Liuteric (ca. 615 - 676) was een hofmeier van koning Theuderik III van Neustrië, vanaf 675.
Liuteric was de zoon van Erchinoald, hofmeier van Neustrië, en Leutsinde. Hij wordt voor het eerst genoemd in 659 als er een juridisch conflict is over zijn erfenis met de abdijen van Rouen en St Denis. In die tijd ontstond een langdurige periode van burgeroorlog en politieke moorden omdat de hofmeier Ebroin alle macht wilde verwerven. In 675 werd Liuteric benoemd tot hofmeier van Neustrië. Toen Ebroin een jaar later echter wist te ontsnappen uit het klooster waarin hij was opgesloten, liet hij Liuteric vermoorden en werd zelf hofmeier van Neustrië.
Leuteric was vermoedelijk getrouwd met een Bourgondische prinses en was de vader van Eticho I van de Elzas.
Leudesius (assassinated 676) was the son of Erchinoald, Mayor of the Palace of Neustria, and his wife Leutsinde.
Leudesius inherited his father's properties on his death in 658. In 659, there was a dispute between the Archdiocese of Rouen and Abbey of Saint-Denis over his property.
When, in 673, the Burgundians under Leodegar defeated the mayor Ebroin and king Theuderic III, they exiled Ebroin to a monastery. The Austrasian mayor Wulfoald took over the power in Neustria, but fled back to Austrasia on the assassination of Childeric II in 675. The Neustrians turned to Leudesius to replace him. The next year, Ebroin returned. Leudesius and Theuderic III fled with the royal treasure to Baizieux,[1] where Ebroin overtook them and had Leudesius murdered.
Kind(eren):
grootouders
ouders
broers/zussen
kinderen