Hij is getrouwd met Ingerid Folcwalda Folcwalda van Denemarken.
Zij zijn getrouwd.
Kind(eren):
GONDEBALD, de agtste Koning der Friezen (van 734 tot 749), zoon van Aiollus II, kwam, na den dood zijns vaders, omtrent het jaar 739, aan het bewind. Onder zijne Regeering, en wel na het overlijden van Bisschop Willebrordus, nam het Bisdom van Utrecht zeer toe in magt en aanzien, inzonderheid door de milde giften van Gondebald, daar aan gedaan. Sommige schrijvers zeggen , dat hij met 8000 Friezen, ter hulpe van karel den Grooten, opgetrokken, in een gevegt tegen de Saraceen, al vroeger zou gesneuveld zijn. Ware het der moeite waardig, men zou kunnen aantoonen, dat
hier mede niet deeze Gondebald, maar eene Galidboder door moet verdaan
worden. De persoon, van wien wij spreeken, liet twee zoonen na: Gondebaldt II en Johannes. Dewijl deeze beiden, bij 's vaders overlijden, nog
onmondig waren, kwam Gondebalds broeder Rothad II, uit Denemarken, om
de Friesche Kroon te ontvangen. Behalven die twee zoonen, had hij éé;ne dogter, Tecla genaamd, die de vrouw werd van een Frieschen Edelman, Hajo Camminga. Tijdens de regering van Adgillus II en zijn
zoon Gondobaldus nam het Christendom in Friesland toe, mede omdat er geen vervolging meer was van de predikers en belijders. In 744 spanden de
Friezen, samen met Theodorik, Hertog van Saxen, tegen Karloman, de tweede zoon van Karel Martel en heerser over Oost-Frankrijk en de landen aan de Rijn. Later werden nog Friese hulpbenden door Pepijn ingezet tegende invallende Saxers. Gondobaldus, Koning van Friesland, slaagde er inom Dokkenburg (Dokkum) aanmerkelijk uit te breiden en te versterken.
Na de dood van Gondobaldus was het trouwens met de betrekkelijke rust in Friesland gedaan. Diens opvolger, broer Radbodus II, was in Denemarken opgegroeid met een grote haat tegen het Christendom.
grootouders
ouders
broers/zussen
kinderen
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.