Bij het huwelijk in 1769 werd het kind Hermanus erkend en daarna wegens
ziekte gedoopt. Hermanus werd geboren toen de ouders "onder de geboden
waren" (in ondertrouw) en is op de middag van hun huwelijk gedoopt met als
getuigen Pieter Lourens en Elisabeth Dirkse (dopen Hamelberg 1464). Op
18 juli 1783 kocht hij de plantages Groot en Klein Malpais van Gerard Striddels;
Op 10 augustus 1784 kocht hij van Jannetje Aardse Kool een huis in Otrobanda
aan de Conscientiesteeg en op 23 februari 1798 verkocht hij het pand aan
Henry Chapman; Johannes wordt in 1787 als Johannes Palm Harmzn genoemd
in manumissiebrief van 29 mei vanwege vrijlating negerin Christina. In 1798
verkocht hij de plantages Groot en Klein Malpais voor 35.000 pesos en de helft
van plantage Terburgh a Tessel voor 16.000 pesos aan Gerardus Duyckink met
74 slaven, 110 koebeesten, 27 kalveren, 1135 schapen, 125 kabrieten,
9 rijpaarden, 7 merries, 2 springezels,
400 hoenders, 220 kalkoenen, 55 eenden, 2 vluchten duiven, 1200 schepels
mais, 3 karren met toebehoren, 170 vaten zout, 100 nieuwe lege zakken en
verder meubelen, huyscieraden, tafelgoed, servies, 12 snaphanen en tevens
een voorraad bouwmaterialen.
in 1800 koopt hij twee huizen tussen de Concientiesteeg en de Breedestraat,
verkoopt hij aan Gerard Duyckinck Groot en Klein Malpais met perceel
Bullenbaai en een huis ten zuiden van de Concientiesteeg aan Henry Chapman.
De twee huizen die hij heeft gekocht, worden ineengetrokken en in 1814
erkocht aan Johan Christoph Schuler. Vóór zijn dood koopt hij nog de plantage
Watervlied incl. perceel Langetuin van Frans Franken, die in 1828 aan
weduwe wettig wordt overgedragen.
Hij wordt vermeld door Dr. Joh. Hartog in zijn geschiedenis van Bonaire,
pag. 442 als commandeur op Bonaire van 29-10-1805 tot 20-6-1809 en
ice-commandeur na de de bezetting door de Engelsen in januari 1807;
hij werd aanvankelijk in functie gehandhaafd en op 20-6-1809 vervangen
door Den Briel (OC 261). Dit gegeven klopt echter niet met de opmerking
op pagina 410 dat Palm op 6 november uit Curaçao op Bonaire arriveerde,
dat hij in 1806 nog genoemd wordt en dat er daarna geen gegevens meer
over hem zijn te vinden, zodat hij mogelijk tijdens het Engelse tussenbestuur,
dat in 1807 een aanvang nam, is ontslagen (RA Arch. Cur, inv. no. 520).
Op 22-12-1805 schrijft hij aan Gouverneur Changuion op Curaçao dat de
bewoners van Bonaire allen in haat en nijd leefden "dat onchristelijk is voor
menschen, die anders moesten leven om Gods zegen te genieten" (zie ook B. de Gaay Fortman in de West Indische Gids 1943, blz. 13).
Hij is getrouwd met Hendrina Hoevertsz.
Toestemming voor het huwelijk is 16 juni 1769 verkregen te Curacao (NA).
Zij zijn getrouwd op 2 juli 1769 te Curacao (NA), hij was toen 23 jaar oud.Bron 2Hij trouwde met zijn nichtje Hendrina Hoevertsz en kreeg 12 kinderen, vijf zonen en zeven dochters.
Huwelijksinschrijving
datum ondertrouw: 16-06-1769
datum huwelijk: 02-07-1769
plaats: Curaçao
inschrijving: Johannes Palm, j.m.,
& } geb. op Curacao.
Hendrina Hoevertsz, j.d.,
Getuigen:
Willem Hoevertsz
&
Cornelia Valck, huisvrouw van Gerrit Bije.
---
Op den 16 junij aangetekend.
18 junij - 1 proclamatie.
25 d(itt)o - 2e d(itt)o.
2 julij - 3e d(itt)o.
Getrouwt als mede een kind genaamt Hermanus, onder de geboden zijn geboren, geëgt, daar na wegens ziekte gedoopt.
1bruidegom Johannes Palm, j.m., van Curaçao
2bruid Hendrina Hoevertsz, j.d., van Curaçao
3getuige Willem Hoevertsz
4getuige Cornelia Valck, echtgenote van Gerrit Bije
bron: NATIONAAL ARCHIEF, DEN HAAG, nummer toegang 1.05.12.01 inventarisnummer 1471
fol. 153.
Kind(eren):
Johannes Palm | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1769 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hendrina Hoevertsz |
https://www.genealogieonline.nl/stamboom-mulder-muller/I4290.php
NATIONAAL ARCHIEF, DEN HAAG, nummer toegang 1.05.12.01 inventarisnummer 1471 fol.153 aktenummer: C-NHK-T-5-626