de geboortedatum 3 oktober 1813 is vastgesteld bij zitting en vonnis van de Rechtbank te Brielle d.d. 31 juli 1835.
Aart van der Reijden zeeloods wonende Brielle voor zich zelve in zijn betrekkkingen A als weduwnaar van Johanna Knape zonder beroep, gewoond hebbende en op 02/11/1858 overleden te Brielle met wie hij in g.v.g. gehuwd is geweest en B als erfgename van zijn vrouw krachtens haar testament op 18/09/1843 voor zelfde nts verleden en C als vader-voogd over Kornelis geb. 31/07/1839, Aart geb. 26/09/1841 en Willem geb. 16/03/1847 allen te Brielle en als erfgenaam voor ¼ gedeelte in de nalatenschap van zijn aan zijn gemelde vrouw in huwelijk verwekte op de 24/03/1860 te Brielle in testatus overleden zoon Leendert van der Reijden, Maria Johanna van der Reijden zonder beroep gehuwd met Simon Termijn kwekeling bij het loodswezen, wonende Brielle en welke Maria Johanna met de voormelde minderjarigen en haar overleden broer Leendert van der Reijden zijn de enige kinderen van genoemde Johanna Knape met Aart van der Reijden en in bijzijn van Jasper Knape mr broodbakker wonende Brielle als toeziend voogd over genoemde minderjarigen. Zij gaan over tot de deling van de boedel van Aart van der Reijden en Johanna Knpa, waaruit blijkt dat zuiver te verelen valt f.7300, waartoe gerechtigd zijn Aart van der Reijden voor de helft of 3650 en alserfgenaam van zijn vrouw voor ¼ of f.912,50 tezamen f.4562,50 en de 5 kinderen elk f. 547,50, waarna de verdeling volgt.
Aktenummer: 33, dd.26/04/1860, notaris: Pieter van Andel, boedeldeling.
Hij is getrouwd met Johanna de Rooij.
Zij zijn getrouwd op 19 mei 1860 te Brielle , hij was toen 46 jaar oud.Bron 3
Testament van Aart van der Reijden zeeloods wonende Brielle. Hij herroept alle voorgaande testamenten en benoemt tot enig erfgename en uitvoerster van zijn uiterste wil zijn vrouw Johanna Knape.
Aktenummer: 164, dd.18/09/1843, notaris: Pieter van Andel.
Nederlandsche Staatscourant 30-08-1850.
Rotterdam , 28 Augustus. — Directeuren der Zuidhollandsche Maatschappij
tot redding van schipbreukelingen hier ter stede gevestigd hebben in hunne jongste vergadering, gehouden Vrijdag den 16den dezer, besloten te doen uitreiken :
De zilveren medaille aan A. Borstlap Lz., W. Hagers, D. Kruijne,H. Witte, M. Droog, K. Termijn, P. Hordijk, P. Harder en L. Lingen, allen wonende in den Briel , voor het aanwenden hunner edele pogingen met gevaar van eigen leven, in het bemannen dersloep en in noodweer redden der equipagie (die reeds hunne toevlugt tot het want genomen hadden), van het op den 9den dezer, tegen de buitenpunt van den Hoek van Holland gestrande Nederlandsche kofschip Egberdina Schuuringa van Veendam, gevoerd doorkapitein G. Orsel , beladen met steenkolen, komende van Sunderland en bestemd naar deze stad.
En eene geldelijke belooning benevens getuigschrift aan L. BorstlapAzn., J. Borstlap Jz. en A. C. van der Reijden, mede wonende in den Briel, en C. van der Burg, wonende te 's Gravezande , voor hunne verleende hulp in het volbrengen van gemelde redding; terwijl de directeuren voornoemd hunne erkentelijkheid hebben doen toekomen aande heeren K. Dorsman, D. van Gent en K. Schouten , wonende te Maassluis, voor hunne in gemelde redding bewezene hulpvaardigheid en menschlievende diensten.
Zijnde mede aan onderscheidene weduwen van in zee omgekomen
zeelieden uit het zoo weldadig fonds van wijlen mejufvrouw Ida Maria
de Raath, onderstand uitgereikt. (Nieuwe Rotterdamsche courant.)
Aart Cornelisz. van der Reijden | ||||||||||
1860 | ||||||||||
Johanna de Rooij |