Plaats: (in de Old Minster)
Hij is getrouwd met Redburga.
Zij zijn getrouwd.
Kind(eren):
Egbert van Wessex was koning van Wessex. Hij was het die de macht van Mercia overwon en van Wessex het dominante Angelsaksische koninkrijk maakte. Hij kreeg de titel "Bretwalda", waarmee door de Angelsaksen een heerser werd aangeduid die de macht had over andere heersers. Hij wordt gezien als de eerste koning van Engeland en werd na zijn dood begraven in de Old Minster te Winchester.
Egbert was een zoon van Ealhmund, koning van Kent. Na de dood van zijn vader verkeerde hij in een onzekere positie en werd hij in 789 door Offa van Mercia en Beorthric van Wessex naar het vaste land van Europa verbannen. Daar leefde hij 13 jaar onder de bescherming van Karel de Grote. Na het overlijden van Beorthric in 802, wist Egbert met steun van Karel de Grote en van de paus de troon van Wessex te verwerven. Voor Karel was het vooral een tegenwicht tegen de overmacht van Mercia. Het leger van Hwicce (een hertogdom binnen Mercia) viel direct Wessex aan maar werd door Egbert afgeslagen.
Cornwall werd onderworpen in twee veldtochten in 815 en 825. Ook in 825 versloeg Egbert Beornwulf van Mercia bij Ellendun (nu Wroughton) en stuurde zijn zoon Ethelwulf om zijn gezag te vestigen in de gebieden die onder het gezag van Mercia stonden: Kent, Essex en Sussex. In 826 vroeg East Anglia de bescherming van Egbert. Aanvallen van Mercia op East Anglia in 826 en 827 werden een grote mislukking. In 829 versloeg Egbert Wiglaf van Mercia en sloeg zelf munten als koning van Mercia. Egbert werd Bretwalda, de hoogste koning van Engeland, en dus ook met een vorm van gezag over Northumberland. In 830 volgde nog een expeditie naar gebieden in Wales die onder de invloed van Mercia stonden.
Vanaf 830 volgde echter een periode van tegenslagen. Wiglaf won de troon van Mercia terug. De macht van Egbert over East Anglia, Essex en misschien ook Kent leek verdwenen. Mogelijk is hier een samenhang met de periode van burgeroorlogen in het Frankische rijk waardoor Egbert zijn Frankische steun verloor. Uiteindelijk ontstond er een natuurlijk machtsevenwicht tussen Wessex, Mercia, East Anglia en Northumberland. De kleine staten verloren hun zelfstandigheid en Sussex, Kent, Surrey en mogelijk ook Essex werden een onderkoninkrijk onder Egberts zoon Ethelwulf.
In 836 werd Egbert bij Carhampton verslagen door een strijdmacht van 35 Deense schepen. In 838 versloeg hij bij Exeter een bondgenootschap van Denen en Kelten. De onafhankelijkheid van het Keltische koninkrijk Dumnonia was hiermee feitelijk afgelopen. Egbert en Ethelwulf sloten een overeenkomst met de bisschoppen van Canterbury en Winchester. In ruil voor aanzienlijke schenkingen erkenden deze Ethelwulf als opvolger van Egbert en erkenden ze Egbert en Ethelwulf als heer en beschermer van hun kerken en kloosters. In 839 was er nog een correspondentie met Lodewijk de Vrome over zijn voorgenomen reis naar Rome. Het testament van Egbert gaf alleen bezittingen aan mannelijke familieleden, zodat er niet via huwelijken bezittingen uit de familie zouden verdwijnen. Het overgrote deel van zijn bezit ging echter naar zijn opvolger. Bron: Wikipedia
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.