Stamboom Douma » Unico Hayos Ripperda (± 1415-1474)

Persoonlijke gegevens Unico Hayos Ripperda 

  • Hij is geboren rond 1415.
  • Beroep: Häuptling von Witwert: Heer van Farmsum, Loppersum, Osterwitwert.
  • Hij is overleden december 1474 in Ripperdaborg.
    Pest
  • Hij is begraven in Farmsum.

Gezin van Unico Hayos Ripperda


Notities over Unico Hayos Ripperda

Huwelijken Uniko Ripperda
2.10.?
-----------
UNICO RIPPERDA (of Uniken), zoon van Hayo, zijn moeder is een Abdena. Hij is hoofdeling van Oosterwijtwerd, Holwierde en Uitwierde en volgt in 1441 zijn oom Dithmaer Rengers op als proost van Farmsum. 7 kinderen: 1 Wiska *1452 †1488 2 Hayo II *1452 Farmsum †1504 begr. Farmsum 3 Heer Focco I *1456 Farmsum †1480 begr. Winsum 4 Hiddeke *1457 †1527 5 Hilania Ripperda *1459 †1502 6 Heer Eggerik *1460 †1537 7 Bolo

Met zijn neef Johan Rengers wordt Unico 1474 door Groningen afgevaardigd naar de Keizer om met andere rechten o.a. voor de stad het goudenmuntrecht te verkrijgen. Wat het muntrecht voor de stad betreft, heeft de deputatie geen succes; de stad verkrijgt dit eerst in 1487. Van keizer Frederik III verkrijgen zij echter persoonlijk als buitengewoon gunstbewijs (bij akte van 12 januari 1474) het recht om gouden en zilveren munten te slaan. Of zij het ooit uitgeoefend hebben, is onbekend. Beiden hebben met hun lastgevers hierover moeilijkheden gekregen en hebben, nadat zij hun diploma aan het stadsbestuur hebben overgelegd, dit nooit terug ontvangen. Ripperda overlijdt nog in hetzelfde jaar aan de pest (1474) en zal misschien ook daardoor geen gelegenheid hebben gehad het recht uit te oefenen. (U. v. Ripperda, Genealogie. Een kopie van de akte van 1474 (Keulen) bevindt zich in de Regesta Imperii van de Akademie der Wissenschaften und der Literatur Mainz (Regest 6826): "Bestätigt und vermehrt die Privilegien des Uniko Ripperda, Hauptmanns in Farmessum (in Friesland). Pön 60 Mark Goldes." "- Daz wir umb sundrer erberkeit tugent und redlicheit und vernunfft, damit unnser und des reichs lieber getrewer Uniko Ripperda hawbtman zu Farmessum vor unnser keiserlichen maiestat berumbt ist, auch der getrewen annemen und nuczlichen dinst willenn, die er uns und dem heiligen reich offt willigclich getan hat und in kunftig zeit wol tun mag und sol, demselben Uniko all und iglich gnad freiheit recht brieve, privilegia gerechtigkeit allt herkomen und gut gewonheit zu dem sloss und herlicheit Farmessum in Frieslannde gehorennde mit den hewsern und hawsstetten bynnen Farmessum gelegen auch den dreye reittschafftn inwenndig und auswenndig Delfs mit namen Farmessumer Vitwirder und Hallwirder, wie dann das sein vater und er bisher in ruhigem possess und gebrauch inngehabt und gebraucht und herbracht fur sich sein eelich sun albeg den elltissten. Ob er der aber nicht enhette, sein eelich tochter oder ob die auch nicht weren, sein nechst frunde unverscheidenlich bey einander zu behallten in allen und iglichen iren wortten punctn articln innhalltungen meynungen und begreyffungen, als Romischer keiser gnediglich vernewet confirmirt und bestett. Und damit wir auch den gemelten Uniko in solhen seinen getrewen dinstn und bey uns und dem heiligen reich dest mit geneigterm willen behalltn mugn, demselben Uniko und seinen erbenn diss besunder gnad und freiheit getan und von newem gegeben haben. Also daz sy nu hinfür in den vorgemelten iren herlichheitten guldein und silbrein müncz wie durch annder unnser und des reichs undertan in dem Friesslannd gepflegen und daselbs zu teglichem gebrauch und wert genomen wirdet unnder irem wappen machen, dadurch sy auch die wege und strass daselbs dem kaufmann und wanndeltn personen zu gut gepessern und befriden von allem zollpern gut so in dieselb ir herlicheit gebracht oder durch gefurt wirdet, redlich zys und weggellt nemen mugen. Und dartzu im seinen eelichen hawsfrawen und kinden unnser lieben frawen ordnen und gesellschafft zu tragen vergonnet und erlaubt haben, auch all und iglich eynung verpuntnuss und verschreibung, ob er oder sein vordern der gegen yemand mit iren slossen und bevestigung on unnser vorfarn oder unnser als Romischen keisers und irs rechtn herren, dem sy on mittel zusteen willen und bevelh gemacht hetten genntzlich abtan vernicht und in und sein erben davon entledigt und absolvirt .." ). In 1473 en 1474 maakte Unico samen met Johan Rengers van Ten Post (later Rengers tot Scharmer en Dijksterhuis) deel uit van een gezantschap van de Stad (Groningen) en Ommelanden naar keizer Frederik III te Keulen, ter bevestiging van hun oude vrijheden. In 1474 worden zowel Unico als Johan Rengers tot rijksvrijheer verheven: "Durch Urkunde des Kaisers Friedrich III. vom Mittwoch nach Heil. 3 Könige 1474 wird er und seine Nachkommen für ewige Zeiten als Reichsunmittelbarer Häuptling und Freiherr vom Kaiser anerkannt und erhielt das Recht, Münzen zu schlagen, sowie die oberste Rechtssprechung in seinen Besitzungen auszuüben." Unico schijnt daadwerkelijk van dit muntrecht gebruik te hebben gemaakt, doch is waarschijnlijk niet in staat geweest veel van zijn nieuw-verworven rijksvrijheid te realiseren.

DE BORG TE WINSUM. Deze tak van de Ripperda's, die actief zijn geweest in het noorden en het oosten van ons land, hebben een borg gehad in Winsum. Aldaar wordt gesproken over een oostelijke en een westelijke Ripperdaborg. Unico erft de borg Oosterwijtwerd. (* Bronnen: Zie: W.G. Feith in Ned. Leeuw XL, 106-109; * Wapenheraut V, 151 (hier foutief) en 273, 274; * Friedländer, Ostfr. Urkundenb. l, no. 753; P.O. van der Chijs, Munten v. Friesl. Gron. en Drenthe, 433 vlg.).

DE BORG TE FARMSUM. Omstreeks het jaar 1000 spreekt men voor het eerst van het dorp Farmsum: "Fretmarashem". In het jaar 1228 is er sprake van ' Fermeshem'. Aan het einde van de 14e eeuw wordt de naam als 'Fyrmesen' geschreven en nog later als 'Fermissum' en Farremsem'. De rechtspraak is in handen van de Ripperda's, de bewoners van de borg. In ongeveer 1270 wordt het steenhuis genoemd. In 1323 wordt de naam Ripperda aan het huis gekoppeld. In 1681 is er sprake van een borg met met een schathuis en traptoren, paardenstal, brouwhuis en 62 grazen land. In 1745 wordt het interieur van het huis beschreven: een blauwe, een rode en een groene kamer, een klein kamertje, een grote zaal, een voorhuis een voorkamer, een keuken en een kamer daarnaast, een slaapkamer, gang en eetkamer enz. Poort, brouwhuis, koetshuis, schuur, provisiekamer en zolders completeren het beeld. In 1811 wordt het geheel afgebroken. Tot 1681 wordt het huis bewoond door de familie Ripperda. Een eeuw lang bleef het huis van de familie Rengers. Vanaf 1246 wordt in een oorkonde, die trouwens niet als echt erkend wordt, Hayo Ripperda van Farmsum genoemd. Vanaf Unico Ripperda, die in verschillende oorkonden van 1375-1400 wordt genoemd, is het geslacht te volgen. Hij kan dan ook als de stamvader van de Ripperda’s worden genoemd. De Farmsumer Borg en haar bewoners.. In 1687 wordt de borg Farmsum, die eigenlijk maar in handen van twee families is geweest, verkocht en kan men uit de verkoopbrief lezen: "De borch tot Farmsum uit het water opgetimmerd met het schathuis en toorn an de sijdt, met graften, bomen en plantagien en appelhof groot omtrent 12 grassen, met een groot keukehof met 40 grasen en 46 deimtes landes. De staende jurisdictie so civile als criminele over 5 dorpen als Farmsum, Weywart, Heveskes, Oterdum en Mithuisen, over welke 5 dorpen de coper de kerkvoogden alleen kan stellen, welcke ook rekenige an hem moeten doen. Het recht van unicus collator tot Farmsum, Oterdum en Mithuisen. Het Dijckgraaffschap over zee- en somerdij ken, waaronder verscheidene carspelen behoren. Het overste scepperschap van Farmsumerzijl, ses dijckrechter-eeden tot Farmsum, een dijckrechterseed tot Weywart en Collatie, het recht van een uitmijnder te mogen stellen, enige gestoelten en alle graven op 't choor in de kerke te Farmsum. ". Uit deze opsomming blijkt wel duidelijk, dat de heren van de borg te Farmsum zo in de loop der tijden machtige heren zijn geworden en veel hebben te zeggen in het dagelijkse bestel van hun onderhorigen. De eerste heer op deze borg, dat eigenlijk wel een kasteel mag worden genoemd, is Unico Ripperda. Deze is de eerste die in authentieke oorkonden wordt vermeld. Toch is deze heer niet bepaald gelukkig. Het is vroeger net als nu: er wordt wel eens op het verkeerde paard gewed. Dat doet Unico Ripperda, als hij zich schaart aan de zijde van de Vetkopers, die de Ommelanden aan Albrecht van Beieren heeft opgedragen. Een van zijn wonderlijke daden is, om op zijn slot te Farmsum een legertje van 400 zeerovers onder te brengen. Dat zijn de zogenaamde Victaliebroeders of Likedelers. Dit zijn zeerovers die in 1399 door de Hanzestaten en de koning van Denemarken zijn verdreven en dan uitwijken naar de Noordzee, de Eems en de Lauwerszee. De eigenaardige naam hebben ze gekregen, als zij in 1393 het belegerde Stockholm van victualie hebben voorzien. Als bondgenoten krijgen zij naast zich verschillende Oost-Friese heren, die hierdoor niet bepaalt armer worden. "Crime does not pay", dat geldt nog altijd. Ook voor de Victualiebroeders komt het einde, als zij in 1401 het onderspit moeten delven tegen de Hanze en eenvoudig vernietigd worden. Het samenwerken van Unico Ripperda, heer van Farmsum, met deze zeerovers komt hem dan ook duur te staan. De Groningers die een aanval doen om het roversnest uit te roeien, mogen dan bij de eerste aanval worden afgeslagen, drie dagen later veroveren ze het slot en moet Ripperda het gedogen, dat hij een bezetting van de vijand krijgt. De opvolger van Unico is Hayo. Deze verzet zich tegen het stapelrecht en komt hierdoor in botsing met de stad Groningen. In 1434 wordt de olderman Willem Wicheringe naar Farmsum gezonden, om daar het stapelrecht erkent te krijgen. Deze afgezant wordt door de mensen op de borg doodgeslagen en daarmee krijgt Hayo Ripperda te maken met een zeer verbolgen stad die hem tenslotte zo klein weet te krijgen, dat hij op Sint - Laurentiusavond 1434 gedwongen is zich met zij tegenstander te verzoenen. Zijn tegenstanders eist een boet van 500 arentsgulden en dwingt hem de borg open te stellen voor Groningers. Dat het stapelrede gehandhaafd blijft, ligt natuurlijk voor de hand. Alle bewoners van de borg Farmsum de revue te laten passeren, zal een boekwerk ten gevolge hebben. Een enkel voorbeeld, hoe groot de macht van de heren is en hoe die ook wel eens ten koste van het algemene belang in het oog houden, vormt het relaas van een gebeurtenis uit het leven van Unico Ripperda, hoveling van Oosterwijtwerd, Holwierde en Uitwierde en proost van Farmsum. M. ten Broek schrijft in de Groningse Volksalmanak 1936 het volgende interessante verhaal: "Unico Ripperda, de man van Uiske Ukena, was in de Ommelanden een man van betekenis. In het jaar 1473, een jaar voor zijn dood (hij overleed aan de pest) zonden de Stad en Ommelanden een gezantschap naar keizer Frederik die zich in dat jaar te Keulen bevond, om aan deze vorst te verzoeken: de bevestiging der oude vrijheid tegen de aanslagen van den Hertog van Bourgondië, de bekrachtiging der oude verbonden tussen Stad en Ommelanden voor altijd en de bescherming des rijs tegen geweld. Verder moesten de gezanten onderhandelen over het potessaatschap van Friesland, den gouden muntslag en verheffing van alle raadsleden in den adelstand, aan die Stad door dien keizer aangeboden. Tot dit gezantschap behoorden, behalve een der Groningse burgemeesters en de stadssecretaris, de beide Ommelander edelen Unico Ripperda en Johan Rengers. Zij kwamen te Keulen, doch vernamen dat de keizer was vertrokken. Vervolgens reisden zij naar Andernach, waar zij door de vorst werden ontvangen. Zij moesten zich echter tevreden stellen met enige vage beloften. Konden zij dus voor de belangen van hun zenders weinig doen, hun eigen belang wisten zij des te beter te behartigen. Zij wisten namelijk brieven te verkrijgen waarbij hun het rechtsgebied in hun kerspelen de tol en, het recht om gouden munt te slaan, werd verleend. Dat Unico Ripperda ook werkelijk van het verkregen muntrecht gebruik heeft gemaakt, blijkt wel uit een mededeling van den reeds meermalen genoemden kroniekschrijver Harkenroth, die beweert dat hij deze munten gezien heeft. In 1474 keerden de gezanten naar hun woonplaats terug. Rengers was tijdens hun afwezigheid tot burgemeester van Groningen gekozen. Na hun terugkeer deelden zij den hunner bemoeiingen aan de in de St. Walburgskerk te Groningen vergaderde Staten der Ommelanden mee. Over de door hen verkregen voorrechten zwegen de heren natuurlijk. De vergadering hoorde de lezing der stukken bedaard aan, zonder de gezanten te loven of te laken. Waarschijnlijk hebben de heren met hun missie nog een ander voordeeltje behaald. Uit zijn verantwoording bij de Stad en Ommelanden gedaan blijkt dat aan Rengers ook aangeboden was het ridderschap, doch dat hij hiervoor had bedankt en dat de keizer in plaats daarvan hem met voornoemde giften had begunstigd." Wanner men zoiets leest zou men willen zeggen: "Niets nieuws onder de zon." In 1687 wordt het slot verkocht, is de "regering" van de Ripperda's ten einde. Eigenaar wordt Ephraim van Wervelde, die de burcht niet lang daarna overdraagt aan Edzard Rengers en Catharine van der Noot.

Overlijden
hij overlijdt op de Ripperdaborg aan de pest
Begrafenis
begraven in de kerk

Aantekeningen

Huwelijken Ulske UKENA
Op Dijkhuizen

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Unico Hayos Ripperda?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

  • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
  • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
  • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).

De getoonde gegevens hebben geen bronnen.

Over de familienaam Ripperda

  • Bekijk de informatie die Genealogie Online heeft over de familienaam Ripperda.
  • Bekijk de informatie die Open Archieven heeft over Ripperda.
  • Bekijk in het Wie (onder)zoekt wie? register wie de familienaam Ripperda (onder)zoekt.

De publicatie Stamboom Douma is opgesteld door .neem contact op
Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
J.H.Douma, "Stamboom Douma", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-douma/I16379.php : benaderd 4 mei 2024), "Unico Hayos Ripperda (± 1415-1474)".