De Mérode, ook von Merode en van Merode genaamd, is een oud Belgisch, Duits en Nederlands adellijk geslacht, oorspronkelijk afkomstig uit het Rijnland. De familie draagt de titel Prins de Mérode. Door huwelijk is dit geslacht verbonden met tal van adellijke families, terwijl het tevens gelieerd is aan de meeste Europese vorstenhuizen.
Wapenschild van het Huis Merode: Van goud, met vier palen van keel, met uitgeschulpten zoom van lazuur (D'or, à quatre pals de gueules, à la bordure engrêlée d'azur). De wapenspreuk van het huis Merode is Plus d'honneur que d'honneurs of Meer eer dan eerbetoon, van goud op een losse band van keel.
Inhoud
Geschiedenis
Afkomst
Slot Merode in Langerwehe
De genealogie van het Huis Merode gaat terug tot het begin van de twaalfde eeuw. Volgens de legende zou de oorsprong van het huis zelfs nog ouder zijn en teruggaan tot Raymond Bérenger, Koning van Aragon en Graaf van Barcelona. In 1174 oefende de familie al de macht uit in het plaatsje 'Rode' nabij Düren dat later 'Merode' zou gaan heten en zijn naam zou geven aan de illustere adellijke familie. Het oude slot in het dorp Merode is na meer dan achthonderd jaar nog steeds in het bezit van de familie de Merode-Westerloo. Werner I werd rond die tijd genoemd als de eerste heer van (Me)Rode en wordt algemeen aanzien als de stamvader van de familie. Werner had twee zonen waarvan de twee voornaamste takken van het huis Merode afstamden. De eerste was Johan, die ook 'Scheiffart' werd genoemd. Van hem stamt de tak genaamd 'Scheiffart van Merode' af. Deze lijn kwam tot grote bloei in Duitsland maar stierf uit in het begin van de 18de-eeuw. De Merodes die een rol speelden in de geschiedenis van de Nederlanden en België stammen allen of van de tweede zoon, Werner II. Deze tak werd bijgevolg de 'tak Werner' genoemd. Tot diep in de veertiende eeuw zullen beide takken elkaar het eigendom van de heerlijkheid Merode betwisten. Pas in 1362 komt een telg uit de tak Werner, Richard I van Merode in het bezit van de hele heerlijkheid. Deze Richard bekleedde een belangrijke plaats onder de Keulse adel en voert de titels van Baron van Merode en Baron van Frentz. Door een weldoordacht huwelijk aan te gaan zal Richard zijn bezittingen nog gevoelig uitbreiden en zal de familie op het grondgebied van het huidige België en Nederland terechtkomen.
de Merode-van Wesemael en Westerlo
Kasteel van Westerlo
Richard I huwde met Margaretha van Wesemael, een erfdochter uit een illuster Brabants geslacht. De heren van Wesemael waren Erfmaarschalk (Seneschalk) van het Hertogdom Brabant en behoorden tot het kruim van de Brabantse adel. Margaretha erfde het Graafschap Olen en de heerlijkheden Hulshout en Quabeek (dit laatste is vandaag geen dorp meer maar er is nog de gelijknamige hoeve vlak bij Westerlo maar op het grondgebied van de gemeente Herselt die vandaag 'Kaaibeekhoeve' wordt genoemd). De heerlijkheid Westerlo die afhing van het Sint-Maartenskapittel van Utrecht werd echter geërfd door Margaretha's broer Jan van Wesemael en kwam voorlopig nog niet in handen van de familie de Merode. Wegens het wangedrag van Jan van Wesemael wenst het kapittel zijn leen liever aan Richard II van Merode en zijn nakomelingen te laten toekomen. Jan stoort zich echter weinig aan de dreigementen van het kapittel en houdt ondanks talrijke processen het leen in handen tot bij zijn dood in 1467. Bij testament schenkt hij de heerlijkheid overigens aan zijn landheer Karel de Stoute ondanks het feit dat het leen helemaal niet onder het Hertogdom Brabant ressorteerde. Deze laatste geeft het in leen aan zijn vertrouweling Antoine de Croÿ die het op zijn beurt verkoopt aan Guy de Brimeu. Na een eindeloze reeks processen valt in 1478 voor de Raad van Brabant de beslissing en wordt Westerloo voorgoed aan Jan IV van Merode toegewezen.
Jan IV van Merode neemt in 1482 definitief bezit van de heerlijkheid Westerloo. Hij was de zoon van Richard II en Beatrix van Pietersheim die op haar beurt erfgename was van de Keizerlijke Baronie van Pietersheim bij Lanaken en van de heerlijkheden Rummen, Sievernich, Leefdaal, Oirschot, Hilvarenbeek en Impden. Via de heren van Pietersheim erven van Merodes ook de voogdij over het land van Duffel. Jan I kwam uit een gezin van zeven kinderen en zijn broers worden de stamvaders van verschillende takken van het Huis van Merode; Richard III van de tak Merode-Houffalize en Willem van Merode-Rummen. Een broer Arnold wordt kanunnik van Maastricht en medeëigenaar van Pietersheim. Werner, een bastaardbroer, krijgt de heerlijkheden van Lismaël, Pellines en Puchey. Het zijn de mannelijke afstammelingen van Jan IV die als Heren en later Markiezen van Westerlo de hoofdlijn van het huis Merode zullen verder zetten. Door het huwelijk van Jan IV van Merode met Adelheid van Hoorn kwamen ook de heerlijkheden Perwez, Geel, Duffel, Walem en Herlaar in het bezit van de familie.
Het huis de Mérode bezat de titels van baron en van graaf al sedert zeer lang, minstens sedert de 15e eeuw. Filips, graaf van Merode (1594-1638), werd de eerste markgraaf van Westerlo, waar nu nog steeds een groot domein is dat de Mérode genoemd wordt.
De oudste tak, de Scheiffart van Merode, stierf uit in 1733.
Het huis van Merode verwierf ook verschillende adellijke titels:
Prins van Rubempré, in het Heilige Roomse Rijk (1759)
Prins van Everberg (Everberghe), in het Heilige Roomse Rijk (1759)
Prins van Everberg, in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1827)
Prins van Grimbergen (Grimberghe), in België (1842)
Prins van Rubempré, in België (1846)
Prins van Merode (Mérode), in België (1930)
De Belgische Antoinette Ghislaine de Mérode-Westerloo was de moeder van prins Albert I van Monaco.
Het huidige familiehoofd, Charles-Guillaume de Merode (°1940), derde Prins de Mérode, Markies van Westerlo, Prins van Rubempré en Prins van Grimbergen, is getrouwd met prinses Hedwige de Ligne de La Trémoïlle en ze hebben twee zoons: Frédéric de Merode (°1969) en Emmanuel de Merode (°1970). Na een loopbaan bij de Verenigde Naties, die hem onder meer naar Tunesië en Kenia bracht, verkoos hij Frankrijk als land voor zijn pensioenjaren.
Titels
Het geslacht wordt in 1340 reeds vermeld met de titel baron[1]. Op 30 september 1473 bevestigt keizer Frederik III te Trier de titel Baron de Mérode et du Saint Empire Romain.
In 1600 worden drie baronnen de Mérode toegelaten in lEtat Noble du duché du Pays de Liège.
In Nederland komen enkele van Merodes voor als heer van Asten, Hilvarenbeek, Oirschot, Eckart, Stein en Wijlre. Zie ook: Bernard van Merode (1510), Bernard van Merode (1570) en Floris van Merode.
Op 20 mei 1626 verleent koning Filips IV van Spanje het geslacht de titels markies van Westerloo en Prince de Ruhempré et dÉversberghe.
In 1661 verkrijgt het geslacht de status van commandeur van de Duitse Orde.
Bij Koninklijk Besluit[2] wordt Guillaume Charles Ghislain graaf de Mérode en markies van Westerloo erkent in de adel van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden met de titel markies bij eerstgeboorterecht. Overige leden van de adellijke familie krijgt de tiel van graaf of gravin.
In 1823 wordt via Koninklijk Besluit de titel Prince de Ruhempré et Eversberghe bij eerstgeboorterecht bevestigt.
Philippe Félix Balthazar Otho Ghislain graaf de Merode was in 1830 kandidaat voor de Belgische troon.
In 1842 verkrijgt het geslacht de titel prins van Grimbergen.
In 1930 wordt het geslacht in België verheven tot prins de Mérode.
De Merodes zijn aangetrouwd met de prinsen van Monaco.
Kastelen
De familie bezat talrijke kastelen.
In België waren dat onder andere de kastelen van Argenteau, Beersel, Borgharen, Braives, Bury, Carlsbourg, Crupet, Drongen, Everberg, Fologne, Fournes, Prinsenkasteel (Grimbergen), Guignicourt, Habay, Haltinne, Ham-sur-Heure, Horst, Houffalize, Jehay, Lavaux-Sainte-Anne, Loverval, Marbais, Morialmé, Neffe, Ossogne, Petegem, Pietersheim, Resteigne, Rixensart, Serrant, Solre-sur-Sambre, Villemont, Waroux.
In Nederland waren dat onder andere de kastelen van Borgharen (1440-1647), Limbricht (1457-1619), Stein (1641-1749) en Wijlre.
De kastelen van Merode (Rijnland), in Belgie Westerlo, Rixensart, Everberg, Solre-sur-Sambre en Neffe, in Frankrijk Trelon, Guignicourt en Serrant zijn nog bezit van de familie.
Hij is getrouwd met Margaretha van Wesemaele.
Zij zijn getrouwd op 11 november 1357 te Andrimont, hij was toen 32 jaar oud.Bron 2