82
Kind(eren):
(2) Hij is getrouwd met Sara Krieger.
Zij zijn getrouwd op 10 november 1779, hij was toen 31 jaar oud.
~0
25-01-2010 G.A.
Overledene Johannes Baldé , leeftijd 87 jaar, 5 mnd en 14 dgn
Vader Antonie Baldé
Moeder Fronica Hilkers
Weduwnaar/weduwe Sara Krieges
Plaats Rotterdam
Datum overlijden 10-02-1835
Opmerkingen akte nr. 358
Geboorteplaats Omstad
Bron Rotterdam 1835 a091v
======================================
Al deze gegevens komen uit de genealogie van de familie Baldé die in het bezit is van Marie 't Hart te Pernis.
HIER BEGINT DE GENEALOGIE VAN DE FAMILIE BALDEZ / BALDÉ
===========================================================
Jan Is afkomstig uit Immerstad,(in de overlijdensakte van Rotterdam staat Omstad J.B. 25-01-2010)uit de Pfalz in Duitsland.Deze plaats is niet (meer?) bekend in de Pfalz,maar wel bestaat er een dorp in Zuid Duitsland met deze naam
Het ligt in de buurt van Kempten.
Op 24 oktober 1779 woonde Jan in Rotterdam op de Goudze Cingel,hij is toen aangetekend om op 10 november van datzelfde jaar te trouwen met Sara Krieger.(ook Krigé)
Sara kwam van Alphen aan de Rijn en woonde reeds voor haar huwelijk in Rotterdam aan de Wijnhaven.
Zijn zoon George Willem heeft er voor gezorgd dat de naam Baldez is veranderd in Baldé.
=======================================================================
In het Admissieboek van de gemeente Rotterdam staat op blz.414,onder no.256,dat op den 12e october 1780 admissie is verleend aan Sara Krieger,huisvrouw van Jan Baldez.
Het vervolg op een dergelijke admissie was de aanvraag om toegelaten te worden als poorter.Dit is kennelijk ook gedaan door Jan Baldez en echtgenote,want in het poorterboek no.291 staat op blz. 166,gedateerd 27 november 1780 het volgende:
"Jan Baldez ,geboren in de Palz,is poorter enz.
Hieraan waren fl.12,= portersrechten verbonden.Het poortersrecht hield in dat men binnen de poorten van de stad mocht wonen,zich poorter mocht noemen en deswegen rechten kon doen gelden op bescherming,die voornamelijk hierin bestond dat er 's nachts wachters door de straten liepen,die ieder uur een bepaalde ronde deden.Verder werden 's avonds de poorten gesloten,wat bescherming bood tegen rondtrekkende zwervers,die wel overdag binnen de poorten mochten vertoeven e.v. vergezeld van sprekende papagaaien,makke beren en andere zaken,waarmee ze zich een karig inkomen konden verschaffen,maar als het donker begon te worden,werden ze wel gedwongen buiten de poort een onderdak te vinden,want de poorters hadden betaald voor hun veiligheid en medelijden was in die tijd een zaak,die alleen de kerk en één of andere sukkel maar kende.
Dit poorterschap werd slechts dan toegestaan ,wanneer na onderzoek door de Heren Burgemeesters was gebleken,dat de aanvrager in de kosten van levensonderhoud van hemzelf en zijn gezin kon worden voorzien en de benodigde kosten kon overleggen.Dit alles is door Jan keurig gedaan>Wat ons reden geeft om aan ta nemen dat hij niet onbemiddeld was,want over wat zijn beroep was of waarmee hij enig inkomen verwierf is verder niets bekend.Wel heeft hij zijn kinderen een eerzaam beroep laten leren,zoals we later zullen zien.
Om enig idee te geven wat die fl.12,= poortersrechten in die tijd betekenden,kan als vergelijkingsmateriaal gezegd worden,dat de jaarwedde van een molenaar in die tijd fl.10,= bedroeg,waarbij wel opgemerkt dient te worden,dat hij tevens vrij wonen genoot in de molen en de grond er om heen ten eige baten mocht bebouwen.Tevens was het ook gebruikelijk en algemeen bekend,dat de boer meer graan bracht,dan dat hij,nadat het gemalen was,weer meenam.Het oude gezegde "wie appelen vaart,appelen eet"is hier ook zeker van toepassing.
Op de volgende bladzijde een afschrift van de bladzijden uit het admissieboek en het Poortersboek van de gemeente Rotterdam,waaruit op temerken valt,dat de aanvragen tot poorter nogal talrijk waren.Wat reden geeft te denken dat het wat betreft de veiligheid buiten de poorten van de stad,nog maar slecht gesteld was.
Bij een nadere bestudering van de rekenvaardigheid van de toenmalige klerk ter secretarie,Jacob Herman Vingerhoedt,wiens handtekening samen met die van de Burgemeester van Alphen ter verificatie aanwezig is,lijkt het alsof de heer Vingerhoedt beter kon schrijven dan rekenen.fl.90,= minus fl.22,10 lijkt voor hem erg moeilijk,want hij zegd dan dat dat fl.67,10 is,terwijl op onze manier uitgerekend dit toch fl.67,90 moet zijn.
Het lijkt erop dat de heer vingerhoedt aan het eind van zijn handelingen de kas telde en dan zijn rekening zoveel mogelijk kloppend probeerde te maken.
Maar de werkelijkheid was---gelukkig voor hem---heel anders.
In die tijd werd er gerekend met guldens en stuivers.En als men dan deze rekening nogeens bekijkt,dan blijkt alles wel degelijk te kloppen en er van enig onvermogen geen sprake te zijn.
===========================================================
Verdere gegevens gevonden 13-9-96.
Op 13-2-1835 word aangifte gedaan van het overlijden van Johannis Baldé,oud 86 jaar ,5maanden en 14 dagen, weduwe van Sara Krieger,en zoon van Antonie Baldé en Francisca Hilkers,door zijn zoon George en zijn kleinzoon Jean.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
Verder zijn er nog diverse notariële akten van zowel Jan alsook van
George in het archief van Rotterdam.
Jan 3789/1401-1402, 3790/1778-1779-1796-1800, 3430/1098 e.v.
George 3811/115-117, 113/38, 344/476-501-516-644-648 t/m 655.
Hier enkele fragmenten uit stuk 3430/1098 e.v.
Dat ruim vier jaren geleden zonder echter in de precieze tijd behaelt te willen zijn tenhuize van hun despoten is gekomen om te logeren zeker persoon
zeggende genaamd te zijn Jan Baldé dat denzelfden na enige dagen verblijf ten hunne huize ziek voordoende zij despoten hem hebbende aangeraden
om zich naar het gasthuis te begeven en ten dien einde een der visiteermeesters hebbende doen komen en zelfde gemelde Jan Baldé heeft gevisiteerd doch aan hun deposanten heeft gezegd die persoon hoort beter aan het Westeinde van de Hoogstraat als in het gasthuis dat op dit bericht
zij despoten gemelde Jan Baldé hebben aangeraden iemand te halen om hem te genezen en dat denzelve daartoe is gegaan naar den Regt(is regent)
met verzoek om bij hem te komen dat de Regt vervolgens ten huize van haar despoten gekomen en de voornoemde Jan Baldé gevisiteerd hebbende aan hun despoten heeft gezegd dat hij hem niet konden helpenof dat hij een borg voor de penningen moest hebben dat daarop zij despoten daarvan hebben doen kennis geven aan de broeder van voornoemde Jan Baldé toen als knecht hier ter stede bij een looier of leerkoper D.H.Jongeneel wekende en thans wonende te Alphen en hem hebben geraden om bij de Regt te gaan en met hem te spreken dat de gemelde broeder van voornoemde Jan Baldé
vervolgens bij hun despoten is gekomen en heeft gezegd ik ben bij meneer Bruindijk geweest doch heb hem niet thuis gevonden maar als mijnheer komt
zeg dan dat hij mijn broeder maar helpt dan zal ik voor de penningen staan maar gij moet het mijn vrouw niet zeggen als zij naar mijn broeder komt zien
voeg in de wijter daar nog bij ik heb dat gezegd om voor de penningen te staan ik heb toch nog geld van hem onder mij dan kan ik het van zijn eigen geld betalen alles met dezelfde of dergelijke woorden in zin en substantie
dat zij despoten ook aan de gemelde broeder van voormelde Jan Baldé zeggende de zieke moet verschoning hebben denzelfde jegens hun despoten heeft gezegd dat maar te bezorgen en voor twee lakens aan hun heeft betaald 26 stuivers en dat verder na enige maanden verblijf ten hunne huize de voormelde Jan Baldé van hun despoten vertrokken en in de kost is gegaan bij iemand de Lombardstraat alhier gevende de despoten voor reden van wetenschap hetgeen voorzegde staat te hebben gehoord en bijgewoond en daarvan goede geheugenis te hebben bereid zijnde hun gedeposteerde daartoe verzocht zijnde nader met Sollemnede ede te bevestigen
Aldus gedaan en gepasseerd te Rotterdam ten presentie van Johannis enz.enz.
...............................
Dit verhaal speelt omstreeks 1792 en is zonder punten of komma's geschreven,onder despoten moet men naar onze mening verstaan verzorgers ,goedwilligen.Waarom is deze akte gemaak ?
Wie is die broeder die borg staat?Mijnheer Bruindijk was mr chirurgijn.
Wat mankeerde Jan.Waar waren zijn kinderen en Sara ?????
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
3789/
401.Een obligatie groot vijf honderd guldens ten laste van Jan Baldé en ten behoeve van Jan Malta op den 27 juni 1788.
402. is niet goed te lezen maar ook hier komt de naam van Malta in voor.
3790/1778 enz.
Zijn notariële akten uit 1808 ook hierin de naam van Malta,waaruit blijkt dat deze Malta een zeer vermogend iemand moet zijn geweest,ook een zinsnede betrekking hebbende op de voogdij over de kinderen van Jan Baldé.
==============================================================
3811/ Is een notariële akte van George Willem aangaande een lening van " drie honderd guldens Hollands courant geld tegen 6% " van Casper de Graaf,meester spaansche stoelenmaker,Jan Haverkamp ,meester kousenverver is hier getuige.
==============================================================
grootouders
ouders
broers/zussen
kinderen
Jan Baldez/Johannis /Johannis /Johannis Baldé | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Onbekend | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1779 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sara Krieger | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.