Pieter Johannes' Cnossen werd geboren in september 1831 op een boerderijte Jutrijp-Hommerts. Hij vestigde zich na zijn huwelijk als veehouder te Follega, later te Lemmer. Zijn eerste vrouw, Uilkje, stierf jong, zijn tweede vrouw, Antje, eveneens. Zijn derde vrouw, Maria Rose Venema thoe Kingma van Douma heeft met hem hun grote gezin van 15 kinderen grootgebracht. Maria Rose kreeg bij de geboorte de namen van de echtgenote van de eigenaar van de boerderij, die door de familie Douma werd bewoond. De eigenaar had zelf geen kinderenen zo werd toch de naam bewaard; hoewel voor zo lang Maria Rose leefde, want alleen zij mocht deze naam dragen en dan werd de naam niet verder overgedragen. Maria Rose was een zuster van de2e vrouw van Pieter Johannes'. Zij huwde later Titte de Vries, boer onder Parrega, nadat Pieter Johannes' was overleden. Pieter Johannes' was een principieel man, die het leven zag vanuit een christelijke geloofsovertuiging. Hij was lid van de kerkeraad van de Hervormde gemeente te Lemmer. Toen hij vond dat het evangelie in deze kerk niet meer zuiver verkondigd werd, ging hij mee met de Doleantie en zo werd hij medestichter van de Gereformeerde kerk te Lemmer. Deze kerk heeft hij als "lerend-ouderling" gediend. Merkwaardig was dat hij uitsluitend roodbont vee hield, terwijl overal zwartbont vee op de Friese velden graasde. In de laatste jaren van zijn leven werden de eerste zuivelfabrieken gebouwd. Hij leverde zijn melk aan zo'n fabriek maar 's zondags werd niet geleverd. Dan bleef de melkin de kelder. Omdat Pieter Cnossen weinig haar had, droeg hij overdag een pruik en 's nachts een slaapmuts. Pieter Johannes was te Follega pachter van een boerderij nr. 13, eigendom van de familie Van Andringa de Kempenaer (huisarchief nr 433). Zijn jongste zoon, Pieter (AAB 5.15), is in oktober 1986 overleden.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.