Hij voert de achternaam van zijn moeder
Directe voorouder
15-11-1787
Plaats: Utingeradeel
Op 15 november 1787 zij belijdenis
Op 5 mei 1828 zij vertrokken naar Langweer
Man: Iede Jacobus
Vrouw: Ynskje Ynses
15-11-1787
Plaats: Utingeradeel
Op 15 november 1787 belijdenis; getrouwd man
In september 1804 overleden
Lidmaat: Iede Jacobus
Van http://www.ruitersporen.nl/verhalen/geesje.htm
Toen op een zomerse ochtend tijdens het melken Yde Engelsma dood van zijn melkersstoeltje gleed en kort daarna Ynskje overleed aan 'herfstkoorts' (waarschijnlijk malaria), liep het in de familie uit op een juridische touwtrekkerij. Inzet: de verdeling van de erfenis tussen broers, zusters, zwagers, schoonzusters en een halfbroer.
Oorzaak: Hartstilstand
Hij is getrouwd met Ynskje Ynzes Postma.
Zij zijn getrouwd op 20 april 1783 te Aldeboarn, It Hearrenfean, Friesland, Nederland.
Bruidegom: Iede Jacobus wonende te Grouw
Bruid: IJnskje IJnzes wonende te Oldeboorn
Het echtpaar woont later onder Oldeboorn
Kind(eren):
OLDEBOORN - ALDEBOARN
Onderstaand komt uit het Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlandendoor A.J. van der Aa.
Achste deel 1846
---
Oldeboorn is eene groote en aanzienlijke plaats, ongetwijfeld een der oudste dorpen der prov. Friesland en de zetel van het grietenijbestuur.
Het bestaat uit eene nette dubbele buurt, die langs de Boorn gebouwd is, en door deze rivier in twee deelen gescheiden wordt.
De omtrek van dit dorp is zeer groot, en wordt verdeeld in vier kwartieren , twee ten Noorden en twee ten Zuiden van de Boorn.
De noordelijke deelen heeten , het Henswoudster- en het Noorden vierendeel, behoorende onder het eerste, de buurten Renswoude en Sormorra; onder het tweede Poppenhuizen en Warniahuizen, of, zoo men eertijds zeide, Wantingahuizen, en verkort Wangiahuizen.
De zuidelijke deelen zijn het Zuider-Vierendeel en Wester-vierendeel, bevattende het eerste de buurt Oosterboorn , daar men eertijds eene plaats had , met name Stoutenburg , en het laatste de buurt Nijehuis, alwaar ook eene wetering loopt, met eene valbrug daarover.
Deze vier kwartieren tellen met het d. 259 h. en ongeveer 1650 inw., die meest hun bestaan vinden in landbouw , scheepvaart, en handel in vee , boter en kaas.
De landerijen en boerenplaatsen, welke tot dit d. behooren , liggen zeer wijd uitgestrekt. De weilanden zijn allen ingedijkt in kleine polders, welke des winters, door een aantal watermolens , worden droog gehouden. Ook heeft men er 1 kalkbranderij, 1 koperslagerij, 5 scheepstimmerwerven , 1 wind-koren-, 1 mos terd- en 1 moutmolen, 2 grof- en hoefsmederijen enz. Vroeger had men er ook jeneverstokerijen , en er woonden onderscheidene koopvaardijvaarders, en in het eerste gedeelte der vorige eeuw twee Kommandeurs op Groenland.
De Herv., die hier wonen bchooren tot de gem. Oldeboom-en-Nes, die hier eene nette kerk heeft, in het zuid-oosterdeel des dorps , welke meteenen fraaijen toren prijkt. Beide , kerk en toren, zijn reeds in de verte zigtbaar. De vorige kerk , een oud en groot gebouw , rustende op twee rijen pilaren was gebouwd op of over eene fontein of bron , welke , naar sommiger gedachten , den naam aan het dorp zou gegeven hebben; doch het is veel waarschijnlijker, dat het dorp dien aan de rivier de Boom verschuldigd zij. In het midden der vorige eeuw werd de toren door den bliksem in brand gestoken, en gedeeltelijk vernield , doch weder opgebouwd. Kort na de Reformatie zou men , uit den ouden kerktoren van dit dorp, naar een fabelachtig berigt, eene klok naar Leeuwarden gevoerd hebben, op welke haar ouderdom met deze letteren uitgedrukt stond :
A.D. CCCCCCC (d. i. In het jaar onzes Heeren 700), waaruit dus zou blijken, dat het Christengeloof te dier tijd , in Friesland, reeds gepredikt zou worden , hetgeen geheel onaannemelijk is.
De Doopsgez. maken, met die van het dorp Nes, twee gem. uit, die het Oude-huis en het Nieuwe-huis genoemd worden, en gezamenlijk 770 zielen , onder welke 550 Ledematen tellen , en hier elk eene kerk hebben , zijnde beide kleine, doch nette gebouwen , zonder toren of orgel.
De 8 R. K., welke men er aantreft, worden tot de stat. van Heerenveen gerekend.
De dorpschool wordt gemiddeld door een getal van 150 leerlingen bezocht.
Men heeft hier een fraai Grietenijhuis.
Oldeboorn is begiftigd met eene openbare Waag, terwijl men vroeger geene goederen , die het waagregt onderhevig waren , uit deze grietenij op eene andere plaats ter waag mogt brengen, dan na hier het waagregt reeds betaald te hebben.
In 1581 werd hier, zoo tot dekking van dit dorp als van andere plaatsen , eene schans aangelegd , waarvan de plaats tegenwoordig naauwelijks met zekerheid kan aangewezen worden. Waarschijnlijk is het alleen , dat zij aan de noordoostkant des dorps gelegen heeft, dewijl men daar nog hedendaags een huisje vindt, dat de Schans genaamd wordt. Van hoe veel nut deze schans ware, bleek reeds in het volgende jaar, wanneer de Spaansche veldheer Verdugo, haar aantastende, manmoediglijk werd afgeslagen.
Ook heeft men er nog een fraai buitengoed Andringa-state. Vroeger had men er nog de staten Gauma en Douma.
Ten Zuiden van het d. vindt men een watertje, de Wetering genaamd , doch geheel onderscheiden van de hovengemclde weteringen. Uok loopt er eene lange vaart, de Boksloot geheeten, zuidwaarts in het Ouddeel.
....
In het jaar 1415 werd hier een put gegraven , waaruit eene zoo vergiftige damp oprees, dat er aanstonds twaalf mannen , vier vrouwen en twee kinderen door omkwamen, waarom men den put, zoo spoedig mogelijk , weder dempte.
---
----------
Yde Jacobus Engelsma | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1783 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ynskje Ynzes Postma |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.