Stamboom Wim en Annelies de Leede » Willem Pietersz (de Jonge) Kettingh (1603-1670)

Persoonlijke gegevens Willem Pietersz (de Jonge) Kettingh 

  • Hij is geboren in het jaar 1603.
  • Hij werd gedoopt in het jaar 1603.
  • Hij is overleden januari 1670, hij was toen 67 jaar oud.
  • Hij is begraven op 10 januari 1670 in Den Haag.

Gezin van Willem Pietersz (de Jonge) Kettingh

Hij is getrouwd met Margaretha (Maria) Hartmans de Custer.

Zij zijn getrouwd


Kind(eren):



Notities over Willem Pietersz (de Jonge) Kettingh

Hij wordt in verschillende akte Willem de Jonge Kettingh genoemd, waarschijnlijk ter onderscheiding van de Haagse advocaat Willem Lenaertsz Kettingh.


 Willem Pietersz als commies van de ontvanger-generaal van Holland.


 Op ’t geproponeerde van de heeren Committeerde Raeden van dat den commies Kettingh gesproocken zijnde van ’t opbrenghen van een somme van ƒ 220.000 £ metten verloopen interessen aen de coninginne van Boheemen ende prince Palatijn, verclaert dat hem ’tzelve nyet moghelijck en is, immers nyet in so corten tijdt als noodigh weesen soude ende werdt daeromme bij de Committeerde Raden voorgeslaeghen dat men om ’t credijt van ’t landt te maincteneren deese somme over al de comptoiren soude mogen negotiëren ende het comptoir van Mirop op een ander tijdt weeder belasten met verschooninge van andere; verclaerden de leeden daertoe ongelast te zijn, doch buyten reeden dat men de andere comptoiren belasten ende dit comptoir van de betaelinge der interessen soude ontlichten; sodat de leeden versocht zijn daerop te becomen naerder last.


 Notulen 128 van de vergaderingen der Staten van Holland 1620-1640 door N. Stellingwerff en S. Schot.


ZITTING G Staten van Holland en Westfriesland, Zitting van 16 februari tot 2 april 1638


 Dinsdag 9 maart 1638 voor- en nanoen


62. De heere graeve van Culenburc


h over verpondinge van zijn huys in Den Hage noch tot deesen daeghe toe 1900 £ ten affteren zijnde ende de heer van Brederode uyt gelijcke reedenen een somme van 898 £, ende daertegens bij den ontfanger Kettingh remedie versocht werdende ende geallegeert weesende dat al voor deesen bij missive den grave van Culenburch ende heer van Brederode hierop aengesproken waeren met comunicatie, so in gebreecke bleeven, dat men aen haer tractamenten deese somme corten souden. Is nae deliberatie goedtgevonden de heeren Committeerde Raden te authoriseren om de rentemeesters van deese gemelte heeren voor haer te ontbieden ende uytte zelve te verstaen wat last deesen aenghaende mogen hebben, om nae ghedaen rapport naerder inne gedisponeert te mogen werden.


 63. Noch zijn geleesen verscheyden requesten die meest aen advijs gestelt zijn ende naederhandt sullen dienen.


 Bron: ZITTING I Staten van Holland en Westfriesland, Zitting van 10 juli tot 6 augustus 1638


 Aantekeningen van Nicolaes Stellingwerff, pensionaris van Medemblik


 Maandag 19 juli 1638 voor- en nanoen


 2991 W. Ketting (4)


 ZITTING S Staten van Holland en Westfriesla


nd, Zitting van 24 oktober tot 3 november 1640


 Aantekeningen van Nicolaes Stellingwerff, pensionaris van Medemblik.


 In het handschrift niet ingevulde namen of bedragen zijn met … aangegeven. Letters of woorden tussen [ ] zijn door de bewerker toegevoegd.


 Notulen van ‘tgunt ter vergaderinge der Ed. Mog. Heeren Staten van Hollandt ende Westvrieslandt op ’t reces bij hun gehouden staedtsgewijse geresolveert, mitsgaders van ‘tgunt vorder aldaer voorgevallen ende gebesogneert is geweest zeedert den 24en octobris 1640 totten derden novembris daeraen volghende.


 Presenten: Mr. Evert Jacobsz., N. Stellingwerff.


 58. De heeren Committeerde Raden den commies Kettingh gehoort hebbende opte wanbetaelinge van de Schotse compagniën onder den colonel Askijn, rapporteerden datten zelven verclaert van dit regiment eenige op Mirop andere op andere comptoiren gerepartieert te sijn, maer hem belanghende in ’t betaelen te ghaen sonder onderscheyt van personen so lange daer gelt in casse is, maer dat gestadige belastinge van ’t comptoir van Mirop mette negotiatiën zelffs bij Committeerde Raden hem van tijt te tijdt te laste geleyt ende den noot, daerdoor hij gedrongen werdt selffs de interesten te negotiëren, de hinderpalen sijn dat alle de affecteerde compagniën ontrent de zes maenden ende eenige meer ten affteren zijn ende nyet betaelt connen worden, versoeckende dat hiertegens andere remediën mogen werden gestelt op ’t alderspoedichste, off datte ‘tzelve comptoir nyet gevonden sal connen werden sonder verloop.


 Dan heefft om ’t scheyden van de leeden in deesen geen remedie gestelt connen worden, dan sijn Committeerde Raden versocht bij de beste middelen de saecken in ordre te houden totte aenstaende vergaderinge toe op hoope dat als dan op alles nae behooren sal werden voorsien.


 WillemPietersz werd op 27 januari 1646 aangesteld als tresorier en rentmeester van de Prins van Oranje. Op 13 maart 1656 kreeg hij zijn aanstelling als raad-ordinaris en rekenmeester in de Domeinraad.


 De functie van het hof in de republiek


 Het vorstenhof had het karakter van een familie in de premoderne betekenis. Bloedverwanten + aangetrouwde familie + hofhouding + beheerders van het bezit. Allemaal verantwoording schuldig aan, en bescherming genietend van, de heer de huizes, de pater familias, en aan de huismoeder. De huisvader werd de vader van het land. Het hele huis een metafoor voor het territoriale machtsgebied van de vorst. De vorst werd met name zo gezien als het bestaan van de Republiek door een buitenlandse macht bedreigd werd. Ook in de burgerlijke huishouding ontstonden de groepsverhoudingen vanuit het vaderprincipe. Hieruit blijkt de instrumentalisatie van deze mentaliteit.


 De tafelregels van het hof van Oranje


 De lagere bedienden aten in de keuken. Elf tafels in het stadhouderlijke kwartier van het Binnenhof in Den Haag. Hoe lager men op de ladder stond des te verder zat men van de prins.


Aan het hoofd van de 1e tafel zat de heer des huizes, de stadhouder. Naast hem de kapitein van de stadhouderlijke garde en niet nader omschreven luijden van qualiteite. Aan de 2e tafel, de Tafel van den Raedt, vond men hoge hofambtenaren, de hofmeester, de stalmeester, de 2 secretarissen en de griffier van Oranje en indien ze zich vrij konden maken, de leden van de domeinraad, de beheerders van de vorstelijke bezittingen. Aan de 3e tafel, de Edelluijden tafel, verzamelde zich edellieden uit het naaste gevold van de stadhouder. Verder zaten hier nog andere gardeofficieren, hofdienaars en de lijfarts van de stadhouder.


Uit de tafelschikking komt de belangrijke positie van het leger en de adel naar voren. De leden van de domeinraad vormden de schakel tussen de burgerij en de adel. Ook de buitenlandse adel had een belangrijke rol in de tafelschikking van prins Maurits.


 Ik heb het zoo druk met het vertrek van Z. H. en met het betalen van de wagendiensten van het jaar 1638, dat ik gaarne zou willen, dat mijn zwager, de commisaris, naar den Haag mocht komen, om mij te helpen. Zou Z. H. dat goed vinden? Hage, II en Mey 1648.


 Akte houdende machtiging aan Geerlof Vervoren van gecommitteerde ingelanden, dijkgraven en heemraden tot ontvangen van een transport, ten overstaan van het gerecht van de Korendijk. door de erven Arijen Dircksz. van een gedeelte bedijkt gors, gelegen voor de Oostpolder, en van een transport door de erven Arijen Schilmansz. van een dijketting en tot het weer transporteren van de bedijkte gorzen en ettingen aan Willem Ketting de Jongh, tresorier van de prins van Oranje, 1654, authentiek afschrift ov(1)= 1 stuk


Toegangsnummer: 760


 Archieftitel: Polder 'Den Hitsert' en haar rechtsvoorgangers


 Stadsarchief Dordrecht


 Brieven Constantijn Huygens 1608-1687


 788 .1223 Willem Ketting, raad en thesaurier-generaal prins van Oranje,


contra Jacques van Asten, beheerder sterfhuis van Adriaan van Selst, in leven rentmeester domeinen van commanderije van de Braquens onder Oosterhout, 1659


 Toegangsnummer: 19


 Archieftitel: Raad van Brabant, 1586 - 1811


 09. Civiele procesdossiers 1652 - 1677, inventarisnrs 788.1000 - 788.1999


 Toegangsnummer: 19


 Archieftitel: Raad van Brabant, 1586 - 1811


 Archieven.nl


 Den 20sten Maart 1655 trok Hyugens met zijne ambtgenooten Beaumont en Buysero en den tresorier Willem Ketting naar Amsterdam en voerde er den 23sten het woord in eene vergadering van burgemeesters over de volgende zaak. In 1650 had de stad aan Willem II twee milloen gulden geleend, waarvan de helft in dit voorjaar moest zijn afgelost. Maar er kon in de bestaande omstandigheden geen sprake zijn van aflossing. De voogden van den jongen Prins stelden nu voor, dat de stad genoegen mee zou nemen, wanneer telkens 20 of 25 duizend gulden werd, of dat zij goederen van den Prins zou laten verkoopen. Het schijnt, dat Amsterdam de eerste manier heeft gekozen en dat in September reeds een gedeelte werd afgelost.


 Op 26 augustus 1659 ging hij nogmaals met Buysero en Willem Ketting naar Amsterdam om met de directeuren van de West Indische Comapgnie te onderhandelen over de geldzaken van de Prins.


 Maar het heeft lang geduurd, voordat de geheele som was teruggeven.


 Rijks Geschiedkundige Publicatie uitgegeven in opdracht van z. exc. den minister van Binnenlandsche zaken no. 28. Deel II en V.


 Willem Pietersz komt ook in een briefwisseling van Pieter Corneliszoon Hooft voor.


Aen mijn Heer mijn Heer Pieter C. Hooft Ridder, Balliu van Goeijlant & Drost tot Muijden


Mijn Heer, ick kan niet naar laten UE te adviseren als dat ons Leger noch te Loockeren leijt. Daer is voor alsnoch geen apparentie om iet groots te verrichten, door het verloop van den tijt, door de indispositie van Sijn Hoocht, ende oock om dat de vijant langh gewaerschout zijnde in goede posture van defensie is. uijt ons Leger wort geschreven, als dat den Hertoch van Lorainen vergeven is, dan die van Antwerpen schrijven, dat hij de sieckaert maeckt, ende zijn troepen onder Piccolomini ende Caraçha verdeelt heeft. Hij is bij die zijde heel suspect en niet vertrout. Wijnox bergen hebben de Fransen in, maer off daerop de belegeringhe van Duijnkerken gevolght zij, is noch onseker. T' gene men seght te Munster verhandelt te zijn wort hier bij de eene wel bij d'andere qualijck genomen, niet alleen bij het volck, maer oock bij steden en provincien, waer van eenighe wat meer andere wat minder fransch spreecken. Den Ambassadeur van Vranckrijck Mr la Thuillery vertreckt toecomende weecke. heeft geklaeght over gearresteerde handelinghen sonder Vranckrijck. Wil weeten off de H. Staten bij het Contract met de Croon gemaeckt willen blijven off niet. De Fransche assistentie van 6000 man, sal weer vertrecken, soo se met versekertheijt kan vertrecken. De Prinse van Spaengien trout met de dochter van de keijser. De kust van Duijnkerken is van de onse noch niet beset. Den oorloch is geweest van grooten opheff, dan slabackt int vervolgh. Torstenson is te Straelsont, scheijt uijt den oorlooch door zijn indispositie. Den Oversten Wrangel commandeert de Sweetsche troepen


Men disputeert hier in de vergaderinghen hoe veer dat de verbintenissen met Vranckrijck gaen. Prins Willem heeft eenighe van de vijant geslagen en gevangen, heeft een schansien te Molenstraten overrompelt, dat de vijant opgeworpen hadde aen d'oversij van Antwerpen bij 't Borcht. Wij hebben hier gesien de Thresorier Kettingh, waer uijt wij besluijten dat UEd. swager Mr vander Meijde thuijs gecomen is. alsoo sij.


http://www.dbnl.org


 'Essesteyn'


Op het land, waar bijna twee en halve eeuw later de buitenplaats 'Essesteyn' werd aangelegd behoorde in 1400 toe aan Dirc Reynerss, schout van Voorburg. In 1438 werden de huizen die op het landgoed stonden afgebroken en kwam het in eigendom aan de familie Potter van der Loo. Op 10 augustus 1635 koopt Willem Pietersz Kettingh ( de Jonge) van Jonkheer Arent van der Loo, heer van Hodenpijl te Leeuwarden een stuk land langs de vliet van Voorburg waarop hij het huis 'Essenstein'bouwde.


Het mooi versierde inrijhek, dat toegang gaf tot de grote oprijlaan lag aan het Oosteinde recht tegenover 'Eemwijk'. De buitenplaats zelf was gelegen aan de Parkweg ter hoogte van de Buitenruststraat. In 1760 liet de weduwe van Gerard Cornelis van Riebeek, Charlotte Beatrix Strick van Linschoten van Riebeek een nieuwe boerderij bouwen, die zij eveneens de naam 'Essesteyn' gaf. Deze boerderij bestaat nog steeds maar dan als stadskinderboerderij aan de huidige Ultramarijnhof. De initialen van de stichtster zijn naast het jaartal 1760 afgebeeld in de nok van het dak: CvLvR.


 In 1871 werd de buitenplaats geheel afgebroken en bleef slechts de witte boerderij over, (direct achter het toegangshek aan het Oosteinde) alsmede de oranjerie aan de Laan van Leeuwensteijn. In 1924 werd de overgebleven witte boerderij (eveneens 'Essesteyn' geheten) afgebroken. De oranjerie verdween in de twintiger jaren bij de bouw van de huizen aan de Laan van Leeuwesteijn. Het statige smeedijzeren toegangshek verhuisde via een omweg uiteindelijk in 1959 naar de Leidsestraatweg in het Haagse Bos en werd toegangshek tot Huis ten Bosch. Buiten dit fraaie hek is thans de boerderij 'Essesteijn' -aan wat thans heet de Ultramarijnhof de enig tastbare herinnering aan een omvangrijk Voorburgs buitengoed.


 http://www.dbnl.org


Willem komt het laatst voor (oktober, 1662) in een brief wisseling van Constantijn Huygens. Hij woonde tot zijn dood in de schoolstraat in Den Haag en werd op 10 januari als Mijnheer de Raadsheer Kettingh in de Kloosterkerk in Den Haag begraven, 12 pozen geluid.


Namens de erfgenamen wordt publiekelijk verkocht op 6 augustua 1674 door Pieter Dollaert gewas te veld 5 morgen zomergerst op het land gors F 424 Guldens, de tiende verpacht voor F 47.00 Guldens.


Ondertekend door: 


Aart den Boer Schepenen.


Cornelis Barents Schepenen


 L. van der Toll Secretaris


 Borgen voor tienden Arij Jops, en Cornelis Barents.


Bron: RA. Goudswaard.


 De geschilderde portretten van Willem Pietersz. Kettingh en zijn vrouw Maria Hartman de Kuster versieren op 't ogenblik de wanden der vergaderzaal in het Huis Pootugael te Delft, waarin de afdeling Schoone Bouwkunde der T. H. is gevestigd.


 Bron: Van Bemmelen.

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Willem Pietersz (de Jonge) Kettingh?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!

Voorouders (en nakomelingen) van Willem Pietersz (de Jonge) Kettingh

Willem Pietersz (de Jonge) Kettingh
1603-1670



Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

  • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
  • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
  • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).



Visualiseer een andere verwantschap

De getoonde gegevens hebben geen bronnen.

Historische gebeurtenissen


Over de familienaam Kettingh

  • Bekijk de informatie die Genealogie Online heeft over de familienaam Kettingh.
  • Bekijk de informatie die Open Archieven heeft over Kettingh.
  • Bekijk in het Wie (onder)zoekt wie? register wie de familienaam Kettingh (onder)zoekt.

Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
Annelies de Leede, "Stamboom Wim en Annelies de Leede", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-de-leede/I45622.php : benaderd 17 mei 2024), "Willem Pietersz (de Jonge) Kettingh (1603-1670)".