Hij is getrouwd met Theda Tiddens Ewsma.
Zij zijn getrouwd rond 1491.
Kind(eren):
Hij was hoofdeling in Oostwold, GR, hoofdeling in Leermens, GR, kerkvoogd in Oostwold, GR.
Hij was jonker van Huningaborg.
Een landregister, opgesteld ca 1530 noemt Aylke Eppes Hermans (=Hemmens) in 'Oestwolt' met 21 grazen land te Baamsum onder Termunten.
In 1532 bezit hij 15 grazen land te Reide. Op 1 sept. 1548 worden vele eigenaren van land bij de dijken onder Fimel en Zwaag bij Termunten, waaronder Aeylko Eppens te Oostwold en Focke Mennens te Borgsweer, door Burgemeesters en Raad van Groningen aangeschreven om over het dijkonderhoud te spreken; zo ook Walrick Nantkes te Borgsweer. Aeylko Eppens, 'Bauke Eppens van wegen sins susters', Focke Mennes voor zich en wegens de kinderen van Febo Aelts 'verlaten' daarop het land (dwz. abandonneren het), zoals blijkt uit een overzicht van 27 mei 1549 van Menno Houwerda die op 3 april 1549 verklaart het overzicht op 27 mei 1549 opgesteld te hebben.
De stad Groningen neemt ten behoeve van het onderhoud der Eems- en Dollarddijken bezit van het land. Aylcko's eigendommen liggen aan weerszijden van de westelijke Dollard-boezem. Van Rhenen weet te melden dat bij de inloop van de Dollard in 1507 hij grote schade lijdt en 'Hueninga-Heerd van Woldendorp tot Oostwolde toe meest ver-dronken werd'. Voorts vermeldt hij dat graaf Enno van Oostfriesland in 1534 'Huningaborch' verbrandt 'soo dat Ailko sels ter nauwer noot daer wt quam'. Waar deze borg heeft gestaan, wordt niet vermeld. De Huninga 's hebben in ieder geval een borg te Oostwold waarvan de plaats altijd bekend is geweest, doch ook een te Woldendorp, waarvan de borgstede vrij recent is vastgesteld.
Aylcko Eppens en Hero Eggens stellen 19 mei 1554 tegen de schatbeurders van Oostwold dat de meiers van Ekamp geen schatting hoeven te betalen. Burgemeesters en Raad van Groningen stellen hen in het ongelijk.
Op 21 jan.1557 en wederom 19 juni 1557 procedeert Aytzo Foppens in appel tegen Aylcko Eppens over land, zonder dat verdere bijzonderheden blijken en op 27 jan. 1560 wordt Aylcko Eppens op getuigenis van Wypko Johans en Tyako Aylckens begenadigd en uit de gevangenis ontslagen mits hij een borg stelt voor de aan Johan Wypkens vervallen breuk.
Op 14 juni 1564 wordt Aylcko in een zaak door Frans Ockens als appelant aangespannen, gelast de grootte van het (betwiste?) land te bewijzen. Frans Ockens op treedt 26 mei 1565 -dan mede namens Poppo Hummens, Tako Tonckens en Bunno Herens als eigenerfden te Oostwold- weer op tegen Aylcko Eppens die dan wordt opgedragen geen land te (ver)graven totdat daarvan bezichtiging heeft plaatsgevonden. Als kerkvoogd te Oostwold komt hij in hetzelfde jaar voor. Hij steft volgens van Rhemen in januari 1567. Land te Oostwold, grenzende aan o.m. Ailko Eppens erfgenamen, wordt vermeld op 11 mei 1583. Burgemeesters en Raad van Groningen spreken op 16 maart 1585 uit dat 'de kerckvoegeden to Oestwold sullen de landthuren / onder Foppo Galtkens / moegen arresteren bes se vanwegen het strafh(ue)s van Aylko Eppens gecontenteert'.
Hij trouwde (1) omstreeks 1491 met Theda Tiddens Ewesma (zie: stamboom).
Hij trouwde (2) omstreeks 1534 met ? Gockinga Bunninga.
Aylcko Eppens Huninga | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
± 1491 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Theda Tiddens Ewsma |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.