Geboortejaar is een inschatting. Zie onder huwelijk.
Directe voorouder
1654 aug. 21. Wilhelm Staringh (en vr.) verb. wegens schuld aan Johan Moll, koopman te Keulen, voor 645 Rthlr., binnen een jaar te betalen, zijn aangekochte weide (geroy. 1 feb. 1655.)
Hij kocht deze wei ?die Sessruden" (Du.), 2 mg. 581 r., t.e.z. abdis van Elten, t.a.z. "de grote presentie" aldaar, h.e.e. op de Kerckenstr. h.a.e. op erven en havens (Fenherens ? veer ?) van Rutger Winoltz senior (en Aleida Hoeselsz), Rutger Winoltz jr., Bernharda Winoltz en onm. dochter en Zuster (alle Emmerik) (verkoopprijs was 430 dlr. KI. per morgen, volmacht is geinsereerd, waaruit dit blijkt)
---
---------
Willem Starinck en Lijsken Lubberts kopen 22-5-1659 viervijfde deel van de wei Bouwmansslach (ook genoemd Boomslag) in Lathumerbroek; 'zij kopen 5 maart 1663 twee hoeven bouwland met recht van uitweg door de boomgaard en belast met twee blauwe guldens tins (of spilkoorn); zij kopen 21-4-1663 een hoeve bouwland met huis, hof en boomgaard, binnen- en buitendijks gelegen, van de erven van Elsken Goossens, genoemd Elsken Goossens hoeve of Elsken Snijdershoef.
---
--------
Willem Starinck en Lijsken Lubberts kopen 22-5-1659 viervijfde deel van de wei Bouwmansslach (ook genoemd Boomslag) in Lathumerbroek; 'zij kopen 5 maart 1663 twee hoeven bouwland met recht van uitweg door de boomgaard en belast met twee blauwe guldens tins (of spilkoorn); zij kopen 21-4-1663 een hoeve bouwland met huis, hof en boomgaard, binnen- en buitendijks gelegen, van de erven van Elsken Goossens, genoemd Elsken Goossens hoeve of Elsken Snijdershoef.
---
--------
Een stucks landts, geheyten die Klockslach, van der Leidgrave an die Yssel, gelegen to Lathem in den kerspel van Rheden aen die Cleyne sluyse, ten Zutphensche rechten met een pond te verheerwaarden.
Dit leen start op 1 mei 1440
Eeuwen later wordt het geleend door Willem en Lijsken.
Gerrit Peters, gemachtigde van Johan Smullingh, canonicus te Xanten, draagt dit leen op aan Willem Staringh en diens vrouw, die daarmee beleend zijn, 25 juni 1670.
Willem Staringh en Elisabeth Lubberts, echtelieden, laten hun dispositie ten aanzien van dit leen approberen, 9 septembet 1670.
Gerrit Staerinck, erfgenaam zijns vaders Willem, beleend, 18 december 1687.
Johan Reintjes en Aeltjen Starink, echtelieden, Gerrit en Henrick Starinck, kinderen en erfgenamen van Willem Starinck en Lijsken Lubberts, laten het magenscheid van 10 december approbeeren, 18 december 1687.
Idem verbinden dit leen voor eene schuld van 500 gld aan Alexander Moliaert en Arnolda Steenler, echtelieden, eodem die.
Aeltjen Staerinck, wed. Johan Reintjens voor zich en als moeder harer minderjarige kinderen, Gerardt Starinck, als oudste zoon en leenvolger zijner ouders, en Hendrick Starinck als borgen, verbinden dit leen voor eene schuld van 600 gld. aan Alexander Moliaert en Arnolda Steenler, echtelieden, 12 april 1690.
Gerrit Starinck en Willemken Reynders, echtelieden, dragen dit leen op aan Huybert Brants en Geertruyt Vermeer, echtelieden, 12 februari 1695.
Gerrit en Hendrick Starinck als voogden der kinderen van Jan van Ansum en Aeltjen Staerinck dragen dit leen op aan Johan Adriaen Bueckevoort en Henrietta Mockinck, echtelieden, die daar weder mee beleend zijn, 26 juni 1699.
---
uit: Register op de leenen der bannerheerlijkheid Baer. En der heerlijkheid Lathum
---
----------
Willem Staerinck wordt bij de verponding van Bahr en Lathum 1648 genoemd als mede-eigenaar van Herman Ringenberghs Geer en als bouwman van de Nieveltshoeve, waarvoor hij 8 daalder pacht betaald. Hij wordt 11-5-1674 genoemd als inwoner van de heerlijkheid Bahr en Lathum; hij verborgt dan voor het gericht van Zevenaar zijn wei in de Zesroeden onder Duiven; Willem Staringh en vrouw kocht deze wei (2 morgen en 581 roeden) aan de Kerkenstraat 21-4-1654. "Wilhelm Staring end derselver Sohn Henrick Staring" verborgen de wei voor 200 gulden en 300 gulden a 5% op 13-5-1684, welk op 10-2-1685 voldaan wordt door Gerhard Staringh.
---
--------
Hendrick (J)Ansen, zoon van Jan en Altie Staerinx. Plaats: Doesburg
---
---------
T'Arnhem op vergunder aerde, den 13 December 1681.
Coram de Heer Do(cto)r Cornelis van Steenler, Amptman, Cornoten Gosewijn van Steenler en(de) Jacob Dreux, Lantschrijver. Compareerden Willem van Kerckhof , ende Jenneken Reijnders Echteluijden, sijnde sij Jenneken, met haeren man Willem van Kerckhof , als haeren wettigen momber geassisteert in desen, ende hebben ten behoeve van Beernt Beernts ende Anneken Hendricks, Echteluijden, en(de) haere erven eeuwichlijck ende erf lijck gecedeert ende opgedragen twee dreef kens bouwlandt, de Maetiens genoempt, sijnde vrij allodiael erf ende goet, met geene lasten beswaert, dan alleen met des Heeren schattingen, ende den Heere sijnen thiendt, ende den dijck, van outs ende met recht daer toe gehoorende, in de Banner Heerlickheijt van Bahr ende Lathum gelegen, schietende oostwaerts het eene dreef ken langs Vermeers maetien, suijdtwaerts t' eijndens op de Leijgraef , westwaerts langhs de hoef of maetiens van Willem Ridders, noortwaerts t'eijndens aen de hoef van den Scholtis Broeckhuijsen, en(de) Rijnder Comans, ende het ander dreefken palende oostwaerts langs Willem Ridders hoef , suijtwaerts t'eijndens op de Leijgraef , westwaerts langs de Pastorien hoef van Rheden, noortwaerts t'eijndens aen de hoef van Willem Starinck, Bekennende de Comparanten voor haer, ende haere erven, aen de voorss(egde) twee dreef kens geen recht of toeseggen meer te hebben, ofte in eenigher manieren te behouden, maer dat de bovengenoemde Echteluijden ende haere erven daer aen gerechticht sijn ende blijven sullen, doende daer op vertichnisse, als nae Lantrechten behoort. Sonder arch of list.
---
----------
1684 mei 13. Wilhelm Staring en zoon Henrich St. verb. w. sch. a. dr. Michael H. Wunder (en vr.) voor F 200.- + f 300.- à 5% hun wei ?de Sessroede, vroeger v. Riitjer Winolts (Du., rentegever zal een pacht voor deze wei betalen van 15 rijksdlr.) (geroy. z.d.).
---
--------
1685 feb. 10. Willem Staring en zoon Henrick Staring verb. w. sch. a. Michael Henrick Wunder (en vr.) voor f. 500.- à 5% zijn wei ?de Sessroede" (3 mg., Du. tussen abdis v. Elten en Grote Presentatie te El ten, h.e.e. op de Kerckenstr., h.a.e. erven Feuherens, t.v.a. van Rütger Winolts) (geroy. z.d.)
---
--------
Er is veel gedoe rond de nalatenschap van Willem.
Te Arnhem, "op vergunder aerde", compareerde voor het gericht van Baer en Lathum Anneken Thijssen, nagelaten weduwe van wijlen Willem Starinck en geeft 15-11-1686 "ingevolge van de uytcoop de dato 21-10-1686 tussen de erfgenamen ende haer comparante opgerigt over de nalatenschap van gedachte Starinck in het geding daarbij gemaakt, om onder ede te verklaren, dat sij den sterfhuijse in geene deelen directlick of indirectlick hadde ge-nadeelt, maar daerin ter goeder trouwe op rechte wech en eerlijk gehan-delt en heeft deswegen haar oock met ede geëxpurgeert en de eed daer over in forma afgelegt".
De Scholtis van de Bannerheerlijkheid Bahr en Lathum wordt geautoriseerd om "nae gedane publicatie bij den opslag te vercopen alle derselver vaderlijk naegelatene gerede goederen, bestaende in peerden, beesten, verkens, wagen, ploegh en ander bouwgereetschap, linnen en wollen, herde en pot, coper en tin en wat van die natuyre meer mag sijn ende sal hij daer in doen altgeen den scholtis in dergelijke vercopingen gewoon is te doen, gegeven 23-10-1686".
De Scholtis krijgt 6-11-1686 machtiging van de kinderen en erfgenamen van wijlen Willem Starinck de betaling af te dwingen van de som van 56 gulden Hollands door Hendrick van Rhee, waarvan in mindering kan worden gebracht de betaalde pacht over het jaar 1685 van een weide aan de Galstraat in Lathura. Hendrick van Rhee verschijnt 9-11-1686 te Arnhem voox het gericht van Baer en Lathum om beslaglegging te voorkomen "tegens sodaene peijn-dinge als de erfgenamen van Willem Starinck op sijne gerede en ongereede goederen hebben laten doen". Op 8-3-1687 dient nog eens voor het gericht de zaak "kinderen en erfgenamen van Willem Starinck contra Hendrick van Rhee".
Het magescheid d-d- 10-12-1687 wordt voor de leenkamer van Baer bevestigd op 18 december daaropvolgend. De preciese inhoud is niet bekend, maar uit de verschillende handelingen in de jaren daarna, is in grote lijnen op te maken wie wat kreeg toebedeeld.
De hoeve Kolckslag komt voor het grootste deel aan Gerrit Starinck. Zijn laatste registratie is van 11-2-1699; "met Kolckenslach groot vijf en een halve morgen in de hoeve van Elsken Goossens" en de landerijen binnen- en buitendijks aan het huis te Baer.
Aeltjen krijgt van Kolckslag ook een deel. Verder wordt ze genoemd op het ouderhuis in een belending ten oosten van Koppenburg 15-4-1691 en nog een keer op 17-4-1693; haar boerderij wordt 3-2-1687 Starinkhofstede genoemd. Hendrick blijkt een deel te bezitten van de wei Bouwmansslach, de wei aan de Galstraat en de twee hoeven bouwland, Weertshoeve genaamd. Hij krijgt nog een gerechtelijk staartje mee van de boedelscheiding vanwege onduidelijkheid betreffende de grondbelasting; de scholtis wil daarom zijn paard in beslag laten nemen. Als tegenactie heeft hij "pandkeeringe gedaen tegens sodaene peindinge en de reële executie als de scholtus deser Bannerheeriijkheid, in qualiteit als ontfanger der verpondingen, op des comparants peerd ondernomen heeft ofte nog wijders mogte willen ondernemen om te hebben betalingen van de verpondingen over den jare 1683 verschenen van de landerijen, die zijn stiefmoeder voor dato van het ingaen van het houwelijk met wijlen sijn vader Willem Starinck in pagt gehad heeft of aen haar selfs toebehorende sijn geweest".
De gezamenlijke erfgenamen verkopen Lathum 16-8-1690 een stukje land van ruim een halve morgen, genaamd Wessel Lubbertshoeve, buitendijks gelegen, en heel misschien afkomstig van Lubbert Kopperts. Laatstgenoemde wordt op 26-7-1652 genoemd te Lathum met bouwland buitendijks gelegen.
---
---------
Na 13-5-1684 en voor 21-10-1686
---
---------
(1) Hij is getrouwd met Lijsken Lubbers.
Zij zijn getrouwd rond 1635 te Lathum, Zevenaar, Gelderland, Nederland.
In 1659 wordt het paar voor het eerst genoemd. Willem wordt al een aantal jaren daarvoor genoemd, in 1654. Deze beide data zijn helaas wat te laat in het huwelijk om een goede indicatie te kunnen zijn.
Kleinzoon Lubbert wordt gedoopt in 1665.
Er vanuitgaande dat diens vader toen ca. 30 jaar oud was en die de oudste zoon is van Willem en Lijsken, dan zou een trouwdatum rond 1635 aannemelijk zijn.
Willem overlijdt tussen 1684 en 1686 en Lijsken voor 1679. Het is aannemelijk dat Willem geboren is rond 1610 en dan ca. 75 jaar oud is geworden. Ook Lijsken zal geboren zijn rond die tijd, misschien iets later.
Kind(eren):
(2) Hij is getrouwd met Aeltyen Hertgers.
Zij zijn getrouwd op 5 juli 1679 te Lathum, Zevenaar, Gelderland, Nederland.
Willem Starinck weduwnaer van wijlen Lijsabeth Lubberts van Lathum met Aeltijen Hertgers weduwe van Jan Paelen van Gendringen.
(3) Hij is getrouwd met Anneken Tijssen.
Zij zijn getrouwd op 2 september 1683 te Lathum, Zevenaar, Gelderland, Nederland.
Weduwnaar van Aeltyen Hartgers
Willem Gerritsz Starinck | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) ± 1635 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lijsken Lubbers | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1679 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aeltyen Hertgers | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(3) 1683 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.