Geestelijke dochter
Een klopje of kwezel, ook 'geestelijk maagd' of 'geestelijk dochter' (filia devota) genoemd, was een ongehuwde katholieke vrouw die ten overstaan van een priester een kuisheidsgelofte aflegde en daarbij meestal, niet door gelofte gebonden, gehoorzaamheid betrachtte aan een overste, ook wel biechtvader genoemd.
Geschiedenis
Het kloppenleven ontstond na 1581 toen er in de gereformeerde Nederlanden de Generaliteitslanden een algeheel verbod op kloosterorden werd ingevoerd. Er mochten vanaf dat moment geen novicen meer worden aangenomen en via natuurlijk verloop kwam er langzaam een einde aan het kloosterleven. Dit verbod betekende voor katholieke vrouwen dat het niet meer mogelijk was om een religieus (klooster)leven te leiden. De oorsprong van het kloppenleven kan dan ook worden gezocht in dit kloosterverbod en was een echt Nederlands fenomeen. Toen het gedurende de negentiende eeuw weer mogelijk werd om kloosters te stichtten, stierf het kloppenleven dan ook weer langzaam uit.
Herkomst van de naam
Er zijn verschillende verklaringen geweest voor de herkomst van de naam. Eén van de verklaringen was dat de klopjes langs de deuren van gelovigen gingen en hen met klopsignalen uitnodigden tot het bijwonen van de mis. Historici beschouwen deze verklaring over het algemeen als onjuist. Andere verklaringen zijn gezocht door het woord te beschouwen als een verwijzing naar de sekse van de vrouwen (het beroven van teelkracht of een verwijzing naar de maagdelijke staat). Ook voor deze verklaringen is onvoldoende bewijs gevonden. In haar proefschrift Beelden voor passie & hartstocht toonde de kunsthistorica Evelyne Verheggen met behulp van diverse afbeeldingen op devotieprenten aan, dat de verklaring gezocht moet worden in het gegeven, dat Christus op de deur van het hart van deze vrouwen klopte, waarna zij de deur van hun hart voor Hem opende.[
Het voorvoegsel DE vermeld in de geboorteakten. Deze akten komen uit de parochieregisters en die pastoors waren destijds zelf halve analfabeten en zij namen het niet zo nauw met de juiste schrijfwijze van de namen.
Hetzelfde fenomeen,gebeurde met SMEDT in de akte en een andere keer kreeg opnieuw het voorvoegsel DE. Later zijn er kinderen die weer als SMET staan genoteerd.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.