Was inwonend bij broer Petrus. Vertrok 23 April 1882 naar het
doofstommeninstituut in R'dam,en opnieuw 12/6 1895. In Mei 1940 werkte hij als Schoenmaker bij een Jongensgesticht in R'dam, hetwelk in die dagen werd gebombardeerd en vernietigd. Bram trok nu tijdelijk bij zijn neef Jaap in in, in de Veenestraat te Leidschendam, die er op zijn beurt voor zorgde, dat hij in een bejaardenhuis in Wateringen terecht kwam, waar hij ook overleed.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.