Kind(eren):
Samen met zijn vrouw Ulytge (of staat er: Vlytge?) wordt Geerlynck Jaecken in april 1555 genoemd. In een akte van 8 mei 1555 is sprake van een Gierlynck Jaeck van Buggenum, die toen - samen met enkele anderen - optrad namens het graafschap Horn. In een akte van 25 april 1561 met betrekking tot Beesel is sprake van Goirdt Slabbers|Slabberts "Gerlyngh Jaeckennsoenn". Deze Geirlingh Jeucken was op 3 juli 1589 bewoner van de Slousenhof te Rijkel. Indien het steeds dezelfde persoon betreft, zal Geerling Jaecken een respectabele leeftijd hebben bereikt. De erfgenamen van Geirlingh Jaecken bezaten in augustus 1596 nog land onder Beesel. In Venlo kochten Lenart van Belfelt en zijn vrouw Heyl Gerlings in september 1599 een gedeelte van een huis.Slabbersgoed
In een akte van 25-4-1561 m.b.t. Beesel is sprake van Goirdt Slabberts "Gerlyngh Jaeckennsoenn". Op 3-7-1589 blijkt deze Geirlingh Jeucken overleden;
De familie Slabbers is vanaf het midden van de 15e eeuw in Beesel aanwijsbaar. In de Pondschatting van 1468 vinden we Slabbersgoed, gedeeld. Latere varianten van de familienaam zijn Slabberts (1474), Slabbertz (1540-1561), Slapbart (1550), Slabbart (1556) en Schlabbert (1561). De invleddrijkste was ongetwijfeld schepen Hendrik, in een belastinglijst uit 1551 tweemaal vermeld, eenmaal als Henrick Slabbert van her Sibrechtz huiss (mogelijk wijlen Sibrecht van Holtmolen, zie: Rayerhof), een tweede maal als Henrick Slabbart bij Rouffers. In 1597 verklaarde jonker Johan van Holthausen dat hij aan Goerdt Slabbers een jaarlijkse erftijns van 1 malder rogge en 2 malder haver had verkocht, die moest worden opgebracht uit het goed van Heinrich Schlabbers, te Beesel in het dorp (Ouddorp) gelegen. Vrijwel zeker betrof het o.a. een erfmalder rogge gevestigd op dat weitghen dat achter Henrich Slabbertz moesgaert light, die Van Holthausen al in 1561 had verkocht. In processtukken uit 1604 duikt het Slabbartz guedt opnieuw op. Dit proces in verband met een erftijns werd door de gevolmachtigde Gerard van Boerle gevoerd tegen Johan van Holthuysen, kasteelheer van Nieuwenbroeck; in de stukken wordt het huis ook enkele malen Korst Reu genoemd, een naam die mogelijk in verband kan worden gebracht met de herberg van Kerst (Christiaan) in de Roever uit 1547.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.