Op 4 maart 1770 gedoopt op belijdenis
Wordt op de overlijdensakte van dochter Tryntje Aaltje Sakes Salomon genoemd. Bij alle kerkelijke inschrijvingen heet ze Aaltje Salomons.
Directe voorouder van Johannes de Vries
Lidmatenregister Herv. Gemeente Ureterp en Siegerswoude
Na 1769 ingekomen
Man: Johannes Willems wonende te aan de vaart
Vrouw: Aaltje Salomons
---
--------
Lidmatenregister Herv. Gemeente Ureterp en Siegerswoude
Op 4 maart 1770 hij belijdenis, zij gedoopt op belijdenis
Man: Johannes Willems
Vrouw: Aaltje Salomons
---
--------
Lidmatenregister Herv. Gemeente Ureterp en Siegerswoude
Op 1 mei 1772 lidmaat
Man: Johannes Willems wonende te aan de vaart
Vrouw: Aaltje Salomons
---
--------
Aaltje en Johannes woonden aan de vaart en zouden bij Frieschepalen gewoond hebben
Zie aantekeningen onder aan de pagina over de Ureterper vaart
Diaconie, kasboek Ureterp, Siegerswoude en Bakkeveen
Begraven inschrijving
Datum: 24-10-1779
Ontvangen wegens collecte £ 4:-:-
Citaat: uit het laad dat waar gegeven op die begraffenis van Johannes Willems vrouw
---
Ontvangen wegens huur laken £ 1:4:-
Citaat: nog van die selve [ Johannes Willems vrouw ] van het laken
---
Overledene: de vrouw van Johannes Willems
Zij is getrouwd met Johannes Willems.
Zij zijn getrouwd
In 1744 zijn er al twee kinderen, in 1749 bij de quotisatie zijn er inmiddels 5 geboren.
Er worden in 1751 vijf kinderen gedoopt, waarvan we zeker weten dat Trijntje en Jan na de quotistie geboren zijn. Van Antje weten we dat ze voor die tijd geboren is, van Bonne ook, de derde zal dan Willem zijn gezien de regels der benoemingen.
Willem en Bonne zullen dan de twee kinderen zijn die voor 1744 geboren zijn.
Dan zouden er nog twee kinderen voor de quotisatie geboren zijn en nog in leven.
Kind(eren):
URETERPER VAART
Johannes en Aaltje wonen aan de vaart in Ureterp zo staat vermeld in o.a. het lidmatenboek.
Onderstaand wat meer over deze vaart.
---
De Ureterper vaart
In 1641 sloot de Haagse koopman Passchier Bolleman met de bewoners van Noorder- en Suider-Drachten een contract om ten behoeve van de veenafgraving een vaart te graven vanaf Buitenvallaat. Deze vaart werd tussen 1657 en 1667 doorgegraven vanaf het Vallaat naar Frieschepalen en werd hier bekend als de Ureterpervaart. Bij het Vallaat kwam een schutsluis (ook wel vallaat genoemd) om het hoogteverschil te overbruggen. Hier stond van 1899 tot 1911 ook een zuivelfabriekje op de afslag van de weg naar Ureterp (net ten westen van de huidige Opperhaudmare). In 1938 werd de vaart omgelegd ten behoeve van een vaste stenen brug, die daar over de vaart kwam. Deze brug verdween al na 30 jaar, om plaats te maken voor de huidige Opperhaudmare en bijbehorende viaducten.
Door de aanleg van de vaart kwam er veel bewoning rondom de vaart en zo verschoof het centrum van het dorp aan de Weibuorren naar de vaart. Ruim een eeuw later was al het hoogveen in de omgeving van Ureterp afgegraven.
Ureterp had na de komst van de vaart een loswal aan het Selmien, verbonden met de vaart via de Kettingwijk (tegenwoordig de Brouwerslaan). De Kettingwijk is rond 1880 gegraven voor een betere toevoer van goederen voor het ontginnen en in cultuur brengen van heidevelden en bossen en het verharden van zandwegen. Dit ging tot aan het eind van de jaren 20 door. Later kwam ook aan de vaart ter hoogte van de Tsjerkeleane een opslag en loswal. In het kader van de ruilverkaveling werd de vaart in 1963 na ruim 300 jaar gedempt.
---
Van: Wikipedia
---
--------
Aaltje Salomons | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Johannes Willems |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.