Landgericht Enschede, 13 augustus 1742.
1742 Den 13 augst. hebben wij ondergeteks te saamen verdeelet de naegelaetene goederen van onzen broeder Jan Oostervelt bestaande in een somma van twe honderd dertien gl ik segge 213.-.-. hier gaat aff an dood schulden 26.13.- blijvende over 186.7.- ik segge hondert ses en tagtigh. Soo is deeze somma verdeelet in zes deelen
Ten Eersten an die moeder een somma 31.1.2
Ten tweeden aan de twe halfbroeders Hendrik & Gerrit voor een gedeelte 31.1.2
aen die suster Geertken en desselfs man 31.1.2
an die suster Fenneken en desselfs man 31.1.2
aen Willem 31.1.2
aen Hendrikus 31.1.2
Samen 186.6.16
Deeze voornoemde summa moet Jan Wesselink op Oostervelt aan deze voornoemde betaelen met obligatien die op meij Laast Leeden de rente aangaat nog moet Jan Wesselink voornoemd de fooren gemelte dood schulden ter summa van ses en twintig gulden 13 st. zegge 26.13.- betaelen.
dit gedaan sonder arg of List op 't Erve oostervelt op datum als boven en hebben dit Eijgenhandig geteekent en gemerkt.
Was geteekent met verscheiden handen en merken Hilleken Berenbrook weduwe van Gerrit Gezink, Gerrijt Oosterveld, Dit is het WS merk van Wilm Stroink selfs getrokken, Jan oosterveld, Herman Bruinink als mombaar, Gerrit Gesink als mombaar, Hermen Berenbrook als getuige.
(op de andere zijde staat)
Bekenne ik ondergeschrevene voldaan te zijn van dit binnenstaande 't welke mij toequam van mijn overleden halfbroeder Jan oostervelt ter Summa van vijftien gulden tien stuivers tien penningen 15.10.10 twelk mij mijn swager Jan Wesselink in een obligatie betaalt heefft voor welke ik hem quitere.
Actum 18 november 1743.
En geteekent met verscheiden handen Gerrijt Oosterveldt.
Dat Gerrijt Oosterveld dit geteekent heefft zulks Getuige ik Herman Bruinink, Lukas Willems ten Leese(?) als getuige
Geprothocolleert den 6 Februarij 1755.
Jan Oosterveld |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.