getuigen: (Genoemd in 1478 en 1491) en (Conform Kwartieren Margaretha van Erp in de kerk van Berlicum)
Datum: (Op St. Maarten)
Hij is getrouwd met Anna Catharina Monnix.
Zij zijn getrouwd
Kind(eren):
(Jonker Rudolph de Bever, schepen in 1457, 1469, 1479, De Bever stierf 11 November 1504)
(Papenhulst 34, kwam ten slotte aan Adam die Lu Marceliszoon; hij verkocht het aan Roelof de Bever (Reg. n°. 153 f. 367), (die de zoon was van Roelof de Bever en Walburg van der Aa, zijnde laatstgenoemde Roelof wederom een zoon van Thomas de Bever, den zoon van Roelof en Sophia de Roover Dircksdochter en Willemina Dicbier); deze had van zijne vrouw Catharina of Katherijn Monicx, dochter van mr. Jan den oude, presidentschepen van den Bosch en Adriana Pylyser, o.a. eene dochter Adriana, die huwde met Henrick van Uden Henrickszn. Zij schonk hem de navolgende kinderen: Maria, mr. Roelof en Frans van Uden, aan wie voorbedoeld gedeelte 18 Januari 1507 (Reg. n°. 644 f. 113) uit de nalatenschap hunner grootouders werd toebedeeld; deze verkochten het 15 Januari 1519 (Reg. n°. 118 f. 330), als wanneer het gezegd werd te zijn: huis, erf, plaats en achterhuis, staande tusschen de Dieze ex uno en het huis van Geerlich de Roover ex alio et fine uno en strekkende cum fine anteriori tot de straat, aan Jan de Bever 3), zoon van Roelof en Katherijn Monicx voornoemd. Laatstgenoemde liet het meerbedoeld gedeelte na aan de kinderen, die hij had van zijne huisvrouw Hillegonda van Veen, zijnde: Aleid, de huisvrouw van Frans van Mechelen; Robberta,de huisvrouw van Antonius van Bruheze; Roelof; Robbert en Cornelis de Bever; dezen verkochten 17 Juni 1539 (Reg. n°. 153 f. 366) dat gedeelte aan Jan van Breugel (den zoon van Willem Thomaszoon))
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.