Stamboom de Bruijn-Lavrijsen » Wouter Helmont (± 1628-< 1695)

Persoonlijke gegevens Wouter Helmont 

• Hij is geboren rond 1628.
• Hij is overleden voor 1695.
• Een kind van Jacobus Jan van Helmont en Judoca Jacob Jans Martens
• Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 14 mei 2023.

Gezin van Wouter Helmont

Notities over Wouter Helmont

20 juni 1695; Erfdeling tussen Wouter Jacobs, Joost Jacobs, Jacob Philipsen van Helmondt en Caterijn Dirx van Helmond allen erfgenamen van hun broer of oom Jan Jacobs van Helmond. De deling bevat landerijen genaamd de Heelen beempt, den Halven beempt en den Steenacker. Verder ook nog diverse uitstaande leningen.

9 januari 1697; Erfdeling van de nalatenschap van Wouter Jacob van Helmont.
De erfgenamen zijn broer Joost Jacob van Helmont en de kinderen van zijn andere broers Filips en Dirk Jacob van Helmont. Filips kinderen zijn Jacob, Jan en Jenneken en nog twee dochters die getrouwd zijn met Jacob Willems en Cornelis Moonen. Het kind van Dirk is Catrina die getrouwd is met Wouter Coolen.

28 maart 1697; Verdeling goederen nalatenschap van Wouter Jacobs van Helmont onder de erfgenamen te weten Joost Jacob van Helmont, Catharina Dirx van Helmont en haar man Wouter Coolen, Jacob Flipse van Helmont procuratiehouder en Jan van Helmont en Johanna van Helmont, Maria Flipse en haar momboir Herman Peeters. Verdeeld wordt ook een huis met schuur, smitskamer en angelag en diverse stukken grond waaronder de Gartsacker, de Neeskenacker, de Kleijne Steenacker, den Voorsten Steenacker, de Jan van Miertsbeemt, den Heelen beemt en den Ojenvaersnest.

1697 - 9 januari - Hooge Mierde, erfdeling van Wouter Jacob van Helmont, bewaarplaats: Streekarchief Regio Eindhoven, archief: Rechterlijk archief Hooge Mierde, inventarisnr: RA.102 f.51v-52.
Compareerde voor schepenen en leenmannen ondergenoempt Joost Jacob van Helmont ter eenre mitsgaders Jacob Flipse voor sijn selven ende hem sterckmaeckende voor Jan en Jenneken Flipsen sijn broeder en suster mitsgaders Jacob Wittens en Cornelis Moonen en Wouter Colen als mannen en momboirs van haere huijsvrouwe samen present andere sijde welcke comparanten ter requisitie van Wouter Jacob van Helmont hennen comparante oom en broeder met malkanderen in minne en voorts sij overkomen en veraccordeert conform en maniere naer wetten als den eersten comparant renuntierende en afstant doen bij desen van allen gelijcke soodanige prelegatien en voordeel van leenregten hoedanig die genoemt mogt wesen met alle geregchtigheden van dien als op hen eerste comparanten wegens de requiratie hen gedaen mogt henne te succederen en devolveren naer doot en aflijvigheid van Wouter Jacobs comparante broeder voornoempt sonder dies aengaend voor oft sijnde vooren en nakomelinge eenige regten sullen reserveren oft mogen gejustieerd werden oft indirecten renuntieren bij eersten comparant van alle excepten en relivemente die den inhoude deses eenigsins mogten continueren behoudens dat Joost Jacobs eersten comparant voor sijn afstant en renuntiatie voornoempt een recompensatie sal profiteren en genieten de som van tweehondert gulden eens wijders is conditie dat Joost Jacobs ten profijt van het sterfhuijs des requiratie sal inbrengen schult die hij aen sijnen broeder Wouter voornoempt schuldig is. Daerenboven hij comparante van de kavel den condividenten waer die in forma sullen sijn gesteld sooveel moges is tot genoegen der voornoemde comparanten doch is de somme van hondert en tachentig gulden. Item sal Jacob Flipsen ten oorsaecke en ten profijt van sterfhuijs als voorschreven inbrengen de somma van hondert gulden en Jacob Willems ten cause voorschreven de somme van twee en vijftich gulden en tien stuijffers als hen genoempt voorschreven is geloofds.
Comparanten voorschreven ingevallen als voornoempt goet en van weerde te houden voor hen mitsgaders haeren erven en nakomelingen sonder te sullen inbrengen oft disputen in verbant voor hen persoonen en goederen.
Aldus te goeden trouwe gepasseert voor Adriaen Lemmens en Herman Peeters scheepenen en Jan Joost Mijs en Peeter Lemmens leenmannen op den negenden Januarij sestienhonderd seven en negentigh.
Adriaan Lemmens
Herman Peeters
Jan Joosten Mijs
Joost jacobs van Helmont

1697 - 28 maart - Hooge Mierde, erfdeling Wouter Jacob van Helmont, bewaarplaats: Streekarchief Regio Eindhoven, archief: Rechterlijk archief Hooge Mierde, inventarisnr: RA.102 f.52v-54.
Cavelinge scheijdinge en erfdeijlinge welcke sijn doende Joost Jacob van Helmont ende Catharina Dirx van Helmont sijnde geassisteert met Wouter Colen haere man en momboir mitsgaders Jacob Flipse van Helmont cumsus namentlijk Jan van Helmont ende Johanna van Helmont volgens haere wettigen procuratien aen den voornoemde Jacob Flipsen gegeven wegens den eersten gepasseert voor den notaris Willem van Bommel tot Breda reserverende in dato den 8 meert 1697 de tweede voor den notaris loomans tot Herentals residerende in dato den 17 meert 1697 Maria Flipsen van Helmont in huwelijck hebbende Cornelis Moonen haere man en momber Johanna Flipsen geassisteert met Herman Peeters haren gecosen momboire tot desen als gesamentlijcke erfgenaemen van soodanige erfsgoederen bij wijlen Wouter Jacobs van Helmont sijn naergelaeten.
Mits welcke deijlinge aen Joost Jacobs bij desen wort erfelijk aengeerfdeijlt eerstelijck de smitskamer staende aen de huijsinge van Jan Joost Mijs oostwaarts met den hof en aengelegen erve van dien groot ontrent samen met den Garstacker vier lopemsaet lant oostwaerts Wouter Joost Mijs zuijd Jacob Philipsen west langs den voetpad van Jacob Flipsen end heer Winterooij noord slands hoeve. Item alnoch eenen ackerlant genoemt den Neeskenacker groot ontrent een lopensaet lant oost slants hoeve suijd heer Winterooij west Antonij Michiels Verhagen noord Herman Peeters erve. Item alnoch eenen acker genaemt den Voortacker oost aen erve genaemt den Hoogen wegh suijd Jacob Flipsen west Joost Jacobs noord Wouter Joosten. Item alnoch het Hoogemierts Beemdeken gelgen oost Wouter Joosten Mijs suijd Wouter Colen west de gemeijnts Aa noord d´erfgenaemen Beijndert Steijnen.
Mits welcke deijling aen Wouter aengeerfdeijlt eerstelijck een huijs aengelegen erve groot ontrent twee lopensaet oost Josijna Joosten Mijs zuijd Peeter Swanen west de gemeijne straet noord het Kerckhof west Peeter Swanen en gemeijne straet en neemt desen kavel tot sijne last alsulcke capitale som van seven en seventich gulden met een jaer intrest vervallen lichtmis 1697 als Joost Jacobs aen de tafele der armen tot Leegemierde is geldende uijt eenen acker genaamt den Voortacker voorders is expresselick geconditioneert als dat Joost Jacobs met sijne huijsvrouwe oft de lanxlevende van hen beijden het effecten gebruijck om te bewoonen sullen mogen hebben soo lang als sij leven van de kamer den voorschreven huijsinge met het gebruicke van den solder soo verre die boven gelijx de kamer streckt en verder niet mitsgaders alnoch de voornoemde halve schuer westwaerts en den schuerheert t´saemen te gebruijcken van nu af aen. Item alnoch het prophijt oft gebruijck den hof die den schoolmeester in huer heeft mitsgaders t´samen te gebruicke en het verval van dien te saemen te repareren. Item alnoch eenen acker groot ontrent 2,5 lopensaet genaemt den Jan van Mierts acker oost Herman Hermans suijd Wouter Joosten, west Herman voornoemt noord d´erfgenaemen Willem Malten item alnoch eenen acker genaemt den kleijnen Steenacker groot ontrent 1,5 lopensaet oost Herman voorschreven suijd heer Winterooij west den Broeckkant noord Hermans voorschreven. Item alnoch eenen acker genaemt den voorsten Steenacker groot ontrent 1,5 lopensaet oost aen gemeijne straet suijd selfs west den Broeckkant noord de heer Winterooij en Hermans voorschreven. Item noch een beemdeken genaemt Jan van Mierts beemdeken groot ontrent 1,5 lopensaet oost Joost Jacobs suijd Jan Hendriks west de gemeijnts stroom noord aen Joost Jacobs is coditie dat den Jan van Mierts beemt hier aen gelegen als Joost Jacops competerende door desen eerstgenoemde Jan van Mierts beemt moet geweegt worden ten naesten velds en minste schade.
Mits welcke cavelinge Jacob Flipsen met sijn consoorten is erstelijck aengeerfdeijlt een schuer met aengelegen erf groot ontrent drie lopensaet lant sijns selfs erve Joost Jacobs suijd Ariaen Soomers west den selven noord sijns selfs. Item alnoch een kleijn ackerke gelegen ontrent het selfs huijs agter den Bogt groot ontrent 1.5 lopensaet oost de heer Winterooij suijd sijnde selve noordwest Herman Peeters noord de heer Winterooij voornoempt.
Item alnoch eenen acker genaemt den Hogenwegh groot ontrent 1,5 lopensaet oost den gemeijnen wegh suijd Wouter Joosten west aende Broeckkant noord Joost Jacobs.
Item noch eenen beemt genoemt den Heelen beemt oost Herman Peeters suijd den selven west aen de gemeijnts Aa noord Wouter Joosten groot ontrent twee lopensaet lants.
Item alnoch eenen acker genoemt den Ojevaers nest groot ontrent twee lopensaet lant oost aen Herman Peeters suijd Jan Joosten Mijs west nevens den Hoogen wegh noord Jan van Kieboom. Nota dat wegens de voorschreven Josijna Flipsen weduwe Jacob Wittens sijnde deselve geassisteert met haeren voorschreven gekozen momboir tot desen dat selven voor haere contingente portie uijt desen cavel proffiteren en genieten desen voorschreven acker genaemt den Ojevaers nest met alnoch eene som van vijftich gulden die de gelijcke anderen condividenten wegens desen cavel vermelt haer sullen moeten goet doen op soodanige wijse t´sij met gereet gelt oft sufficant bewijs dat sij daer mede te vreden is waermede de voorschreven Josijna mits desen verklaert uijt scheijden en vernoegt te sijn sonder op haer condividenten iets verder te mogen eijschen oft pretenderen.
Voorders is met de gesamentlijcke condividenten geaccordeert als dat Jacob Flipsen de heeren meester wesen en in eijgendom besitten den geheelen halven beemt gecompeteert hebbende de kinderen wijlen Flips en Jan Jacobs van Helmont gelegen oost Catrijn van Helmont en Herman Hermans suijd Heiltje weduwe wijlen Jan Herman Wittens west aende gemeijne Aa noord d´weduwe wijlen Jan Herman Peeters.
Ende alsoo eenige perceelen goederen inden derden cavel vermelt sijn tot borgtogt veronderpandt tot assurantie van de inhermerij tot Herentals wegens Johanna Flipsen begijntje aldaer soo verklaeren de gelijcke condividenten ider klagt naer rato den voorschreven derden cavel die wegens kosteloos en schadeloos te houden voor en wegens een somma van twee hondert gulden wanneer dese veronderpandte goederen door eenige last en swarigheijt die de in hermerige wegens de voorschreven Johanna nog te komen te lijden mogte worden aengetast verder is conditie dat ider sijn lasten uijt sijne goederen gaende sal dragen en ofter eenige verborgen commer des de condividenten tot noch ignorant sijn in te komen ontdeckt wierde oft opquamt welckt niet vetrout wert geloven condividenten malkanderen naer rato te helpen cleeren en weeren ider op verbant van sijn persoon en goederen en als naer regten.
Voorders is conditie als dat Joost Jacobs en Jacob Flipsen met sijne consorten de helft sullen proffiteren en genieten alle en igelijcke de active obligatien en hantschulden die ter proffijt van het sterfhuijs sullen werden bevonden aldus gedaen voornoemde Adriaen Lemmens ende Herman Peeters schepenen op de acht en twintigsten meert sestien hondert en seven en t´negentich.
Joost Jacobs van Helmont
Cornelis Moonen
Jacob Philipsen
Herman Peeters schepen
Adriaen Lemmens schepen

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Wouter Helmont?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!

Tijdbalk Wouter Helmont

Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen:  grootouders    ouders    broers/zussen    kinderen