Let op: Leeftijd bij trouwen (??-??-1701) lag beneden de 16 jaar (14).
Hij is getrouwd met Elisabeth (Elijsabetha Elisabeta) Spee.
Zij zijn getrouwd in het jaar 1701.
Ten overstaan van Petrus Buijckman, scholtis, Areth Meuter en Gootzen Gerarts, schepenen van de heerlijkheid Swalmen en Asselt, bekennen de echtelieden Geurt Spee en Tijsken Spee, alsmede Jacob Smeets en Elisabeth Spee,
Kind(eren):
Vertrok na zijn huwelijk met Elisabeth Spee naar Zwaantjeshof op Berkelaar onder Echt. Zijn bijnaam "het Swaenken"gebruikte hij blijkbaar als naam voor deze boerderij. Hij was hafter (=pachter) van de Munsterabdij in Roermond. De abdis Van der Heijden de Belderbusch van Kasteel Ter Worm bij Voerendaal bouwde er in 1734 de Tiendschuur bij met haar wapen en de spreuk "Fortitudo mea Dominus", die de Smeetsen later in hun familiewapen zouden overnemen te zamen met drie zwaantjes.
Vermelding vanaf 12 november 1715: Verpanding huis en hof..Bron 1
Ten overstaan van Petrus Buijckman, scholtis, Areth Meuter en Gootzen Gerarts, schepenen van de heerlijkheid Swalmen en Asselt, bekennen de echtelieden Geurt Spee en Tijsken Spee, alsmede Jacob Smeets en Elisabeth Spee,
mede als gevolmachtigden van hun zwager respektievelijk broer de eerwaarde heer Tilmanus Spee, pastoor te Meyel [zie 7-11-1715], alsmede hun moeder Tijsken Dorssers, weduwe van Jacob Spee die hierbij afstand heeft gedaan van haar vruchtgebruiksrechten in het geval van misbetaling,
dat zij een bedrag van 250 pattacons à 8 schelling tegen een jaarlijkse rente van 5% eerstmaal te betalen op 12 november 1716 en met een opzegtermijn van een half jaar, echter te volstaan met 4% bij betaling binnen een maand na de vervaldag, hebben opgenomen van de advokaat M. van Wessem namens Anna Catharina de Carpentier, weduwe van wijlen de licentiaat en schepen Johan Bossman, met als onderpand hun respektievelijke drie kindsgedeelten, zijnde de helft van huis, hof, schuur, stallingen, moesgaard en ongeveer 30 morgen akker- en weiland onder Asselt gelegen, zoals zij dit hebben geërfd bij overlijden van hun vader respektievelijk schoonvader Jacob Spee. De schepenen verklaren dat het onderpand ruim voldoende waard is voor deze verpanding.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.