Stamboom Wim en Annelies de Leede » Vincent Willem van Gogh (1853-1890)

Persoonlijke gegevens Vincent Willem van Gogh 


Gezin van Vincent Willem van Gogh


Notities over Vincent Willem van Gogh

Vincent Willem van Gogh (Zundert, 30 maart 1853  Auvers-sur-Oise, 29 juli 1890) was een Nederlands kunstschilder. Zijn werk valt onder het postimpressionisme, een kunststroming die het negentiende-eeuwse impressionisme opvolgde. Van Goghs invloed op het expressionisme, het fauvisme en de vroege abstractie was enorm en kan worden gezien in vele andere aspecten van de twintigste-eeuwse kunst. Het Van Gogh Museum in Amsterdam is gewijd aan het werk van Van Gogh en zijn tijdgenoten.


Van Gogh wordt tegenwoordig gezien als een van de grote schilders van de 19e eeuw. Deze erkenning kwam echter pas laat. Tijdens zijn leven werd er waarschijnlijk maar één schilderij verkocht: De rode wijngaard (Poesjkinmuseum in Moskou). Anna Boch, een Belgische kunstenares en zus van zijn vriend Eugène Boch kocht het voor 400 toenmalige frank op de expositie van de Brusselse Les XX in 1890, een paar maanden voor Van Goghs dood. Voordien had de Belgische mecenas Henri Van Cutsem(1839-1904) twee tekeningen gekocht van Vincent van Gogh, waaronder Olijfbomen in Montmajour (door hem geschonken aan het Museum voor Schone Kunsten inDoornik), een der eerste tekeningen gemaakt door Van Gogh in de Provence.


Er verliepen maar drie jaar tussen zijn zwaarmoedige De aardappeleters (1885) en de kleurenexplosie in het zuidelijke Arles (1888). Van Gogh produceerde al zijn werk in slechts tien jaar, voordat hij begon te lijden aan een zenuwziekte en, naar men algemeen aanneemt, zelfmoord pleegde. Zijn roem groeide na zijn dood snel.


 


 


Biografie

yle="overflow: hidden; background: #ffffff; white-space: normal; word-spacing: 0px; border-bottom-style: none; text-transform: none; color: black; padding-bottom: 0px; padding-top: 0.5em; font: bold 1.17em/1.6 sans-serif; margin: 0.3em 0px 0px; letter-spacing: normal; text-indent: 0px; -webkit-text-stroke-width: 0px;">Jonge jarenhumb tright"> background-color: #f9f9f9; border: #cccccc 1px solid; padding: 3px;">-height: 1.4em; padding: 3px;">: auto; white-space: normal; word-spacing: 0px; text-transform: none; float: right; color: #252525; font: 14px/22px sans-serif; clear: right; margin: 0.5em 0px 1.3em 1.4em; letter-spacing: normal; background-color: #ffffff; text-indent: 0px; -webkit-text-stroke-width: 0px;">9; border: #cccccc 1px solid; padding: 3px;">1.4em; padding: 3px;">uto; white-space: normal; word-spacing: 0px; text-transform: none; float: right; color: #252525; font: 14px/22px sans-serif; clear: right; margin: 0.5em 0px 1.3em 1.4em; letter-spacing: normal; background-color: #ffffff; text-indent: 0px; -webkit-text-stroke-width: 0px;">border: #cccccc 1px solid; padding: 3px;">t: 1.4em; padding: 3px;">cing: 0px; text-transform: none; color: #252525; font: 14px/22px sans-serif; margin: 0.5em 0px; letter-spacing: normal; background-color: #ffffff; text-indent: 0px; -webkit-text-stroke-width: 0px;">Vincent werd geboren in het Brabantse Zundert, een dorpje vlakbij de Belgische grens, als zoon van de predikant Theodorus van Gogh en Anna Cornelia Carbentus. Precies een jaar voor zijn geboorte hadden zij ook al een zoon gekregen die zij Vincent noemden, hoewel hij doodgeboren was. In totaal kreeg het echtpaar drie meisjes en drie jongens, onder wie Theo, die vier jaar na Vincent geboren werd. Als kind was Vincent een zwijgzame, enigszins in zichzelf gekeerde jongen. Op zijn achtste ging hij naar de dorpsschool, maar het jaar daarop werd hij al weer van school gehaald. In plaats daarvan kreeg hij thuisonderwijs. Per 1 oktober 1864 ging Vincent naar de kostschool van Jan Provily inZevenbergen waar hij twee jaar verbleef. Op 15 september 1866 werd hij ingeschreven aan de Rijks HBS Koning Willem II te Tilburg gevestigd in het voormalige paleis van Koning Willem II en het huidige Paleis-Raadhuis van Tilburg. In het tweede jaar werd hij van school gehaald, mogelijk omdat zijn vader de school niet kon betalen.


Op zijn zestiende werd Vincent jongste bediende bij het Haagse filiaal van de kunsthandel Goupil &; Cie op de Plaats. Oorspronkelijk was dit de kunsthandel van zijn oom Vincent van Gogh, die vervolgens partner was geworden van de kunsthandel Goupil in Parijs. In 1872 begon Vincent te corresponderen met zijn jongere broer Theo. Deze kwam per 1 januari 1873 ook in dienst van Goupil & Cie, in het filiaal te Brussel. In juni van dat jaar werd Vincent in het filiaal te Londen geplaatst. Hij werd verliefd op de dochter van zijn hospita, maar ze was al verloofd met een andere kostganger en Vincent maakte een depressieve periode door.


In 1873 was hij korte tijd werkzaam op het hoofdkantoor in Parijs, en vervolgens weer op het filiaal te Londen. In 1874 werkte Vincent nogmaals korte tijd op het hoofdkantoor. Zijn depressie hield aan en per 1 april 1876 werd hij ontslagen. Zijn oom Vincent was diep teleurgesteld in zijn neef en trok zijn handen van hem af. Vincent werd onderwijzer in Ramsgate, en vervolgens onderwijzer en hulpprediker in Isleworth. Op 4 november hield hij zijn eerste preek.


Vanaf januari 1877 was hij weer in Nederland. Hij werkte korte tijd in een boekhandel te Dordrecht en in mei verhuisde hij naar Amsterdam om zich voor te bereiden op hetstaatsexamen, dat hem toegang zou verschaffen tot de studie theologie. Hij logeerde bij zijn oom Johannes van Gogh, die commandant was van de Amsterdamse marinewerf. Vincent haakte in 1878 af, zonder staatsexamen te hebben gedaan, onder meer te wijten aan zijn desinteresse in de Latijnse en Griekse taal. Hij volgde een korte opleiding op een zendelingenschool te Laken bij Brussel. In december 1878 werd hij naar de Borinage gestuurd, waar hij onder de mijnwerkers werkte als lekenprediker.


Tijdens deze periode begon hij zijn kunstenaarsroeping te volgen. Hij maakte veel expressieve schetsen en tekeningen, waarbij hij zich liet inspireren door meesters als Rembrandt en Millet. In oktober 1880 raakte hij, door een introductie van zijn jongere broer Theo, bevriend met de jonge schilder Anthon van Rappard, maar had bittere ruzies met hem over de academische techniek. Hij kreeg nu ook geld van Theo. Vincent schreef zich in aan de Académie Royale des Beaux Arts te Brussel voor de les "tekenen naar gipsen afgietsels van antieke beelden", maar het werd een onbevredigde ervaring. Mogelijk werd hij niet toegelaten of hield hij er spoedig mee op. Hij zei er achteraf geen woord meer over. Zijn explosief karakter maakte hem spoedig tot een "persona non grata" in zijn omgeving.


Nu eerst begon zijn explosieve maar dramatische odyssee, die nauwelijks tien jaar zou duren. Aan de vriendschap met Van Rappard kwam na een ongelukkig misverstand een eind, waarna Vincent nog een half jaar in Brussel verbleef.


Tijdens de eerstvolgende vijf jaren woonde hij bij zijn ouders die inmiddels via Helvoirt naar Etten waren verhuisd. Hij bleef zich in deze periode toeleggen op de kunst en maakte talloze – steeds beter uitgevoerde – tekeningen en schilderijen. Aanvankelijk werd hij nog erg getrokken door het plan om voor tijdschriften te tekenen en op die manier zijn geld te verdienen en het duurde lang voordat hij dit ideaal losliet.


Vervolgens woonde hij zelfstandig in Den Haag, en te Nuenen. Hij worstelde in Den Haag met een problematische relatie met 'Sien', die in werkelijkheid Christine Hoornik heette. Het was een arme vrouw met een alcoholprobleem en een verleden als prostituee. Zij baarde in 1882 een zoon, maar er zijn nooit bewijzen gevonden dat Vincent de vader was. De relatie verslechterde spoedig en Sien pakte haar oude beroep van prostituee weer op.


Vincent ging eind 1881 op 28-jarige leeftijd voor ongeveer drie weken bij zijn aangetrouwde neef Anton Mauve (die getrouwd was met zijn nicht Jet Carbentus) in diens Haagse atelier werken. Via hem kwam hij in contact met het werk van onder anderen Jacob en Matthijs Maris, Weissenbruch, Mesdag, Breitner en Israëls. Mauve gaf Vincent schilderles. Zijn invloed op Vincent was groter dan doorgaans wordt aangenomen. Thema’s als spitters, aardappeleters en houtverkopers heeft hij van Mauve overgenomen.


Door zijn relatie met Sien Hoornik kwam Vincent in conflict met Mauve en Tersteeg, zijn vroegere chef bij Goupil. Toen Anton Mauve op 5 februari 1888 op nog geen vijftigjarige leeftijd plotseling te Arnhem overleed, droeg Vincent in Arles zijn Souvenir de Mauve, roze bloeiende perzikbomen, aan hem op.


Drenthe

mb tright">ackground-color: #f9f9f9; border: #cccccc 1px solid; padding: 3px;">
0px; letter-spacing: normal; background-color: #ffffff; text-indent: 0px; -webkit-text-stroke-width: 0px;">In 1883 verbrak hij de relatie met Sien en vertrok vanuit Den Haag naar Drenthe, waar hij op 11 september arriveerde te Hoogeveen. Deze keuze was ingegeven door zijn broer Theo die op de Parijse Salon van 1882 een landschapsschilderij van de Duitse schilder Max Liebermann zag. Liebermann bezocht elk jaar gedurende de zomer Drenthe (Zweeloo) om daar te schilderen. Ook Anton Mauve (getrouwd met een nichtje van zijn moeder) en zijn schilder- en studievriend Anthon van Rappard adviseerden hem Drenthe te bezoeken. Theo financierde de reis per trein van station Hollands Spoor (Den Haag) naar Hoogeveen. Van Gogh verbleef 18 dagen bij logementhouder Albertus Hartsuiker te Hoogeveen. In deze periode maakte hij uitstapjes in de omgeving en legde zich toe op het schilderen van landschappen en figuren.
Op 2 oktober van dat jaar vertrok hij per trekschuit naar Nieuw-Amsterdam. Daar nam hij zijn intrek in het logement van Hendrik Scholte. Dit huis is in 2002 gerestaureerd: het museale 'Van Gogh Huis' herinnert aan Van Goghs verblijf in Drenthe.


Nuenen

tright">kground-color: #f9f9f9; border: #cccccc 1px solid; padding: 3px;"> 0px;"> 
De aardappeleters (1885)