Stambom Lagaaij / Lagaay » Gherard van Damassche (± 1285-> 1344)

Persoonlijke gegevens Gherard van Damassche 

  • Hij is geboren rond 1285 in Utrecht (UT).
  • Hij is overleden na 14 augustus 1344.

Gezin van Gherard van Damassche

Hij is getrouwd met Alverade van Langerak.

Zij zijn getrouwd op 29 november 1314 te Utrecht (UT).


Notities over Gherard van Damassche

Hij is overleden tussen de vermelde datum en < 1347.
De acte van huwelijks-voorwaarden vermeldt alleen, dat Gherard aan Alverade "sinen wive de Woutersdochter was van Langherake" (haar vader was dus blijkbaar overleden!) een lijftocht maakt van "25 pond ghelts iaerlix suarter tornoyse". Uit het stuk blijkt voorts, dat Alverade aan haar man nog goederen aanbracht, die niet vermeld worden, maar die zij zal behouden met haar lijftocht van 25 pond bij zijn vooroverlijden en als er geen kinderen zijn. Zijn er wel kinderen dan verliest zij haar lijftocht. Overlijdt Alverade het eerst zonder kinderen na te laten, dan erft haar familie de goederen, die zij mede ten huwelijk heeft gebracht. Het mag misschien bevreemding verwekken, dat als getuige voor A lverade een neef in de zesde graad, de burggraaf Giselbrecht Uten Goye, optreedt en niet haar
broeder Gijsbert van Langeraeck. Deze is wellicht geen getuige, omdat hij nog geen zegel bezat, immers volgens zijn eigen verklaring bezat hij dit zelfs nog niet op 26 december 1322. De beide volle neven van Alverade, nl. Jan en Ghysebrecht Uten Goye, waren toen misschien al overleden.
Gerardus de Damasco filius Tidemanni dicti Zoudenbalch neemt op 10 maart 1311 (RAU. St Jan, Inv. no. 395) van het kapittel van St. Jan te
Utrecht een wandkist (standplaats voor een lakenkoopman met bergplaats) in erfpacht in het overste deel van het wandhuis (het huis Scharlaken), gelegen tusschen Nyenhuus aan de zuidzijde en het nieuwe steenhuis van de erfgenamen van Dns. Fredericus dictus Zoudenbalch, eertijds erfschepen van Utrecht, aan de noordzijde. Dit laatste huis was het eerste aan de westzijde van de huidige Choorstraat te Utrecht, bij de "Plaats"; de straat daar heette in de 13de eeuw de wijnmarkt , 'ubi vinum vendi solet'. Sedert 1345 was dit deel van de Choorstraat een gerecht van de graaf van Holland,waarvan deze reeds sedert 1327 de oostelijke helft bezat als het gerecht, genaamd 'nder die grawe snidere' (de Kruyff: Het gerecht van de Graven van Holland binnen Utrecht, in Jaarboekje Utrecht 1897, pag. 265), d.i.
onder de grauwwerckers of wel bontwerkers. In de latere middeleeuwen heette dit noordelijke deel van de Choorstraat 'onder de Lakensnijders'.
Gerrit van Damassche Tydeman Soudenbalchssone en Vrederic Soude van Damassche zegelen op 25 juli 1311 (RAU. Inv. HS. no. 361, deel VIII, fol 552v) een brief betreffende de overdracht van een huis te Utrecht aan de Commandeur van het Duitse Huis aldaar. Vrederic zegelt
vóór Gerrit, hij is dan ook als oom de oudste van beiden. In 1311 waren beide schepen te Utrecht. waardoor het uitgesloten is, dat zij broeders waren, ofschoon Gerrit uan Damassche inderdaad ook een broeder bezat, die eveneens Vrederic Soude van Damassche heette. Met enige andere burgers van Utrecht is Ghereyt van Damasch op 14 juni 1329 (RA. Zeeland, Arch. 0 L.V. Abdij te Middelburg, Reg. no. 226.
14 juni 1323, zegeltekening: RAU. Inv. HS. no. 378, Dl. 4. fol 438, sub no. 25) borg voor Ghernant van Calinchem, abt van de St. Paulus Abdij te Utrecht, jegens de abt van Middelburg. Van dit zegel geeft Booth een tekening, waaruit blijkt, dat dit het zegel van Ghereyt is. Eveneens
geeft Buchelius een zegeltekening onder het door hem gecopieerde stuk van 2 oktober 1337 (RAU. Inv. HS. no. 332 I, fol 56 en 56v), waarin Gherard van Damassche als 'maecxman' voorkomt bij het sluiten der huwelijks-voorwaarden voor Alard Johanszoon van Salmonde
en joncfrouw Lysbet Jacobsdr. van Niendale. De andere maecxmannen zijn Lambrecht heer van Buren en diens oom Otto van Buren, beide knapen, voor Alard en Jacob Alpharsz. van Lichtenberch met Gherard van Damassche voor joncfr. Lysbet. Aangezien Jacob Alpharsz. van Lichtenberch een oom van vaderszijde van Lysbet is, zal Gherard van Damassche vermoedelijk een oom van moederszijde zijn geweest. De zuster van Gherard van Damassche was nl. waarschijnlijk getrouwd met Jacobus de Nyendale, broeder van Jacob Alpharsz. van Lichtenberch, te zamen vader en moeder van joncfr. Lysbet Jacobsdr. van Niendale. Als schepen van Utrecht komt Geraerd van Damassche nogmaals voor in 1339; zijn zegel vermeldt Buchelius (RAU. Inv. HS. no. 343 I, fol 10) weer uit laatstgenoemd jaar. De abt van de St. Paulus Abdij te Utrecht, noemt hem "Gerardus de Masche filius Tidemani de Masche" in een acte van 14 augustus 1344 (RAU. Arch. Kl. kapitt. en kloosters, Inv. no. 505, Leen- en tinsreg. der St. Paulus Abdij te Utrecht, deel 1, fol 90; oude folieering no. X1X), waarin hij beleend wordt met een hofstede gelegen aan de nederzijde van de 'Steghe, die men gaet van der Nywerstrate in d’oudelle' (thans Nieuwe gracht te Utrecht).
In het manuaal der mensurnaal kamer van het kapittel van St. Marie te Utrecht (RAU. St. Marie, Inv. no. 317 1. Liber mensurnalis, einde 14de
eeuw, fol Vv) wordt Gerardus de Damasco vermeld als erfpachter van het kapittel voor een hofstede in de Donckerstrate te Utrecht. Dit is een van de hofsteden, op welker plaats het later bekende, nog bestaande, huis Zoudenbalch in de Donkerstraat gebouwd werd door de Domkanunnik heer Evert Zoudenbalch. In een belendinq op de "Zoutmerket" te Utrecht worden op 25 augustus 1347 (RAU. St. Pieter, Inv. no. 684) genoemd de erfgenamen van Gheryt van Damassche. Hij woonde te Utrecht vermoedelijk naast de Oude Scoemakerhalle; dit blijkt uit een belending, vermeld in 1350 (RAU. Inr. HS. no. 358 II, fol 63v Ao 1350) van het huis van Gherets erfnamen van Damasch. Dit huis lag waarschijnlijk aan de achterzijde van de huidige Choorstraat aan de Gracht bij de Maartensbrug, welk grachtdeel destijds de
Zoutmarkt heette.
In een handschrift berustend in de Universiteitsbibliotheek te Utrecht, vermoedelijk afkomstig van Dr. Booth (17de eeuw), worden als kwartieren van GherritZoudenbalch, alias Gerardus de Damasco of Damassche en van den Masch. de zoon van Gherard van Damassche en Alverade van Langherake, opgegeven: ZOUDENBALCH - GOY; DAMAS(S)CHE - MERWEDE; waaruit blijkt. dat de moeder van Alverade Woutersdr. van Langherake (van Goye) een dochter uit het huis van der Merwede was.
Uit het huwelijk van Gherard met Alverade stammen de meeste 14de eeuwse en alle latere leden der familie Zoudenbalch, die wij tot diep in de 18de eeuw kunnen volgen. Sommige hunner bleven in de 14de eeuw de naam van Damassche voeren. Daarnaast kwam in Utrecht
in de 15de eeuw een familie Soudenbalch van Damassche voor ,die afstamde van de bovenvermelde broeder Vrederic Soude van Damassche en dus tot het geslacht Zoudenbalch behoorde; bovendien kwam aldaar in de 13e-16e eeuw een familie van Damassche voor, stammend uit het oorspronkelijk geslacht van Damassche (de Damasco).
Aangezien het in deze families een geliefkoosde gewoonte was hun oudste telg de roepnaam Gherit te geven, zal men zich enigszins de genealogische moeilijkheden kunnen voorstellen, als men weet, dat omstreeks het jaar 1400 te Utrecht niet minder dan zevenpersonen bestonden, die allen naar de naam Gherit van Damassche luisterden!
Het in Utrecht zo bekende middeleeuwse geslacht Zoudenbalch is met den laatste "heer van Zoudenbalch", die in de tweede helft van het jaar 1747 op de jeugdige leeftijd van zes jaren in behoeftige omstandigheden te Namen overleed, uitgestorven. Zijn moeder, Maria Anna
Mackers, weduwe van de circa 1743 te Namen overleden luitenant jonker Alard Everard Herman (van) Soudenbalch, heer van Stenisweert, heeft daar nog jaren voortgeleefd om eindelijk in hoge ouderdom alleen en verlaten in zeer kommervolle omstandigheden tussen 1 september 1793 en 1 september 1794 te Namen te overlijden. Wij kennen uit haar laatste levensjaren brieven, die haar jarenlange moeilijke omstandigheden op aangrijpende wijze belichten en onze bewondering afdwingen voor de ferme levenshouding van deze tegen haar noodlot strijdende vrouw, weduwe van een Nederlandse officier, die geboren en getogen op het huis Stenisweerd, het nog bestaande huis bij Coten, aldaar eens heer en eigenaar was.

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Gherard van Damassche?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

  • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
  • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
  • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).

De getoonde gegevens hebben geen bronnen.

Over de familienaam Van Damassche


De publicatie Stambom Lagaaij / Lagaay is opgesteld door .neem contact op
Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
Rob Vader, "Stambom Lagaaij / Lagaay", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stambom-lagaaij/I4300.php : benaderd 27 april 2024), "Gherard van Damassche (± 1285-> 1344)".