van het latere graafschap Holland
Toen zijn vader Arnulf in 993 sneuvelde, was Dirk III nog te jong om het bestuur op zich te nemen, waarop zijn moeder Lutgardis van Luxemburg deze taken waarnam. In 1005 was Dirk oud genoeg om zelfstandig het graafschap te besturen, maar maakte nog steeds dankbaar gebruik van de goede connecties van zijn moeder: zij riep de hulp in van haar zwager, de Duitse koning Hendrik II, om een Friese opstand te onderdrukken. De koning vertrok vanuit Utrecht per schip met een leger naar Friesland en bracht de aanvallen tot staan.
Het gebied waar Dirk was neergestreken, werd door de bisschoppen van Utrecht, Trier en Keulen betwist. Dit weerhield hem er niet van gronden te verpachten aan Friezen die het in cultuur brachten. Bovendien bouwde hij een burcht in Vlaardingen, waarschijnlijk op de plek waar zich nu de Grote Kerk bevindt bevindt, waar het riviertje de Flarding (tegenwoordig de Vlaardingse haven) uitmondde in de Merwede (tegenwoordig de Nieuwe Waterweg). Vanuit die burcht dwong hij de kooplieden die langs kwamen varen, onderweg van Tiel naar Engeland en vice versa, om tol te betalen. Deze kooplieden én ook bisschop Adelbold van Utrecht riepen daarom de hulp in van de Duitse keizer. De keizer gaf in 1018 zijn neef Dirk de opdracht om zijn vesting te ontruimen. In plaats van zijn leenheer te gehoorzamen, trok Dirk zich op zijn burcht terug en de keizer kon nu niet anders dan een leger op hem af sturen. Dit leger, onder leiding van hertog Godfried de Kinderloze, bestond uit een vloot met troepen uit Utrecht, Keulen en Luik.
Op 29 juli 1018 kwam het tot de Slag bij Vlaardingen. Het laatste stuk naar de burcht moest via land worden afgelegd, wat lastig ging omdat het gebied vol met sloten en dijken lag. Het duurde niet lang voor het leger van Godfried vastliep en noodgedwongen moest terugkeren naar hun schepen om een andere route te zoeken. Op de terugweg liep het leger echter in hinderlaag van de troepen van Dirk. Godfried maakte met zijn leger een tactische terugtrekkende beweging, waarop iemand uit het Friese kamp riep dat de voorste gelederen verslagen waren en de hertog op de vlucht sloeg. Hierop raakten de troepen van Godfried zo in paniek dat velen in volle wapenuitrusting de rivier in sprongen, in een poging de schepen te bereiken. Andere kwamen vast te zitten in het moeras. Dirk maakte direct gebruik van de paniek en het machtige leger van de hertog werd volledig in de pan gehakt. Godfried werd hierbij gevangengenomen, en Dirk wist hem te overtuigen van zijn recht om tol te heffen in het gebied. De hertog werd weer vrijgelaten nadat hij beloofd had een goed woordje voor Dirk te doen bij de keizer.
In de 12e-eeuwse Annalen van Egmond staat Dirk III vermeld met de bijnaam Hierosolymita, de Jeruzalemganger. Dat duidt erop dat hij een pelgrimstocht naar het Heilige Land heeft gemaakt. Volgens de 14e-eeuwse geschiedschrijver Johannes de Beke heeft Dirk zijn tocht rond het jaar 1030 ondernomen.
(1) Hij is getrouwd met Othilde van Brandenburg.
Zij zijn getrouwd.
Kind(eren):
Kind(eren):
Dirk III van Holland | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Othilde van Brandenburg | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Onbekend |