Stamboom Dullemen » Willem Claesz "Wyntgen" van Deventer (± 1518-1575)

Persoonlijke gegevens Willem Claesz "Wyntgen" van Deventer 


Gezin van Willem Claesz "Wyntgen" van Deventer

Hij is getrouwd met Willemke GIJSBERTS.

Zij zijn getrouwd.


Kind(eren):

  1. Claes Willemsz Deventer  ± 1552-< 1631 
  2. Arien Willemsz DEVENTER  ± 1563-± 1630 


Notities over Willem Claesz "Wyntgen" van Deventer

alias Wyntgen, won Laageind van Middelkoop. KW XVII-90, OV ZH Gen 1986-59: Hij is geboren in 1517
of 1519 en overleden tussen 9-11-1575 en 29-3-1576. Hij woont in 't Leecheijndt van Middelkoop in
een huis op de zgn. 21 mergen (erfgoed van zijn vader). Hij blijkt nogal stijfhoofdig te zijn,
want het kenmerkt hem dat hij veel langdurige processen voert. Daardoor is het mogelijk de
bewijsvoering te creeren tot de afstamming naar zijn kinderen. Waarom Willem Claessen de Jonge
ook 'Wyntgen van Deventer' genoemd wordt, is niet bekend. In het boek 'Historie van het Verbond
der Edelen' (deel 2, blz. 333) wordt een zekere Wijnand Augustijnsen van Deventer genoemd. Deze
werd door de Hertog van Alva gebannen omdat hij het verbond der edelen getekend had. Hij werd
ervan beschuldigd onder Van Brederode gediend te hebben, vijandelijkheden gepleegd te hebben,
brandschattingen omtrent Meerkerk van de onderdanen van de koning gevorderd te hebben en zich van
Vianen naar Amsterdam met een kwaden toeleg begeven te hebben. Dit alles gebeurde tussen 1565 en
1567. Is het mogelijk dat hij zich noemt naar deze Wijnand, misschien omdat hij met hem mee
reisde? Het lijkt mij niet, maar het is wel toevallig dat een man met zo'n naam in dit tijdvak
voorkomt. Of is hij vernoemd naar zijn oom van moeders zijde, Wijnant Cornelissen van Aefferen?
Overigens noemt hij zich 'Wyntgen' en dat kan evengoed een vrouwennaam zijn. U bemerkt dat het
allemaal gissingen zijn. Bij de boedelscheiding van zijn vader op 3-2-1540 wordt met betrekking
tot Willem bepaald dat: - Willem Claess die Jonge 'sall alleen hebben ende behouden dat rechte
vierendeell van die geheelle hoeve lants van 21 mergen ende al soe groot ende cleijn als die
gelegen syn in Middelcoop daer Claes Willemsen syn vaeder up woende int leste van sijn leven,
belent inde oosten syde van deselve hoeff, streckende vanden Leerbroeckschen lande aff totter
Hubertscher weteringe toe; - ende noch de huer off bruyckweer van Jan Jacobsz. vierendeell inden
voirs. hoeve lants dat welck hij mede gebruycken sall inden oosten syden vanden selven hoeve
lants beheltlycken [behalve] dat nyemant van syn broeders off Susteren nu noch tot gelegener
tyden hem geen hynder off schade en sullen moeten doen aende huer van Jan Jacopsz. vierendeell
vanden voirs. landen;' - ook moet Willem samen met Anthonis en Marijken aan al hun broers 3 pond
grote Vlaams uitreiken. Op 9-1-1543 geeft Willem Claes de Jonge aan zijn broer Willem Claes de
Oude als natuurlijke voogd en 'momboir' van Cornelia Claesdr. 3 karolus gulden en 2$ stuver
jaarlijks te betalen 'op der heyligen drye Codghen dach.' Dat is de rente van de verschenen
landpachten, het hoofdgeld bedroeg 16 karolus gulden. Als borg was te 'nemen ende te heffen op
ende uuijt 5 mergen ende 1: hont lants gelegen op Middelcoop in een weer landts van 21 mergen
gemeen ende onverdeelt met Jan Jacopssen t Oudewater ende Claes Willemsen kinderen, daer boven
naestgelant is Jan Willemsen met zijn medewerckende ende beneden gelegen die Vijfvierdel,
streckende vanden Leerbroeckse landt aff tot die Hubertsche weteringe toe.' Kennelijk werd het
omgeslagen over alle erfgenamen. Op 13-3-1543 verkoopt Willem Claessen uit Middelkoop een vijfde
deel van 7$ mergen land genaamd het Breeweer, gelegen op Leerbroek, aan Lysbet Dirck Goverts
weduwe. Jenneke, de weduwe van Jacob Willem Ottens heeft 4 mergen van het Breeweer in bezit. Ook
verkoopt hij een vijfde deel van 1 mergen van Claerkens Hoecht op Leerbroek aan Henrick Dirck
Geritsen en Beert Dirck Govertsen, beiden wonende te Leerbroek. Bij de boedelverdeling van Claes
Willem Ottens is door loting bepaald dat Jan Jacopsz. van Oudewater 'off sijnen erven ende
nacomelinghen souden mogen begeren alsoe den voirs. Jan Jacopsz. daer mede ingeerft is, dat
syluyden inden gevallen hem sullen moegen verhalen inde oisten syden vant voirs. land'. Als ze
het land wilden, verkopen of iets dergelijks, dan moest dat verhaald worden op d'eze oostzijde
van de 21 mergen land. Willem was daardoor de pineut. Dat blijkt later wel. Eerst enige gegevens
over Jan Jacobs Gerrits, baljuw van Oudewater. Hij is overleden tussen 22-4-1550 en 29-4-1555.
Hij huwt le met Aechtge Joosten, een dochter van Joost Aelbertsz., waarbij hij drie kinderen had,
nl. Gerit, Mechteld en Aechtge (hetgeen blijkt uit een akte van 21-7-1547). Via zijn schoonvader
was hij ingeerfd in de 21 mergen van Claes Willem Otten en had daardoor volgens het lot
onverdeeld land met Willem Claes Deventer. Jan huwt 2e met Anneke Wouter Liberts, dochter van
Wouter Liberts, die ca. 1507 huwde met Mary Thonis (geb. 1487). Zij huwt 2e voor 5-3-1557 met Jan
Gieliss Looij. De erven verkopen op 5-3-1557 12 mergen land op Rietvelt aan Willem Willems.
Anneke Wouter Liberts was de bestemoeder van zweertszijde van (Marjgrietge Jasperdr. van de
Weterings Liberts (overl. in 1552), die gehuwd was met Rutger Spronck Corneliss. Kinderen van dit
echtpaar: Cornelis, Aerdtgen, Barbera en Yda. Oom van deze kinderen van vaderszijde was Claes
Walichs de dijkgraaf van Leerdam (zie 31-8-1552). Deze Claes was gehuwd met Jaeptgen Claes
Jansen. De eerste gebeurtenis rondom de erfloting is een feit als op 5-9-1544 blijkt dat Willem
Claes Willem Ottensen volgens de huurcedulle pacht schuldig is aan Jan Jacobssen baljuw van
Oudewater over een vierde deel van de 21 mergen. Maar (volgens deugdelijk bewijs) 'ter causse van
die laeste oirloge van Gelre opt voors. lant van oncosten en schade geleden ende gehadt te
hebben' zal Jan Jacobsen deze schade moeten betalen en wel als korting op de betaling voor het
huren van het land, dat Willem gebruikt heeft en nog gebruikt. Dat Willem niet de enige was die
last van oorlogsvoering en dergelijke heeft gehad blijkt uit een akte van 2-4-1543 waarin vermeld
is dat 'het huys, schuer en berg' van Adriaen Pauwelsen, wonende in 't Leecheindt van Middelkoop,
in de laatste winter door de Geldersen is afgebrand. Ook blijkt op 5-11-1544 dat de schepenen van
Gorinchem overwogen hebben, gelet op de 'zwarigheden gevallen in die dorpen vanden Lande van
Arckel, naementlick Leerbroeck, Middelcoep, Nulandt, Oosterwijck ende Kekum opgecomen ende
geresen zijnde ter cause vande laeste oirloghe ende het water inden jaeren van 1543 gevallen ende
inden jaeren 1544 verschenen, waarbij die gebruicker oft landpachter groote tosten schaden ende
interesten aenden grootheeren ofte priestarijs gehadt hebben,' om dan 'die landpachten aenden
groitheeren cortten sal mogen, die een helft vanden pachter vervallen ende verschenen en de
andere helft door de grootheeren' te betalen. Misschien profiteert Willem achteraf nog van deze
uitspraak. Op 11-10-1557 (13 jaar later) erven Gerit Jansen, Jacob Jansen Pauw en Frans Willemsen
(zie gegevens Jan Jacobsen) de 6 mergen in de 21 mergen land. Vijf jaar later, op 13-1-1563,
willen zij weten hoe groot hun erfgoed precies is. De landmeter van het land van Vianen, Aerdt
Jans van Zuijlen, wordt erbij gehaald. Weer drie maanden later, op 16-4-1563, wordt bepaald wie
welk gedeelte heeft. Bepaald is dat: - 'Thonis Claessen ende Sebastiaen Claessen gebroederen
hebben zullen de westeynde van het land, naest aengelandt is Willemke Jacob Willem Ottensen mit
seker landt genaamd de Vijffvierdel' - en dat Willem Claessen met 'die van der Goude' (Frans
Willems en Jacop Jans Pauw) gemeen hebben en behouden de oostzijde van het land. Maar 'indijen
die van der Goude bij lotinge tussen hen ende Willem Claessen vallen ende gelooth worden inde
huysinge die Willem Claessen nu ter tijt daerop staende heeft met berghen ende andere zijnen
toebehooren. Dat insulcke gevalle dezelve Willem nyettemin behouden sal sijn helft dair de
huisinge mette berghen op staende zijn midts daer jegens die van der Goude recompenseren ende
vergoeijende, zoe wel erffen als zij Willem daer bij winnen sal ende dat inden d'andere zijde van
zijn vrs. erff gelegen, desen sullen die van der Goude zijde zoe veel hebben als bevonden sal
worden heurlieder daerin te compenteren.' Willem Claessen neemt dat echter niet en protesteert
tegen het vonnis en gaat in hoger beroep bij het Hof van Holland 'zee zijnde Hoch Raidt gedragen
sal worden.' Vijf dagen daarna, op 21-4-1563, is iedereen akkoord met het uitgesproken vonnis,
maar Willem Claessen verliest wel 2 hond van zijn land. Zijn werf zal echter gelijk blijven.
Hiermee is de zaak afgesloten. Op 23-8-1550 belooft Willem Claessen in Middelkoop aan Thonis
Hermans en Lijsbeth Adriaen Dircx weduwe, de moeder van zijn huisvrouw, wonende in het
Hoocheijndt van Middelkoop, de koop van de helft van 7 mergen land in Middelkoop, onverdeeld met
Mr. Marten van Os Goverdts (later burgemeester van Gorinchem) tussen de Leerbroeksche lande en de
Hubertse weteringe, oostwaarts Willem Huijgen en westwaarts de 'zwarte mannekens' van Dordrecht,
en dat met alle betelinge op die helft, uitgezonderd het huisje met de appelbomen. De koopsom is
480 karolus gulden. Negen jaar later, op 15-4-1559, is het Adriaentgen Jorisdr., weduwe van Jan
Adriaensen, met als gemachtigde Cornelis Jan Gerritsen, die belooft aan Willem Claessen te
betalen, maar nu een bedrag van 555 kgl., van welk bedrag Jan Calff Petersen nog 250 kgl. moet
betalen. De nu volgende processen leiden uiteindelijk tot de bewijsvoering naar de kinderen van
Willem Claessen Deventer. Het begint met de verkoop op 11-8-1554 aan Cornelis Loenen van 6 mergen
en 1 hond land op Middelkoop, noordwaarts gelegen Theunis Thymansen en zuidwaarts Cornelis
Loenen, strekkende van Cornelis Janssen tot de Hubertswetering toe. Op 11-8-1554 moet Splinter
van Voorn als gemachtigde van Cornelis Loeffsen van Lackervelt, Willem Claessen vervolgen voor
alle verlossing van het ongemak (inhoudende 50 karolus gulden), die zijn broer Adriaen heeft op
het land dat de kinderen van Cornelis Dirk Pauwelsen gekocht hebben van Willem Claessen. Ruim een
half jaar later, 10-5-1555, vervolgt Willem Claessen in Middelkoop de borgen Dirk en Cornelis
Herberens van de nagelaten weeskinderen van wijlen Cornelis Dirck Pauwels tot Amstelredam, nl.
Dirk, Marie en Geertruyt Cornelisdr. voor een rentebrief van 20 kgl., die rust op de 6 mergen en
1 hond land in 't Leecheijndt van Middelkoop. Dat hij nogal wat moeite heeft met het krijgen van
deze rentebrief blijkt op 31-3-1556, wanneer hij drie 'besettinge' laat doen op het land en op
15-5-1556, wanneer hij wederom de voogden van de weeskinderen vervolgt voor de levering van een
zekere rentebrief. Kennelijk is de zaak daarmee niet afgelopen, want op 17-5-1558 getuigen Mr.
Jacob Doel, oud 60 jaar, en Splinter van Voorn, oud 34 jaar, voor het gerecht dat ze ten huize
van Anthoenis Neyenszoon geweest zijn, 'alwaer Geertgen Cornelis Loeffs weduwe ende Willem
Claessen uit Middelcoop tsamen rekening hielden, van de penningen die Cornelis Loeffs betaelt
hadde opt lant dewelck hy tot behoeff van zekere luijden van Amsterdam gecoft had van Willem
Claessen' en waarvan hij Willem ondersteunde dat hij nog enige penningen moest krijgen, maar 'de
voors. weduwe seggende dat hij daervan betaelt was.' Een andere getuige, nl. Cornelis Thoenissen
van Lexmond ontkende tot viermaal toe dat Willem nog geld moest ontvangen. Maar Willen zwoer bij
ede dat het niet zo was. Cornelis Thoenissen had echter een 'corffken', waar hij 'verscheiden
cedullen in hadde ende bracht voort een certi- ficatie daarbij ter contrarie bleek, als dat
Willem Claessen alsdaer ter plaetse bleek ghelt had ontvangen, eyntelick, dat doen ter tijt
bevonden worde naerde rekening vande voors. weduwe.' Ergo: men is geen geld schuldig aan Willem.
Willem laat het er niet bij zitten. Op 11-2-1559, een klein jaar later, doet hij 'bij advies ende
deliberatie van den Schout ende gesworens van Leerbroeck ende Middelkoop' hem rechtelijk toe-
wijzen 7 hond land in Middelkoop, toebehorende aan de wees- kinderen van wijlen Dirck Pauwels te
Amsterdam. Weer ruim vier jaar later, op 27-10-1563, maakt Pieter Bicker Willemsen, burger te
Amsterdam, als wettig man en voogd van Mary Cornelisdr., voor hemzelf en als curator van de
goederen van wijlen Dirck Pauwels, broer van de genoemde Mary, Willem van der Wouwen machtig om
alle schulden te innen. Drie dagen later wordt Willem Claessen in Middelkoop vervolgd door deze
Willem van der Wouwen, nl. voor een rentebrief van 7 kgl. rente per jaar voor de hoofdsom van 100
kgl., die Willem Claessen verzwegen zou hebben bij de verkoop van 6 mergen en 1 hond land aan de
weeskinderen. Op 6-11-1563, zeven dagen later, wordt Willem Claessen weer vervolgd door Willem
van der Wouwen, maar nu voor 108 kgl. voor landpacht. De zaak wordt nog ingewikkelder. Op
24-11-1563, twee weken later, probeert Anneken Willemsdr. (poorteresse van Gorinchem) als
eiseres, op Willem van der Wouwen, gedaagde (gemachtigde van Peter Bicker Willemsen), de hoofdsom
van 100 Kgl. met de rente van 7 Kgl. te verhalen op de eigenaar van de 6 mergen en 1 hond land,
die als onderpand golden. De schepenen bepalen dat Peter Bicker 100 Kgl. en de rente aan haar
moet betalen. Ze moeten Willem Claessen maar zoeken (kennelijk is hij weg). Op 4-2-1564 bekent
Willem Claessen echter deugdelijk schuldig te zijn aan Peter Bicker Willemsen, wonende te
Amsterdam, de som van 106 Kgl. Willem stelt als onderpand 2 mergen in Middelkoop, boven belendend
Aentgen Floris Jans weduwe en beneden Thonis Claessen, strekkende van het land van Frans Willems
en Jacob Jans Pauw tot de dwarssloot toe. Zijn broers Thonis en Sebastiaen Claessen stellen zich
als borg. Vier maanden later, 19-6-1564, moet Willem 107 Kgl. betalen, maar nu binnen drie jaar.
Hij stelt dan als onderpand 3$ mergen land genaamd de Kaecamp gelegen in Middelkoop tussen het
land van Aentgen Floris aan de oostzijde en Thonis Claessen aan de westzijde, strekkende van
Willem Claessen weteringscamp tot de Hubertse wetering toe. Op 11-11-1565 zegt Willem Claessen
nog 36 Kgl. van landpacht aan Mr. Peter Bicker toe. Het gaat niet goed met de betalingen van
Willem aan Peter Bicker. Of blijft Willem zo koppig dat hij toch niet betaalt? Want op 14-5-1566
vraagt Splinter van Voorn als volkomen gemachtigde van Mr. Peter Bicker de toestemming van het
gerecht om de 2 mergen in Middelkoop te schatten - elke mergen voor 145 Kgl. - om de twee
rentebrieven daarmee te verhalen; de ene van 106 Kgl. en de andere van 47 Kgl. Op 20-11-1568
vraagt Splinter van Voorn weer in dezelfde hoedanigheid de toestemming van het gerecht op de 33
mergen land, genaamd de Kaecamp, te schatten, die gelegen zijn in 't Leecheijndt van Middelkoop
in het huisweer van Willem Claess alias Deventer en die deze Willem toebehoren. Elke mergen wordt
geschat op 180 Kgl., makende bij elkaar 630 Kg]. Hij verhaalt hiermee alle proceskosten en
eveneens de brief van Anneken Willemsdr. van te zamen 107 Kgl. Willem krijgt nog de tijd tot
Sinte Peters dach ad Cathedram anno 1569 om te betalen, zo niet, dan zal hij het gerechtelijk
weten. Dan zal zijn land verkocht worden. Ik weet echter niet wat het eindresultaat is geworden.
Maar er blijft kennelijk wel wat zitten, want de nagelaten kinderen van Mr. Peter Bicker krijgen
op 27-7-1587 van de erfgenamen van Willem Claessen hun aandeel in een hofstad, waar belendend
zijn Alardts weer en westwaarts de kinderen van Thonis Claessen, strekkende van de Leerbroekse
keelspit af, achter tot de kinderen van Mr. Peter Bicker toe. De in deze akte (afb. 3) genoemde
erfgenamen van Willem Claessen zijn: 1. Claes Willemsen (zijn nakomelingen worden later Deventer
genoemd), 2. Gijsbert Willemsen (hij heet later ook Deventer en een kindnoemt zich De Greeff!,,
3. Adriaen Willemsen (hij heet afwisselend Deventer en Hartoch, zijn nakomelingen heten later
Hertoch), 4. Adriaen Cornelissen als man en voogd van Anneke Willemsdr., 5. Jan Henricxs wonende
in Schelluinen als man en voogd van Marijke Willem Claesdr. (hij wordt op 19-3-1588 ook
aangesproken als mede-erfgenaam in de nagelaten goederen van Willem Claessen Deventer voor de
opdracht van zijn 'lynoote' (?) in een hennepwerf gelegen in Middelkoop. Jan Henricxs betaalt op
20-5-1588 de kinderen van Mr. Peter Bicker met zijn erfdeel in het ouderlijk huis in Middelkoop).
Deze laatste akten en de processen met Bicker geven de bewijsvoering. In latere akten treden de
drie broers ook gezamenlijk op. De uiteindelijke boedelverdeling van de goederen van Willem
Claessen Deventer heb ik niet gevonden. Dat Willem Claessen het niet gemakkelijk heeft gehad,
blijkt ook uit het volgende. Op 13-5-1567 moet Willem Claessen alias Wyntqen van Deventer in
handen van Dirck de Heer Jacobsen, poorter van Gorinchem, stellen zijn huis en hofstad en alles
wat daar bij hoort met het land, gelegen in Middelkoop oostwaarts belendend IJcken Hypolitus in
de Haech en westwaarts Anthonis Claessen, strekkende van de Leerbroexse kijlspit af tot de
Hubertse weteringe toe, mitsgaders alle beesten, zowel paarden, koeien als de andere roerende en
onroerende goederen die hij bezit. Willem moet beloven dat hij het niet zal bezwaren, noch zal
verkopen, voordat hij 126 Kql. en 2 stuvers betaald heeft. Twee jaar later geeft Willem Claessen
alias Deventer aan Dirck de Heer Jacopsen de vruchten en het gewas van 6f merqen land, gelegen in
Middelkoop, waarvan lf mergen bezaaid zijn en de andere 5 mergen nog bezaaid zullen worden. De
vruchten daarvan mag Dirck behouden en verkopen. 'Dit tot minderinge ende loscortinge van
alsulcke penningen' die hij bij Dirck heeft staan. Volgens een akte van 4-12-1577 is Dirck de
Heer gehuwd geweest met Maeycken Cornelisdr. Pauwels. Tussen deze processen door gebeurt er
natuurlijk ook nog het een en ander. Op 11-5-1548 blijkt bij een getuigenverklaring van de
verkoop van 10.000 hoepen, dat Willem Claessen 29 jaar oud is, zodat hij rond 1519 geboren zal
zijn. Op 7-10-1557 verklaren Cornelis Jan Gerits, oud ca. 50 jaren, Willem Huijgen, oud ca. 40
jaren, beiden ingezetenen en gezworenen of heemraden van Middelkoop en de parochie van Leerbroek,
en Willem Claessen, oud ca. 40 jaren (dus geboren rond 15171, en Cornelis Henricxs, oud ca. 44
jaren, beiden ook ingezetenen en geerfden van Middelkoop, op verzoek van Jan Willems gehuwd met
Marijke Jan Gheritsdr. dat Sebastiaen Cornelis zaliger aan zijn huisvrouw de voornoemde Marijke
drie jaar geleden in het huwelijk gebracht heeft de som van 275 Kgl. en ook 220 Philips gulden en
nog 225 Kgl., te betalen aan de erfgenamen; kort daarna is hij gestorven. Volgens de vier
getuigen hebben ze de laatste twee jaar zeer veel last van water gehad, zowel van boven als
anders. Daarom is de opbrengst zeer slecht geweest, zodat Marijke de pacht niet kan betalen. Op
31-5-1566 compareert Willem Claessen, wonende in Middelkoop als principaal en Mels Florissen
wonende op Rietvelt als borg. Zij geven te zamen aan Margriete Mels Florisdr., geprocureerd bij
Janneken Gijsbertsdr. zaliger, de som van 5 Kgl. 'erfelijck ende ewelick jaerlicx' te betalen en
te nemen op Willems hofstad en de 5; mergen met huis en hofstad in 't Leecheijndt van Middelkoop
(zijn huis), Mels Floriss stelt zijn 6 mergen land met huis en hofstad op Rietvelt (oostwaarts
belendend aan Willem Pauwelsen van Amsterdam). Dit voor de hoofdsom van 72 Kgl. en 13 stuvers
betreffende de pacht die Willem Claessen heeft gehad op 13 hond land, die hij van het voornoemde
weeskind huurde. Het is betaald op 29-4-1580. In het rechterlijk archief van Leerdam is niet veel
te vinden, want het is jammer genoeg slecht bewaard gebleven. Er zijn vanaf november 1571 slechts
moeizaam enkele gegevens te vinden. Vanaf oktober 1571 tot 14-12-1573 ruzien Gijsbert Claessen en
Willem Claessen Deventer over de beesten, die Willem heeft op de Otterpoel op Leerdam. Op
1-3-1575 procedeert Heer Willem van Beeck, pastoor te Leerdam, ook over vier koeien, staande in
het sterfhuis van Peeter Aarts Rouck en toebehorende aan Willem Claessen alias Deventer, wegens
de penningen die Willem achter is volgens een obligatie. Op 9-11-1575 getuigen Willem Claessen
Deventer, Claes van Duven Loijensen, Anthonis Jansen van der Meij en Hubert Jansen de Weerdt op
verzoek van Willem Jacobsen over een arrestatie binnen Leerdam. Willem Claessen blijkt 4$ maand
later overleden te zijn: op 29-3-1576 komt Claes Willemsen voor als erfgenaam van zijn vader
Willem Claessen en draagt aan Willem Dirksen (de Haen) enkele brieven op. Wat deze brieven
inhouden wordt niet vermeld. Op 10-5-1576 vervolgt Hubert Jansen de weduwe van Willem Claessen
den Deventer voor 2 gulden. Waarschijnlijk was Willem meer georienteerd op Leerdam, ook zijn
kinderen wonen later in de polders van Leerdam. Zij worden tot de belangrijke ingezetenen van de
bevolking aldaar gerekend, hetgeen uit het volgende blijkt. Volgens akten van 17-7-1593,
20-7-1593 en 9-5-1594 werd het zgn. Schoonhuijs gekocht om het als cadeau te overhandigen aan
gravin Maria van Hohenlohe. Het ging dus goed in het graafschap Leerdam. De bedoeling was dat de
officier van Leerdam (de drossaard) er in zou gaan wonen, dit volgt uit een resolutie van de
geerfden, de heemraden en de gezworenen (de landeigenaars en hun vertegenwoordigers) die het huis
kochten van Anna Gerlix, weduwe van Berndt Gerlix, wonende te Keulen. Onder de kopers kwamen de
kinderen van Willem Claessen voor, nl. Claes Willemsen Deventer, Frans Theunissen (de man van
Anna Willemsdr.) en Adriaen Willemsen (zeer waarschijnlijk Adriaen Willemsen Deventer c.q.
Hartoch, omdat ze gedrieen na elkaar worden genoemd). Eveneens worden Theunis Theunissen (Cool)
en Bart Cornelissen (zwager van Claes Willemsen) genoemd.

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Willem Claesz "Wyntgen" van Deventer?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Willem Claesz "Wyntgen" van Deventer

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Voorouders (en nakomelingen) van Willem Claesz van Deventer

Claes Willem OTTENS
± 1475-± 1538

Willem Claesz van Deventer
± 1518-1575


Willemke GIJSBERTS
± 1523-????


Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

  • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
  • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
  • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).

De getoonde gegevens hebben geen bronnen.

Aanknopingspunten in andere publicaties

Deze persoon komt ook voor in de publicatie:

Over de familienaam Van Deventer


De publicatie Stamboom Dullemen is opgesteld door .neem contact op
Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
Ton Deunhouwer, "Stamboom Dullemen", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-dullemen/I25499.php : benaderd 8 mei 2024), "Willem Claesz "Wyntgen" van Deventer (± 1518-1575)".