Stamboom Clement - Bomas - Buitendijk - van Hartingsveldt » Helena (Lena) Kist (1829-1915)

Persoonlijke gegevens Helena (Lena) Kist 

• Zij is geboren op 21 april 1829 in Haarlemmerliede, Noord-Holland.

  tweeling met Coenradus.

• Beroep: dienstbode (1855-1859), blekersdienstbode (1863,1864), zonder beroep (1864,1867,1868,1874,1889,1903).
• Geloof: Rooms-Katholiek.
• Zij is overleden op 28 mei 1915 in Heemstede, Noord-Holland, zij was toen 86 jaar oud.
• Een kind van Albert Kist en Cornelia Vogelstruis

Gezin van Helena (Lena) Kist

(1) Zij is getrouwd met Gerardus Wilhelmus Teunisse.

Huwelijksbijlagen vanaf: https://www.familysearch.org/ark:/61903/3:1:939K-XHYR-J?i=666&wc=MCLQ-8TP%3A341394301%2C341527801&cc=2020117.

Het stel kon beide schrijven (1867), (Gerardus ook bij het aangeven van overlijden van zijn vader in 1839). In 1889 gaf Helena aan niet (meer) te kunnen schrijven.

Zij zijn getrouwd op 9 mei 1867 te Haarlemmermeer, Noord-Holland, zij was toen 38 jaar oud.

Weduwnaar van Alida van der Maat. Weduwe van Theodorus Bernardus van Buren.

Kind(eren):

1. Cornelia Teunisse  1868-1941 
2. Maria Teunisse  1870-1872

(2) Zij is getrouwd met Gerhardus (Gerrit) Weijers.

Zij zijn getrouwd op 23 april 1873 te Heemstede, Noord-Holland, zij was toen 44 jaar oud.

(3) Zij is getrouwd met Theodoris Bernardis van Buuren.

Huwelijksbijlagen vanaf: https://www.familysearch.org/ark:/61903/3:1:939L-7T9M-72?i=85&cc=2020117.

Zij zijn getrouwd op 9 oktober 1864 te Haarlemmerliede, Noord-Holland, zij was toen 35 jaar oud.

Notities over Helena (Lena) Kist

Helena, Lena.

Bij haar drie huwelijken kon Helena schrijven, in 1889 gaf ze aan niet te kunnen schrijven.

Dienstbode:
- 1855-1 nov 1857: bij de fam. Kok.
- 1 nov 1857 - 3 juni 1859: bij de fam. van Hoogten
- 20 juni 1863 - 9 okt 1864: blekersdienstbode

Adressen:
- Haarlem, Agterkamp 880 (als kind bij famililid Anna Brouwers).
- Zaandam: Wijk 3, straat: Oostzijde nr. 491 (beroep dienstbode), tot 15 juli 1855 (naar Amsterdam).
- 1855 - 1 nov 1857: Amsterdam, Batavierstraat 173 (als dienstbode)
- 1 nov 1857 - 3 juni 1859: Amsterdam, Ridderstraat 221 (als dienstbode)
- voor 20 juni 1863: Haarlem
- 20 juni 1863 - 2 (of 9) okt 1864: Haarlemmerliede (als blekersdienstbode), wijk 27A nr. 143.
- 9 okt 1864 - 4 mrt 1873: Haarlemmermeer
      - rond 1868-na 1872: Vijfhuizen in de Haarlemmermeer
- vanaf 4 mrt 1873 te Heemstede, met huwelijk met Gerrit Weijers:
     - Heemsteede, huizen Glip(?) 45a Ak, A 3213 K (ca. 1875)
     - Heemsteede, huizen A 32, A 141, A 176
- rond 1901: huis A214 te Heemsteede.
- rond 1901: Kerklaan 85 te Heemsteede
- rond 1905: Heemstede St. Bavo (verpleegdenhuis)

Woont van nov 1857 tot 3 juni 1859 op de Ridderstraat nr. 221 te Amsterdam. Ze is dan Rooms-Katholiek en dienstbode. Ze vertrekt daarna naar Heemstede. In 1889 woont ze daar nog.

Helena en haar broer Simon kist woonden na het overlijden van hun ouders in 1839 bij Anna Brouwer, slaapsteehoudster in de Achterkamp huis 881 te Haarlem. (bron: volkstellingregister Haarlem 1839). Deze Anna Brouwer (op dat moment 40 jaar, weduwe, geboren te Haarlem) was mogelijk een nichtje van hun grootmoeder Johanna Brouwers, die op dezelfde plek slaapsteehoudster was (1825 - trouwakte Helena Conrad Vogelstruijs).
De achterkamp was een straatje aan de zuidkant van de stad, parallel aan de Kleine Houtstraat. Tegenwoordig bekend als De Witstraat.
(bron: S. Clement)
Zie registratie op: https://hdl.handle.net/21.12102/ACA38C3D6CF443918648E0BD1300A6E5.

 

Vonnis Helena Kist (25 juni 1874)

 

No. 148 van de rol                                   ;                         No. 149 van het vonnis

 

VONNIS van de ARRONDISSEMENTS-REGTBANK te HAARLEM, regtdoende in de strafzaak, bij dezelfe aanhangig gemaakt door de dagvaarding van wege den Officier van Justitie bij de genoemde Regtbank, tegen Helena Kist huisvr. Gerrit Weijers.

IN NAAM des KONINGS. De ARRONDISSEMENTS-REGTBANKT TE HAARLEM, regtdoende in strafzaken;
De voorschriften der wet in acht genoemen, en in raadkamer beraadslaagd hebbende;
Gezien het exploit van dagvaarding van de beklaagde;
Gehoord de verklaringen der getuigen en de opgaven van de beklaagd;

Gelet op het requisitoir van den Officier van Justitie, hiertoe strekkende, dat de beklaagde zal worden schuldig verklaard aan het haar bij dagvaarding ten laste gelegd, daarstellend: opzettelijke verbreking van afsluiting en te dier zake, op grond den art. 456, 52 wetb. v Strafregt, art. 1 der wet van 22 april 1864 S. no. 29, du art. 207, 227 Wetb. v. Strafvordering, du art. 1, 2, 3 du Wet van 28 junij 1851 s. no. 48, veroordeeld tot 15 dagen celstraf en een boete van f25.- subsidiair 3 dagen celstraf en in de kosten.
Gehoord de beklaagde in haar verdediging;
Overwegende dat aan de beklaagde bij de acte van dagvaarding is ten laste gelegd: ,,dat zij den 25^ste mei j.l., te Heemstede, opzettelijk ingeslagen en hierdoor verbrijzeld heeft twee glasruiten aan den buitengevel der woning van Pieter van Bakel;
Overwegende, dat de beklaagde ter teregtzitting heeft bekend: dat zij, den 25^ste mei j.l., na met Pieter van Bakel en zijn huisvrouw Catharina Maria de Rooij, in hunne woning te Heemstede, in hevige woordentwist te zijn geraakt en door genoemde van Bakel met geweld de deur der woning te zijn uitgezet, in groote drift, in het buitenraam van meergenoemde woning, twee glasruiten heeft ingeslagen en verbrijzeld;
Overwegende, dat ter teregtzitting door de getuige Johanna Steinmans, huisvr. Leonardus van den Linde, onder eede is verklaard: dat zij den 25^ste mei j.l. heeft gezien: dat de beklaagde, vóór de woning van Pieter van Bakel, te Heemstede, staande, twee glasruiten in het buitenraam dier woning opzettelijk insloeg en verbrijzelde;
Overwegende, dat door de bekentenis van de beklaagde, bevestigd en toegelicht door de bovenvermelde verklaring van de getuige Johanna Steinmans, het wettig en overtuigend bewijs is geleverd van hetgeen der beklaagde bij de dagvaarding is ten laste gelegd;
Overwegende, dat het aldus ten laste der beklaagde bewezen feit behoort te worden gequalificeerd: opzettelijke verbreking van de afsluiting eener woning, wanbedrijf met straf bedreigd bij art. 456 wetboek van Strafregt;
Verklaart de beklaagde, Helena Kist, huisvr. Gerrit Weijers, volgens hun opgaven, oud 45 jaren, zonder beroep, geboren te Haarlemmerliede en wonende te Heemstede, schuldig aan het hierboven gequalificeerde wanbedrijf;
Overwegende dat de toestand van drift en opgewondenheid, waarin de beklaagde tijdens het plegen van het wanbedrijf verkeerde, en de geringheid der door haar veroorzaakte schade, omstandigheden zijn welke, het gepleegde wanbedrijf verkleinende, aanleiding geven, om art. 463 wetboek van Strafregt, j.cto [juncto] art. 20 der wet van 29 Junij 1854 St. Bl. No. 102 mede toe te passen;
Overwegende, dat de bijzondere geaardheid van de schuldigverklaarde aanleiding geeft om te gelasten dat zij de haar op te leggen gevangenisstraf in eenzame opsluiting zal ondergaan;
Gezien, behalve de reeds aangehaalde wetsartikelen art. 52 wetboek van Strafregt en art. 207, 227 Wetboek van Strafvordering, en art. 1,2,3 der wet van 28 junij 1851 S.no. 68.;
Veroordeelt de schuldigverklaarde, Helena Kist, huisvrouw Gerrit Weijers, tot eene cellulaire gevangenisstraf voor den tijd van drie dagen en in de kosten van het geding, invorderbaar bij lijfsdwang en bedragende f. 3.99.-.

 

De boven toegepaste en in de openbare teregtzitting voorgelezen wetsartikelen luiden aldus:
Wetboek van Strafregt Art. 456 Te wie in het geheel of ten deele grachten of slooten gedempte omheiningen, waarvan ook gemaakt afgebroken enz. zal hebben enz zal gestraft worden met een gevangenis, die niet beneden één maand, noch boven een jaar zal mogen zijn en een geldboete ten bedrage van het vierde deel der teruggaven en schaden en interessen, die in geenerlei geval beneden de 50 franken zal mogen zijn.
Wetboek van Strafregt. [Ar. 66-69 doorgehaald:]
Art. 66. Wanneer de beschuldigde beneden de zestien jaren oud is Enz.
Art. 67. Zoo het uitgemaakt is, dat hij met oordeel des onderscheids gehandeld heeft. Enz.
Art. 69. Indien de schuldige niet dan in eene der boetstraffen vervallen is, zal hij tot zoodanige boetstraffen veroordeeld mogen worden, als gepast zal bevonden worden, mits deze straffe beneden de helft zij van die, welke hij ondergaan zou, zoo hij zestien jaren oud ware geweest.
Wet van 28 junij 1851 (St. Bl. No. 68). Art. 1. Bij veroordeeling tot correctionele gevangenisstraf kan de regter, met inachtneming van het bepaalde bij art. 2 en 3 bevelen, dat de straf in eenzame opsluiting moet worden ondergaan.
Art. 2. De eenzame opsluiting kan slechts worden opgelegd in de gevallen, waarin de regter de gevangenisstraf, uit kracht er betrokkene strafwet, voor één jaar of minder zou hebben uitgesproken, en in geen geval voor langer dan de helft van den tijd dier gevangenisstraf.
Art. 3. De eenzame opsluiting wordt door den regter alleen bevolen, wanneer hij, in de omstandigheden des misdrijfs, of de geaardheid van den schuldig verklaarde daartoe bijzondere aanleiding vindt.
Art. 463. Wetboek van Strafregt. In al de gevallen, waarin de straf van gevangenis bij dit Wetboek gesteld wordt, worden de Regtbanken gemagtigd om bij aldien het veroorzaakte nadeel geene vijf en twintig franken te boven gaat, en bijaldien de omstandigheden het wanbedrijf schijnen te verkleinen, de gevangenisstraf zelfs tot beneden de zes dagen en de boete zelfs beneden de zestien franken te verminderen. Zij zullen ook de eene of de andere dezer straffen afzonderlijk mogen wijzen, zonder dat zij in eenig geval beneden de bloote policiestraffen mag zijn.
Art. 20 der wet van 29 junij 1854 (St. Bl. No. 102). Het art. 463 van het Wetboek van Strafregt kan worden toegepast ook dan, wanneer de toegebragte scahde de 25 francs te boven gaat, of tegen het wanbedrijf in het Strafwetboek slechts enkele geldboete is bedreigd. Enz.

 

Aldus gevonnisd door de Regtbank voornoemd en het vonnis openlijk door den President uitgesproken in de teregtzitting van 25 junij 1874, tegenwoordig zijnde de Heeren Mrs. Enschedé, Resident, Weijman van Twist en Baron Hoet ter Oldhuis regter, Haakman Suber(?) Officier van Justitie en Rutgers Luber, griffier.  
[Ondertekent door deze personen]

 

EIGEN REFLECTIE OP VONNIS:
Helena Kist krijgt flink minder dan de straf die staat voor haar misdrijf, vanwege haar woede (dus geen vooropzet) en haar persoonlijkheid. Hoe dit laatste precies zit is onbekend.
Pieter van Bakel, wiens ruiten ze insloeg, was een arbeider te Heemstede. Het is (nog) onbekend wat hij was t.o.v. Helena Kist, mogelijk een buur? Feit is dat ze grote ruzie hadden gekregen. Waarover is onbekend.

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Helena (Lena) Kist?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!

Tijdbalk Helena (Lena) Kist

Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen:  grootouders    ouders    broers/zussen    kinderen