Akte nr 1250 vue 150 / 683, burgelijke stand van Brussel.
Du vingt et unieme jour du moi de mars l'an mil huit cent cinquante quatre, a dix heures du
matin. Acte de naissance de Henri Theophile Baudrie, ne le vingt de ce mois, a sept heures du
soir, rue des Alexiens nr. 22. Fils de Prosper Livien Baudrie, relieur, et de Pauline Stevens,
conjointe domicilier es meme maison. Sur declaration faite par le pere, age de trente quatres
ans en presence de Henri Joseph D'Ours, cabaratier age de trente six ans et de François
Schavije, relieur, age de trente ans, domicili es en cette ville et ont signe avec nous ainsi
que le pere. Constate en la maison communale par nous, soussigne Nicolas Joseph Verhulst,
echevin, Officier de l'Etat civile de la ville de Bruxelles, duquel acte il leur a ete donne
lecture . P L Baudrij D'Ours F Schavije N J Verhulst,
Le sort des malades mentaux de Prémontré durant le conflit de 14-18 intrigue de manière sporadique historiens ou médecins. Il vient de faire lobjet dun diplôme universitaire, un mémoire soutenu par Sébastien Vandenbosch, intitulé « lasile de Prémontré et la première guerre mondiale : mortalité et sous-alimentation », sous la direction de Patrick Berche, professeur et doyen de la faculté de médecine Paris-Descartes.
Cest en lisant larticle dun bloggeur de Libération que ce responsable du contrôle de gestion du centre hospitalier de Saint-Quentin a eu le déclic. « Cétait un article sur le carré des fous de Cadillac, près de Bordeaux. Un des commentaires provenait dun employé de lhôpital de Prémontré. Je lai contacté », raconte Sébastien Vandenbosch, qui ce bout de laine, va faire une pelote.
Le directeur sest fait la malle
Quand les Allemands découvrent Prémontré en 1914, « ils pensent tomber sur un bourg de 1500 habitants et en faire un point de ravitaillement. Sauf quil y avait 1300 malades » Installé dans les magnifiques bâtiments de labbaye des Prémontrés, lasile prospère depuis 1867. La chute nen sera que plus douloureuse.
Loccupant impose des restrictions et des réquisitions qui vont vite anéantir les moyens de subsistance des malades et de leurs personnels encadrants, en loccurrence les surs de la Charité. Le directeur, lui, sest fait la malle avec sa famille juste avant larrivée des « Boches ». Il sera révoqué trois mois plus tard pour « abandon de poste devant lennemi ». Les autres médecins ont été mobilisés.
Les Allemands, qui nont guère de mauvaises intentions avec les malades mentaux, font dès lors ce quils peuvent pour maintenir létablissement à flot. Un médecin de Coucy-le-Château vient régulièrement consulter. Puis un médecin aliéniste allemand prend le relais.
Mais cest surtout léconome de lhôpital et maire du village, Edouard Letombe, qui va assumer durant le conflit le rôle de gestionnaire. « Il prend tout à sa charge, explique Sébastien Vandenbosch. Il doit assurer le ravitaillement des patients et des infirmières avec un budget rendu très maigre par laugmentation des prix, de la nourriture comme du charbon. » Son fils lassiste dans ses nombreuses tâches. Sa fille, elle, a laissé un journal intime où elle raconte le quotidien de Prémontré, quelle ne quittera quen 1917, avant lévacuation finale. « Ce journal a été retrouvé par hasard par un le directeur de Prémontré, dans les années 90, sur une brocante. Il connaissait le petit neveu de Marguertite Letombe », sétonne encore lauteur de létude.
Évacuation en Belgique
Dans ce village perdu au milieu de la forêt de Saint-Gobain, lhiver 1914-1915 sera terrible. Il va avoir raison de la santé de nombreux malades, affaiblis par les multiples privations. La déshydratation gagne lhôpital. Si bien que « de novembre 1914 à décembre 2015, 30% des femmes et 48% des hommes meurent de faim ». Une hécatombe qui finit par alerter ladministration du reich. Envoyé par la kommandantur de Lille pour étudier les modalités dun transfert des patients, le Dr Raviart nobtiendra lautorisation finale quen février 1916, Français et Allemands ne parvenant pas à trouver un accord sur la question.
« Les patients et les infirmières croyaient partir pour la Suisse, ils ont été emmenés en Belgique ». À Merxplas ou Dave-les-Namur, où selon le récit dun ancien médecin de Prémontré datant de 1921, les frères de la Charité sont « scandalisés de voir leur maison soudain envahie par des femmes accompagnées d'infirmières religieuses ».
Avant la fin du conflit, labbaye de Prémontré est méthodiquement pillée par les Allemands et décimée par les bombardements alliés. Si bien quil faudra trois ans de travail pour que les malades puissent y retrouver leur havre de paix.
Employé de commerce
Tailleur, 39 ans
emigreert in 1865 is gaan wonen 75006 Paris FRANCE ,19 Rue Gozlin.
Oorzaak: Spaanse griep
Hij is getrouwd met Marie Elizabeth Sarolay.
Zij zijn getrouwd op 14 augustus 1880 te Schaarbeek, 1030, Belgie, hij was toen 26 jaar oud.Bron 4
Kind(eren):
Ik heb je e-mailadres gekregen van Martin en Hildegard Standaert-Willems, samen met de vraag om wat opzoekwerk te doen naar het overlijden van Henri Theophile Baudrie.
Hij zou gestorven zijn in Merksplas op 7 april 1917.
Ik weet niet hoe jij aan die gegevens komt, maar zijn overlijden staat in Merksplas niet genoteerd in het register van de burgerlijke stand (ik heb voor jou de periode 1900-1930 nagekeken).
Wel heb ik in diezelfde gemeente enige gegevens teruggevonden in het bevolkingsregister van de periode 1910 -1920. Daarin staat hij vermeld met als woonplaats "Kolonie, Gesticht": een groot woningcomplex in Merksplas, thans een gevangenis en een centrum voor uitgeprocedeerde asielzoekers, vroeger een landbouw en een landloperskolonie.
Volgende gegevens staan vermeld: "Baudrie, Hendrik Theophiel, Brussel 20 maart 1854".
De inschrijvingsdatum in de gemeente staat niet vermeld, wel zijn beroep: "boekbinder".
Achteraan staat in potlood geschreven: "overleden". Verdere gegevens ontbreken.
Vervolgens heb ik gezocht naar de bestemming van de gebouwen van "het gesticht" tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918).
Nadat de landlopers door de Duitse bezetters aan het werk waren gezet, werden de leegstaande
gebouwen bevolkt met patienten uit psychiatrische instellingen uit de Belgisch Franse grensstreek.
Aan het front werden namelijk grote gebouwen ontruimd die moesten dienen als kazerne voor Duitse soldaten.
Zo zijn er zeker vanuit Premonstre en Saint-Omer (maar ook vanuit Belgie) patienten naar Merksplas overgebracht, waarschijnlijk in het begin van de oorlog (1915 ?, 1916 ?).
Henri Theophile Baudrie woonde in het "gesticht" zelf, in de psychiatrische instelling dus.
Hij was er niet tewerkgesteld als bewaker, want dan zou hij in een losstaande woning (met een ander huisnummer) hebben gewoond.
Op de vraag waarom hij in een instelling verbleef, moet ik het antwoord schuldig blijven.
Had hij al langer psychische problemen ? Mogelijk waren er traumatische ervaringen tijdens de oorlog ?
Ook is het mij ook volkomen onduidelijk waarom zijn overlijden niet officieel werd genoteerd.
In die periode zijn er nochtans honderden overlijdens in de instelling.
De Spaanse Griep namelijk eiste dagelijks gemiddeld een vijftal doden en voor zover ik kon nagaan werd het overlijden dan telkens genoteerd in het register van de burgerlijke stand.
Als Henri Theophile Baudrie in Merksplas is begraven, dan gebeurde dat zeker niet op het dorpskerkhof (naast de dorpskerk), maar op het kleine kerkhof van Merksplas kolonie.
Dat kerkhof bestaat nog steeds. Wellicht is hij zelfs begraven tegenover het huidige kerkhof.
Het bestaande kerkhof was namelijk te klein geworden wegens de vele griepdoden, waardoor
een noodkerkhof in gebruik werd genomen.
Na verloop van tijd is er op die plaats een klein bos gekomen.
Mochten er vragen zijn over deze tekst, dan mag je altijd contact met me opnemen. Op de
nieuwe vragen die ontstaan zijn door mijn opzoekwerk, kan ik helaas geen antwoord geven.
Vriendelijke groeten, Herman Janssen,
Henri Théophile Baudrie | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1880 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Marie Elizabeth Sarolay |