Als Berent in 1757 moet getuigen voor het gerecht verklaart hij ongeveer 40 jaren oud te zijn.
(1) Hij is getrouwd met Trijne Kamphorst.
Zij zijn getrouwd
(2) Hij is getrouwd met Jenneken te Morsch.
Zij zijn getrouwd in het jaar 1772 te Enschede, Overijssel, Nederland.
Op 17 juni 1772 is een akte opgemaakt met huwelijkse voorwaarden tussen Berend Witbreuk en Jenneken te Morsch blijkens Berends testament, dus zullen ze omstreeks die tijd getrouwd zijn.
Landgericht Enschede, 1 april 1784:
Ik Gerhard Bos J.U.D. van wegens Zijne Doorlugtige Hoogheid den Heer Prince van Orange en Nassauw als Erfstadhouder van de Provincie van Overijssel q.q.q. Rigter des Landgerigts Endscheide certificeere ende verklare dat ik geroepen en gekomen ben, ten huise van Berend Witbreuk op de Haarkotten in de Eschmarkte, alwaar voor mij ende mijne Keurnoten die waren Harmen Bunink en Harmen Heutink persoonlijk in den Gerigte gecompareert ende erschenen is, Berent Weustink ziekelijk te bedde leggende, dog zijn verstand, memorie en duidelijke uitsprake voor so verre ons gebleken is volkomen magtig, en verklaarde niet Gaarne uit dese wereld te scheiden voor ende aleer hij over Zijne tijdelijke Goederen nader had Gedisponeert, Zo beveeld hij vooraf Zijn Ziele in de handen van God Zijnen Schepper en Genadige verlosser en Zijn lighaam te fatsoenlijke begravinge in de hope van een salige opstandinge.
Wijders verklaardt hij Testator dat hij met rijpen berade uit enen vrijen wille Zonder opmakinge van iemand, voorgenomen en bepaalt heeft om bij deze Zijne laatste en uiterste Willen, te veranderen voor een gedeelte den vierden articul van Zijne huwelijkse voorwaarde met Zijne Ehevrouwe Jenneken Mors, weduwe van wijlen Gerrit Oostervelt den 17 Junij 1772 opgerigt ende gemaakt, willende ende begerende, dat Zijne Ehevrouwe Jenneken Mors van de daar bij Gewilde uitkeringe van vijftig Gulden, de kiste ende klederen aan zijn lijf behorende, na zijnen dode binnen zes weken zal uitkeren aan Marieken Geuvers, wed. Witbreuk twintig gl, welke twintig gl hij aan Marieken Geuvers maakt bij desen, makende voorts bij desen aan Zijne leeve Ehevrouwe de overige dertig gl alsmede de kiste en de klederen en wat tot Zijn lijf behoort dezelve daar in tot Zijne ErfGename institueerende en nominerende bij dezen blijvende voorts Zijne gemaakt huwelijks voorwaarden in volle kragt en van waarde zonder daarin eenige veranderinge als hier vooren is gemeld te willen hebben gemaakt.
't Alle het Gene voorschreven hem testator van woordt tot woord voorgelezen Zijnde, met ondervraging of dit was Zijne Laatste en uiterste wille, waartoe hij getreden was uit eenen vrijen en onbed..vangenen wille, verklaarde hij dit te wezen Zijn testament en uiterste wille, waartoe hij gekomen en getreden was zonder inductie ofte persuatie van iemand, oversulx willende en begerende dat dezelve na Zijnen dode volkomen effect ende kragt zal hebben het Zij als een Testament, Codicil, Gifte ter Zake des doods ofte zo en als het Zelve het beste na de Goedertierene regten zal kunnen en mogen volstaan, schoon alle Solemniteiten hierbij niet mogten zijn waarGenomen, die hij houden wil als of .......... bij in allen opzigte waren Geobserveert.
In waarheid oirconde hebbe ik Rigter voornoemt dese eigenhandig getekend en Gezegeld, gelijk deze mede door de Testator onderhandmerkt, maar als geen zegelgebruikende is deze namens hem Testator door en met ene van mijne aan hem geleende zegels bezegelt.
Actum op den HaverCotten in de Eschmakte den 1sten April 1700 vier en taggentig.
(was getekend) Gerhard Bos Rigter
Dit vorenstaande testament heeft niet kunnen geperfecteert nog gepasseert kunnen worden door d' instabiliteit en onbekwaamheid van Geest en verstand van den daar bij Genoemden Testator.
Welk Certificere bij dezen
(was getekend) G.Bos Rigter
Landgerigt Enschede, 26 juni 1743:
Geëxhibeerd in judicio
Eindscheide den 26 juni 1743.
Abr. Strik verw Rigter, assessooren Burgt Linthuis en Henrich Ebbinkman.
Vraagstucken voor Berent Witbreuk.
Vraag-Stukken om daar op ter instantie van Pr. H. Pennink als schuvr. van Berent Witbreuk nae voorgaande citatie onder eede te hooren en t' ondervraegen Hermken Peters, vrouwe van Gesinkwonner en Geertien Elverink vrouwe van Hendr. Geesink.
1. Getuijgen ouderdom en verwantschap te vraegen.
1e Getuigin Hermken Peters vrouwe van Gesinkwonner verklaard 30 jaren oud en niet verwant te sijn.
2e Getuiginne Geertien Elferink segt wel 30 jaaren oud en aen den producent niet bevrind te sijn.
2. Weeten Getuijginnnen dat Trijne Camphorst gewesen Vrouwe van Berent Witbreuk bijkans een jaer Lang zijnde geweest in de jaeren 1742 en 1743 alleen en zonder man heeft gewoond ten huijse van Geesinkwonner bij d'eerste Getuijginne ?
1e Getuiginne verklaard dat Trijne Kamphorst ½ jaar met Voegts Hermen heeft gwoond, namentlijk van Pinxteren 1742 tot Micheli desselfs jaars,en van Micheli 1742 tot Meij 1743 met de Getuiginne in gewoond, en sulx bij beide verhuirderen sonder Man of Berent Witbreuke.
2e Getuiginne segt dat Trijne Kamphorst ½ jaar met Voegt Hermen heeft gewoond van ongever Paaschen tot Micheli 1742 en van Micheli 1742 tot Meij 1743 bij Getuiginne last wonner en sulx bij beijde verhuirderen sonder Man.
3. Heeft desselfs gewesen man den Producent in desen in de geseijde tijd aldaar wel oijt met haar Trijne Camphorst verkeert off haer angesproken.
1e Getuiginne verklaard dat ten tijden als Trijne Kamphorst bij haar woonde nooit gesien off gehoort heeft dat haer gewesen man Berent Witbreuk met haer Trijne verkeerd off aengesproken heeft.
2e Getuiginne verklaard niet te weten off ooit gesien te hebben dat haer gewesen man Berent Witbreuk haer Trijne Kamphorst in geseide tijd ooit met haer verkeerd off aengesproken heeft.
4. Heeft deselve Trijne Camphorst in de maend Maert deses jaars ten daegen als het Haxberger Markt was ten huijse van de eerste Getuijginne gekraamt en een jongsken ter werelt gebracht zonder assistentie van de vroodvrouwe off wijse moder ?
1e Getuiginne verklaard dat in de maand Maard deses jaars ten dage als Haxberger Markt was Trijne Kamphorst bij haar Getuiginne aen huis gekraamt heeft en een jongesken ter werelt gebragt sonder dat daer een wijse Moer bij is geweest maer daer soude een wijse Moer hebben gehaald geworden dog daer was geen tijd toe.
2e Getuiginne verklaard dat Trijne Kamthorst in de maand Maart deses jaars ten daage als Haxberger Markt was ten huise van de eerste getuiginne gekraamt heeft en een junsken ter werelt gebragt en sulx sonder assistentie van een wijse Moer, off vroedvrouwe.
5. Wie heeft het Zelve kind ten doop gepraesenteert en op wiens versoek is zulx gedaen.
1e Getuiginne verklaard dat sij het kind heft ten doop gehouden en daertoe van Trijne Kamthorst en Gerrit Geesink versogt.
2e Getuiginne verklaard dat haare wonners vrouw de eerste Getuiginne het selve heeft ten doop gepresenteerd maer wie haer daertoe versogt heeft weet Getuiginne niet.
Het kind staat in het doopboek als zoon van Berend Witbreuk de man en Trijne Kamphorst de moeder. De toevoegingen "de man" en "de moeder" zijn ongebruikelijk. Bljkbaar was er al direct twijfel wie de vader was. Berend Witbreuk bestrijdt in ieder geval de vader te zijn, want hij brengt de zaak voor het gerecht. Trijne was kennelijk bij hem weggelopen. Misschien wisten Hermen Voogd of Gerrit Geesink meer, maar die wordt niets gevraagd.