------- -2.3.1122 Sohn des Grafen Dietrich V. von Holland Florenz
II. folgte 1091 in Holland und Seeland. Wahrend seiner Zeit begannen die großen Meereseinbruche,
die weitgehend die Zuidersee herausbildeten, was zu einer bedeutsamen geographischen und damit
auch politischen Abtrennung der Ostfriesen fuhrte. Er fuhrte die traditionellen Fehden seines
Hauses gegen Flandern, die Bischofe von Utrecht und Geldern um Rechte und Einflussbereiche und
Besitz. Hugo Jackel: Seite 89 ********** "Die mittelfriesischen Grafen" LOTHAR III. ubergab im
Jahre 1125 dem Gemahl seiner Stiefschwester Gertrud, Florenz II. von Holland, die dem Stift
Utrecht entzogene Grafschaft Mittelfriesland. Diese Ubergabe erfolgte auf Grund einer
unanfechtbaren Urkunde, die verbriefte, alte Anwartschaft auf jene Grafschaft enthielt. 1113
oo Gertrud von Ober-Lothringen, Tochter des Herzogs Dietrich II. -23.5.1144 Kinder: Dietrich
VI. um 1110-6.8.1157 Florenz der Schwarze um 1115-26.10.1133 Simon Kanoniker in Utrecht - Hedwig
Nonne - 1132
Max Mesman http://gw.geneanet.org/aegidius (XXXXX@XXXX.XXX)
Floris van HOLLAND | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1108 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geertruid Petronella van LOTHARINGEN |